Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het doel van de Bijbel (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het doel van de Bijbel (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

PASTORAAL

Blijven hopen

In het kader van de al eerder aangehaalde tekst uft Johannes 20 heeft men wel gesproken over de „opdat-structuur" van de Schrift (W.H. Velema). Ik geef toe: Een wat cryptische uitdrukking. Maar de bedoehng van deze typering is de volgende: Hoe boeiend bepaalde passage in de Bijbel ook kunnen zijn en hoezeer we er ook door meegenomen worden, ze hebben een verkondigende spits. Ze staan onder het voorteken van het opdat. Er zit een boodschap van God in. De Geest doet er iets mee. Hij doet iets met ons. De Schrift is ons gegeven om ons tot geloof te brengen en bij het geloof te bewaren.

Het is opvallend hoe vaak wij deze „opdatstructuur" tegenkomen. Ik wijs u in dit verband op twee schriftplaatsen. Allereerst 2 Timotheüs 3 : 16: „Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is, opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk vohnaakt toegerust." Deze plaats geeft küp en klaar aan wat het doel van de Schrift is: Wijsheid tot zaligheid en toerusting tot dienst. Hiertoe is de Schrift noodzakehjk voor ieder mens.

Verder noem ik u een woord uft de Romeinenbrief. In het 15de hoofdstuk schrijft Paulus: „Al wat tevoren geschreven is, dat is tot onze lering tevoren geschreven, opdat wij door hjdzaamheid en vertroosting der Schriften hoop zouden hebben" (Rom. 15:4). Weer dat „opdat..." Waar het de apostel in deze laatste woorden om gaat is dat wij door naar de Schrift te luisteren en naar haar te handelen, de hoop vasthouden. Wij bhjven hopen.

Is dat niet een geweldige bemoediging? Hoe vaak zijn wij niet de weg kwijt, zonder hoop? Misschien is dat voor u wel een verschrikkehjke reahteit. Inderdaad, als wij de Bijbel niet zouden hebben, hoe zouden we het uithouden? „Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed gebleven? " Hoe houden we het vol te midden van de beproevingen en alle lijden in ons leven? Als wij door de Schrift heenkruipen! Net als een bij, die door een bloem kruipt en er de honing uithaalt, zo kruipen wij door de Schrift, en worden nameloos getroost en bemoedigd. Een goed woord uit de Schrift dat in ons hart inslaat, is dat niet als een hartversterking? Het sterkt ons uithoudingsvermogen. Wij zien het weer zitten en kunnen er weer tegen. Door de omgang met Zijn Woord geeft God ons kracht tot verdragen.

Een evenwichtig dieet

Uit het bovenstaande zal voldoende duideUjk zijn dat de Bijbel voor ons dagelijks voedsel wil zijn. Als wij zeggen dat de Schriften betrouwbaar zijn, imphceert dat een intense omgang met de Schrift. Bij bellezen betekent: Naar Gods stem luisteren en met Hem in gesprek raken - antwoord geven, vragen stellen, dankbaar instemmen met wat God zegt.

Daar gaat een eerbiedige luisterhouding aan vooraf. Dan zeggen wij het Samuel na: Spreek Heere, Uw knecht hoort (1 Sam. 3 : 10). En het geheim van het gelovig bijbellezen is dat de Geest het hart opent. Zo komt er contact tussen de Geest in de Schrift en de Geest in ons hart.

Lezen uft de Bijbel mag meer dan een gewoonte zijn. ledere keer weer is het gedeelte van de Schrift dat ik lees een persoonhjke brief van God aan mij. Een persoonüjk woord. Zo mogen we dat zien. Al wordt het door duizenden anderen óók gelezen, toch is het persoonlijk. Zoals de postbode een handgeschreven brief afgeeft met uw naam erop, zo is ook de Bijbel geschreven voor u.

Hebben we - ik vraag het maar even tussendoor - niet vaak de gewoonte ons bij bellezen te beperken tot passages of boeken die bij ons geliefd zijn? Wanneer dat het geval is, leidt dit gemakkeüjk tot verkeerde ideeën over God en tot een onevenwichtig geesteUjk leven. Er was een tijd dat veel christenen er een zogenaamd „beloftendoosje" op nahielden. Dat zat dan vol met kleine kaartjes met allerlei beloften van God, zoals we die in de Bijbel kunnen vinden. Het was dan de bedoehng om er lukraak een kaartje uit te trekken. Dat diende dan als een geesteHjke „opsteker" voor momenten waarop je behoefte had aan inspiratie of bemoediging. Je kunt je ai^'ragen of zulke christenen er naast hun beloftendoosje ook niet een „gebodendoosje" of zelfs een „bedreigingendoosje" op na hadden moeten houden? Dat had een tegenwicht kunnen geven aan deze eenzijdige gewoonte. Teksten in doosjes kunnen nooit bieden wat de Bijbel ons in zijn totaliteit aanreikt.

