BRIEVEN AAN OUDERS (47)

Gezegend is het land dat een godvrezende koning heeft. Wel - Juda was gezegend met koning Josafat. Toch zijn er ook donkere bladzijden in het levensboek van Josafat. We lezen in 2 Kronieken 20:35, dat hij zich “verge-zelschapte” met Ahazia, de koning van Israel; en van deze Ahazia wordt vermeld dat hij “goddeloos handelde in zijn dood”. Uit de vriendschap van Josafat en Ahazia vloeide niet veel goeds voort. De Heere Zelf belette dat er gezamenlijk schepen werden gebouwd om het goud van Tarsis naar de koninklijke hoven te brengen. Erger was dat door die vriendschap de zoon van Josafat ging trouwen met een dochter van de goddeloze Achab. Door dit huwelijk raakte Josafat zijn zoon geheel en al kwijt. Hij volgde niet zijn vader in godsvrucht. Hij deed - zo staat geschreven - wat kwaad was in de ogen des Heeren. Toen hij zijn vader Josafat als koning opvolgde, liet hij al zijn broers, dus de andere zonen van Josafat, met het zwaard ombrengen, ’t Werd één groot bloedbad, één moordpartij.

Ik wil u erop wijzen dat de naam van Jorams zoon, de naam van Jorams kleinzoon en de naam van Jorams achterkleinzoon, dus drie namen: Ahazia, Joas en Amazia, alle drie koningen van Juda, niet voorkomen in het boek van het geslacht van Jezus Christus, zoals u dat leest in Mattheüs

1. Daar staat Joram gewon Uzzia. De drie genoemde namen zijn weggelaten, gewoon uitgewist. Ze zijn het niet waard geweest om vermeld te worden.

Welk een dure prijs, lezer, heeft Josafat moeten betalen voor zijn vriendschap. Hij dacht veel te verdienen aan zijn connectie met Israels koning, maar hij veiloor onnoemelijk veel!

Ouders aan u de viaag: wie zijn uw vrienden? U kunt redeneren dat u wat kunt beteken voor die buitenkerkelijke vrienden. Beter gezegd: voor die wereldse vrienden. Immers die hoeven niet altijd buitenkerkelijk te zijn! Staak toch dat geredeneer. We willen zoveel goed praten wat niet goed te praten is. Denk toch aan uw kinderen, ’t Zou zo kunnen gaan als bij Josafat. Uw dochter, uw zoon kan ook denken of zeggen: “misschien kunnen we nog wat betekenen voor die ander. Wie weet gaat hij of zij met ons mee naar de kerk”. Maardenk er toch aan dat de wereld zo sterk is. De zuigkracht van de wereld is zo groot. Achter de wereld staat de overste van de wereld: satan; en satan, Gods grote wederpartijder, heeft maar één begeerte namelijk om te verderven. Hij gunt er niet een aan de Heere.

Overschatten wij vaak niet onze kracht tegenover die van satan? Wij kunnen echt niet tegen hem op; en onthoud dat satan al zesduizend jaar ervaring heeft om mensenkinderen te verleiden.

Er is maar één raad: breek met alle wereldse vriendschap. Bid de Heere om kracht daartoe, ’t Blijft altijd nog gelden: “zeg mij wie uw vrienden zijn, en ik zal u zeggen wie gij zijt”. Zeker de opdracht om te getuigen blijft helemaal overeind. Daar doe ik niets van af. Dit is echter een andere zaak.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen