Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heeft de Reformatie invloed gehad op het volksleven?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heeft de Reformatie invloed gehad op het volksleven?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De samenleving aan het eind van de middeleeuwen was in naam nog christelijk, maar de invloed van de bijbelse normen op het dagelijks leven was in veel gevallen nauwelijks meer merkbaar. De reformatoren benadrukten dan ook niet voor niets de levensheiliging. Kwam er door de Hervorming een aantoonbare ommekeer in de volkscultuur of was de invloed ervan nauwelijks merkbaar? Volmaakte christenen bestonden ook toen niet, aldus drs. Exalto, maar vruchten waren er zeker.

Twintig eeuwen christendom, en wat is ervan te zien? Nog altijd woeden er ooriogen, nog altijd zijn er de tegenstellingen tussen rijken arm, nogaltijdiser haat, discriminatie, concurrentie, egoïsme en al wat men verder aan dit rijtje kan toevoegen. Meer dan eens ben ik dit bij het lezen van boeken of artikelen tegengekomen. Verwijt op verwijt aan het adres van het christendom. Het lijkt soms wel of men voor alle zonden en gebreken die er in de wereld zijn, het christendom als de schuldige wil aanwijzen. Wat moeten wij dan doen? Het christendom verdedigen, optreden als een apologeet? Gewis, we behoeven niet elk antwoord schuldig te blijven. Zouden nu werkelijk duizenden mensen in de eerste eeuwen van onze jaartelling hun leven gegeven hebben, op een brandstapel of in een arena als prooi van de wilde dieren, zonder een geheel ander mens geworden te zijn, innerlijk en uiterlijk, dan de heiden in die tijd was? De,,kerstening" van de toenmalige wereld rondom de Middellandse zee was waarlijk geen lege naam. Vergelijkingen met het heidendom dat er aan voorafging en met hele werelden die sindsdien nog eeuwenlang van de boodschap van het Evangelie verstoken bleven, zoals India en China, kunnen hetonsleren. Maar genoeg hierover, wij wenden ons tot de Reformatie.

Niet ideaal
Haar worden dezelfde verwijten gemaakt. Zij zou het volksleven niet geraakt en veranderd hebben, zij zou in feite vruchteloos zijn gebleven, zij zou onder het gewone volk geen wezenlijke verandering hebben gebracht. Wie deze verwijten laat horen, heeft in ieder geval de schijn mee. Want het valt niet te ontkennen dat de wereld die het werk van Luther, Calvijn en zovele andere hervormers had meegemaakt, nog lang geen ideale wereld was.
Niet een van de hervormers heeft het aangedurfd om eigen stad of eigen land als het Koninkrijk Gods op aarde te kwalificeren. Ook in landen waar de Reformatie vaste voet kreeg, als Duitsland, Zwitserland, Nederland, Schotland en de Scandinavische landen, bleef nog genoeg te wensen over. Er klonk al spoedig een roep om,,nadere" Reformatie. Waar men wel het Rijk Gods op aarde meende te realiseren, zoals in Munster, onder het bewind van de wederdopers, kwam alleen het tegendeel ervan terecht. Hier had men in ieder geval vat op het volk, maar hoe?

"Zwijnen"
De hervormers zelf hebben vaak steen en been geklaagd. Luther kon weleens zo moedeloos worden, dat hij Wittenberg ontvluchtte en er enige aandrang toe nodig was om hem te doen terugkeren. Calvijn is, nadat hij nog maar kort in Genève vertoefde, samen met Farel de laan uitgestuurd; en al keerde hij binnen driejaar terug, het ging ook toen nog niet van een leien dakje. Als wij zijn preken lezen komen wij het scheldwoord,,zwijnen" nogal eens tegen, en daarbij dacht Calvijn dan heus niet alleen maar aan mensen ver buiten de stad. Martin Bucer, de hervormer van Straatsburg, had graag een milde tucht ingevoerd, onder leiding van ouderlingen, maar de overheid, hoewel hem niet ongenegen, gaf hem toch geen fiat.

Barbarij
Men bedenke: de Reformatie stond aan het begin voor een schier onmogelijke taak. Wat Rome, het ontaarde pausdom, de wereld had nagelaten was een barbarij. Maar wat wil men ook, als men bedenkt dat de pausen zelf voorgingen in lichtzinnigheid, spot en alleriei uitspattingen. De feiten der historie liegen er niet om. Bij de hoge geestelijkheid was het dito; serieuze prelaten waren even zeldzaam als witte raven. En de lagere geestelijkheid, arm en volks, volgde en deed mee. Vooreen habbekrats gaf de bisschop verlof om te leven met een vrouw, als het maar niet een huwelijk werd. Een vorm van het ons heden zo welbekende samenwonen. En daar bleef het niet bij. In de kloosters werd gegeten en gedronken, beide in overdaad; en nog veel meer. Het gewone volk zag het; in de bierhuizen gingen de verhaaltjes rond; en het voorbeeld werkte aanstekelijk. Als men maar zijn kerkelijke plichten waarnam, dat gaf voldoende tevredenheid. En kwam men in het nauw, dan was er nog de aflaat. Zoveel genade, zei Tetzel, en nog wel voor een koopje! In die wereld, christelijk in naam, traden de reformatoren op. Waarmee? Met de prediking van het Evangelie. Vond zij weerklank? Is er gedronken van het zuivere water dat nu begon te vloeien vanaf de hoge bergen van Gods ontferming in Christus? Met deze vragen te stellen betreden wij een terrein waarop de historicus zich bewust moet zijn van de grenzen van zijn wetenschap en kennis. De Heilige Geest schrijft in de harten der mensen een geschiedenis waarvan we slechts enkele brokstukken gewaar worden.