Verder moeten we ons „bijbels dieet" ook zeker niet tot een paar vertrouwde psalmen en de vier evangeUën beperken. Laten we héél de Schrift lezen. Dat geeft een gezonde, evenwichtige voeding. Wanneer wij zo leerUng van de Schrift zijn, ontvangen we onderwijs; we raken overtuigd van zonde en van eigenwijsheid. Dat Woord zet ons weer op de voeten voor God en de mensen. We worden niet minder opgevoed in de gerechtigheid, zeg maar: Een levenswandel naar Gods wil, toegerust tot alle goed werk (2 Tim. 3 : l6, 17).

Wie zo met de Schrift omgaat, raakt er nooft in uitgelezen. Luther zegt: „Ik heb nu etteüjke jaren de Bijbel tweemaal per jaar doorgelezen. Als de Bijbel met een geweldige boom vergeleken kan worden, kan ik zeggen dat ik aan alle takken en twijgen geschud heb, omdat ik graag wilde weten wat eraan zat, en ik heb er telkens weer appels en peren afgeschud." Als wij zo bezig zijn, leren wij God kennen. Zo gaan wij Christus kennen. Zo gaan wij steeds meer wortelen in Zijn hefde, bouwen op Zijn beloften, roemen in Zijn werk. Denkt u dan in dU verband ook maar aan die regels van Cats:

Lees mij vrij zevenmaal, ja zeventigmaal zeven; Nog vat uw brein 't niet al wat in mij is geschreven. Hoe meer gij in mij zoekt hoe meer gij in mij vindt. Hoe meer gij in mij leest hoe meer gij mij bemint Meditatie

Ik zou tenslotte een warm pleidooi willen voeren voor meditatie. Wil de schriftlezing beklijven, dan is persoonlijke meditatie van groot belang. Er zijn mensen die met een vaste regelmaat de Bijbel lezen, terwijl dat Woord toch geen kracht oefent. Men gaat alleen phchtmatig met de Bijbel om. Maar laten wij de Schrift niet alleen lezen, maar deze ook overdenken Van belang is dat wij, wat we gelezen hebben, persoonlijk overdenken met eigen woorden. De boodschap van het gelezene dringt zo in ons door. Wij laten eerst de Heihge Schrift uitspreken en gaan haar dan naspreken. Dat vraagt aandacht en rust. Het veronderstelt niet minder dat wij onze eigen ideeën achterwege laten en er niet tussen komen. Zo mogen wij verwachten dat de Heere door Zijn Woord aan het woord komt in ons leven.

U zult mij toegeven dat dit alles haaks staat op onze tijd. De insteUing van veel mensen is gericht op de onmiddeUijkheid van het zien. We kijken, we bladeren, we drukken op de knop en de verschillende beelden trekken aan ons voorbij. We leven uitermate vluchtig. Maar wil het Woord van God wortel schieten in ons leven, dan is het zaak dat we, net als Maria, dat Woord bewaren en overleggen (Luk. 2 : 19). Lezen en herlezen, en zo de tekst laten werken, d.w.z. God laten werken in onze ziel en in ons leven. Vroeger zei men wel: Je moet de woorden en de zaken van de woorden herkauwen. Toch niet zo'n gekke uitdrukking!

Iemand die deze vorm van omgaan met de Schrift heel persoonhjk kende, was Luther. Hij geeft de volgende omschrijving van dit herkauwen. Hij zegt: „Het is niets anders dan dat men met gevoel nog eens tegen het Woord aankijkt en dat men het overdenkt met de grootste ijver, zodat men niet toestaat dat het, zoals het spreekwoord dat zegt, 't ene oor ingaat en het andere weer uft, maar zodat het bekhjft in het hart en naar beneden zakt en overgaat in het binnenste." Zo is het Woord werkzaam in het centrum van het leven. We dalen steeds weer af in de goudmijn van het Woord om er de rijkste schatten uit naar boven te brengen. We zeggen het de dichter van Psahn 119 na: „Ik ben vrohjker in den weg Uwer getuigenissen, dan over allen rijkdom. Ik zal Uw bevelen overdenken, en op Uw paden letten. Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw Woord zal ik niet vergeten" (Ps. 119 : 14-16).

De Bijbel... betrouwbaar, zeker. Een Woord om uit te leven!

Rijssen

G. van den End

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het doel van de Bijbel (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's