Niet ledig
We denken nu aan de vele honderden studenten, van her en der, die in Wittenberg aan de voeten van Luther en Melanchthon zaten en onderwijs ontvingen dat elders in de wereld niet te vinden was. We denken vervolgens aan de eenvoudige zielen, burgers en burgeressen van datzelfde stadje, gelegen ,,aan de rand van de beschaafde wereld" die het accepteerden dat de roomse mis verdween en gretig luisterden naar de preken van Luther en van Bugenhagen, hun stadspredikant. Wij denken ook - nu van Duitsland naar Zwitserland verhuizend - aan de stedelingen en vluchtelingen in Zürich en in Genève, zich verdringend rondom de kansels van Zwingli en Calvijn en later die van Bullinger en Beza. Zouden al die mensen niet gegeten en gedronken hebben het brood en water des levens? Mijn Woord zal niet ledig wederkeren. . . dat is een woord uit de profetieën van Jesaja, door de hervormers ettelijke malen herhaald, met nadruk, want het gaf hun moed en kracht om voort te gaan, ook in moeilijke tijden. Alleen al dit ene Schriftwoord logenstraft de theorieën der critici die hebben durven beweren dat de Hervorming geen effect heeft gehad onder het volk. Al in de 16e eeuw waren zij er, deze critici, onder de wederdopers en de geestdrijvers; ; namen zal ik onze lezers maar besparen.

Volmaakt?
Bomen kennen wij aan hun vruchten; christenen kennen wij aan hun woorden en hun daden. Maar zelfs de beste christenen blijven steeds onder de maat. Wie volmaakte heiligheid eist, zal geen waar christen ooit tegenkomen, en hij is het dan zelf ook niet. De hervormers hebben dat terdege geweten. Daarin zien wij de reden dat noch Lüther noch Bucer, noch Calvijn noch enig ander hervormer, ertoe kon komen de stad waarin hij werkte prijs te geven terwille van een kleine, selecte groep van gelovigen. Zowel Bucer als Luther heeft weleens gespeeld met de idee van een,,smalle gemeente", een gemeente van ware christenen, ware gelovigen, binnen het wijde geheel van de stadsgemeente; het latere door de Duitse piëtisten gepropageerde ,,kerkje in de kerk"; maar veelzeggend is, dat toch nooit een der hervormers daaraan gestalte heeft durven of willen geven. Zij konden het geheel niet prijsgeven. Lutherzelf, volstrekt eerlijk, zei: een gemeente van serieuze christenen, waar moet ik ze vandaan halen, en. . . hoor ik zelf er welbij?
Meer dan eens heeft Luther gesproken over de,, verborgenheid" van het christenzijn. Hij kende maar al te goed de,,openbaarheid" van het christenzijn bij vele van zijn tijdgenoten, vooral onder de monniken. Een ostentatieve (klaarblijkelijke) vroomheid, in de trant van de farizeeën, van wie de Heere Christus verhaalt dat zij hun geldstuk voor ze het in de schatkist lieten vallen, wel tien keer aan het publiek toonden. Spreekt de Heiland niet van een ,,binnenkamer" en van een ,, wassen van het aangezicht", zodat geen mens ziet wat er omgaat tussen God en ons? Daarom hebben de hervormers niet willen oordelen en hebben zij de gemeente liefgehad en niet de zelfgekozen groep. En daarom spraken zij, in hun preken, ook steeds over,, wij" en ,,ons". Of zij dan niet de zonden zagen en bestraften? Zeer zeker. Opz'n tijd waren ze allen boetepredikers.

Catechismus
Maar, keren wij terug tot de ,,vruchten". Vruchten zijn: kennis, een goede belijdenis en een leven naar Gods inzettingen en geboden. Aan het bijbrengen en vermeerderen van kennis hebben de hervormers veel gedaan. Rome had een dom, onkundig volk nagelaten. Vrijwel alle hervormers werden actief op het terrein van de catechese. Luther schreef een Kleine en een Grote Catechismus. En wij allen kennen de Heidelberger, van Ursinus.
Heeft het geholpen? Ik meen van wel. Lees eens de acta van de verhoren die martelaren uit die tijd zijn afgenomen. Calvinistische martelaren in Frankrijk wisten zelfs tot in de finesses de verschillen inzake de avondmaalsleer. En dat is dan nog maar een voorbeeld. Hele geslachten zijn gevormd door de catechismus van Luther of die van Calvijn of die van Leo Jud, Zwingli's ambtsbroeder, of die van a Lasco, of die van Micron, of die van Ursinus waar moet ik ophouden? We noemden ook het belijden van het geloof. Al in 1523 werden een paar volgelingen van Luther, Voes en Hessen, op de markt te Brussel om hun geloof verbrand. Dat was een vorm, de hoogste vorm van geloofsbelijdenis. Bij deze twee is het niet gebleven. Als er luchtfoto's bestonden van het leven in de 16e eeuw, dan zouden wij galgen zien, de rook van brandstapels, verwoeste en verbrande steden, en legers van vluchtelingen, ballingen om des geloofs. Ik vraag nu: heeft de Reformatie ook effect gehad op het gewone volk, ja dan neen?

Heilige ijver
Als vrucht noemden we ook het leven naar Gods inzettingen en geboden. Ik wijs nu naar de hervormers zelf allereerst. Was er in het ganse rijk van de paus ook maar een man die zelfs maar in de verste verte vergeleken kon worden bij een Luther of Calvijn? En nu denk ik nog niet eens aan hun geleerdheid, hun religie, hun geloof, maar wel aan hun heilige ijver waarin zij zich opgeteerd hebben in de dienst van hun Meester. De studenten in de theologie die aan hun voeten zaten, kregen wat dit betreft aanschouwelijk onderwijs. Hele scharen van jonge mensen, predikanten en theologen, hebben het gelaat van de toenmalige Westerse wereld grondig veranderd. Wilt u in deze zaak onpartijdige getuigen, raadpleeg dan de werken der roomse historici; zij hebben het wrevelig en spijtig moeten vaststellen.
En het gewone volk? De studenten kwamen vaak uit het gewone volk. Maar ik geef toe: ook toen waren er de meelopers, de profiteurs, de lauwen, de ongezeggelijken, de dwarsliggers, de fantasten, de dwaalzieken, de ketters. De hervormers hebben heel wat met hen te stellen gehad. U hoorde al van Luthers moedeloosheid en van Calvijns strijd. Genève heeft Calvijn veel zweet gekost, en bijna ook zijn bloed. Er waren ook zo nu en dan de schandaaltjes; in Genève - door John Knox een heilige stad genoemd — evengoed als in Wittenberg. In Wittenberg beging Luthers kapper een moord; in Calvijns huis werd een geval van hoererij geconstateerd, gepleegd door een van zijn huisgenoten.
Schandaaltjes genieten het twijfelachtige voordeel van de nieuwsgierigheid. Zij worden graag verteld en doorverteld, tot in de historieboeken toe. Over de duizenden mannen en vrouwen die kuis en ingetogen leven, zwijgt de historie in alle talen, maar aan die ene man of die ene vrouw die zich misgaan heeft, wijdt zij vele bladzijden. Dat is de eenzijdigheid van onze geschiedenisboeken.

Tucht
Er is door de Reformatie veel gedaan en ook veel bereikt ten aanzien van een nieuw leven naar Gods geboden. Al in Zürich, tijdens Zwingli's leven kwam het tot een nieuwe huwelijkswetgeving en het oprichten van een rechtbank die over de zeden oordeelde. Bucer deed in navolging daarvan ook in Straatsburg het zijne in deze richting. In Genève kwamen ouderlingen en werd tucht geoefend. En wat Luther betreft, in ergerlijke gevallen greep hijzelf in. Niet één hervormer heeft de tucht geheel vergeten. Er gebeurde nog meer. Duizenden monniken en nonnen kwamen vrij. Zij werden eerzame burgers en burgeressen, en dat wilde heel wat zeggen. Priesters die overgingen, trouwden; daarmee kwam een goed voorbeeld in de plaats van het slechte voorbeeld dat zij eerst hadden gegeven. Calvijn leerde de burgers in Genève dat arbeid een ,,goddelijk beroep" is; Luther had het al eerder benadrukt. De vele heiligendagen, dagen van luieren en van slempen werden afgeschaft; de zondag en een paar christelijke feestdagen waren genoeg.
Zo veranderde er veel. Was het genoeg? Blijkbaar niet, want Luther bleef hameren op de (ware) goede werken en Calvijn bleef hameren op het thema van de heiliging. De hervormers zelf waren ook niet volmaakt. Luther zei eens: Ik ben geen heilige; en Calvijn zei op zijn sterfbed: Vergeef mij mijn drift. 31 oktober 1517 was de Jongste Dag niet. Dan komt pas het volmaakte. Wij zijn er nog niet. De Reformatie der kerk, zoals die gestalte kreeg in de 16e eeuw is een gave Gods - om dankbaar te gedenken. Maar diezelfde Reformatie der kerk is ook een opdracht; een blijvende opdracht, tot aan de Jongste Dag.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 oktober 1985

Terdege | 64 Pagina's

Heeft de Reformatie invloed gehad op het volksleven?

Bekijk de hele uitgave van woensdag 30 oktober 1985

Terdege | 64 Pagina's