Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tweede geboorte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tweede geboorte

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welk een heerlijk vrij en soeverein Godswonder: terwijl de geschriften van Luther door de Roomse Kerk als ketters verworpen en verbrand worden, zetten zij tegelijkertijd ook menig hart in vuur en vlam. Zo mogen zij ook het middel zijn tot de radicale ommekeer in het leven van de latere opvolger van Zwitserse reformator Huldrych Zwingli (1484-1531).

Studerend in Keulen gaat de strijd, die ook daar woedt tussen de aanhangers van de roomse leer en de volgelingen van Luther, aan hem niet voorbij. Terwijl hij zich in beide standpunten verdiept, neigt zijn hart zich steeds meer en meer naar wat Luther op grond van Gods Woord leert. Bullinger raakt hiervan nog meer overtuigd als hij vervolgens ook een uitgave van het Nieuwe Testament aanschaft en daarin gaat lezen. Eerst met hulp van een commentaar van Hiëronymus, een kerkvader uit de 4e eeuw, in het Evangelie van Mattheüs en vervolgens ook in de overige Bijbelboeken. Bullinger besluit nu af te zien van zijn voornemen om monnik te worden binnen de Kartuizer orde en tenslotte komt er zo’n weerstand tegen de gehele roomse dwaalleer dat hij er zich meer en meer van afkeert (zie heruitgave Emil Egli: Heinrich Bullinger Diarium, Zürich 1985, p. 6).

In het zo-even genoemde dagboek, dat 1504 – 1575 omvat en in 1904 ter gelegenheid van zijn 400-ste geboortedag opnieuw uitgegeven is, lezen we dat hij juist in deze tijd de ‘Loci Communes’ van Melanchton in handen krijgt. Het is een korte samenvatting van de geloofsleer, welke door de vriend en medestrijder van Maarten Luther voor het eerst is uitgegeven in 1521. Zodra deze eerste uitgave verschijnt, wordt door vriend en vijand de belangrijkheid ervan onderkend. Net als zovelen in zijn tijd, wordt ook Bullinger getroffen door de heldere wijze waarop Melanchton telkens vanuit de Heilige Schrift rekenschap geeft van wat de leer die naar de godzaligheid is, inhoudt. Bullinger is zo ingenomen met deze uitgave van de ‘Loci communes’, dat hij erdoor aangespoord wordt om zich geheel en al te zetten tot het onderzoeken van Gods Woord. Naar zijn eigen getuigenis neemt dit onderzoek in de jaren 1521/1522 al zijn tijd in beslag. Hij is er dag en nacht mee bezet. In zijn bekende biografie over het leven en werken van Heinrich Bullinger wijst Carl Pestalozzi erop hoe hij op geheel eenvoudige en natuurlijke wijze vertelt van wat er innerlijk heeft plaatsgevonden (zie ‘Heinrich Bullinger, Leben und ausgewählte Schriften’, Elberfeld 1858, p. 16). In deze beslissende tijd van zijn leven worden de dichte nevels van de roomse leer opgelost door het opgaande licht van de evangelische waarheid. In een brief uit 1523 schrijft Bullinger: ‘Ik ben niet te rade gegaan met vlees en bloed, maar heb God om Zijn Geest gebeden en met nieuwe moed de Bijbel ter hand genomen’ (citaat bij Dr. M.A. Gooszen, ‘Heinrich Bullinger en de Strijd over de Praedestinatie’, Rotterdam 1909, p.4). Uit deze woorden blijkt wel hoe belangrijk het Woord des Heeren voor hem geworden is. Volgens Dr. F. van der Pol onderscheidt Bullinger zich hierin van bijvoorbeeld de humanisten in zijn dagen, die zich in hun wetenschappelijk bezig zijn laten leiden door de leuze ‘ad fontes’, dat wil zeggen: ‘terug naar de bronnen’. Bij Bullinger is het niet ‘ad fontes’, maar… ‘sola Scriptura’. Met andere woorden: alleen de Heilige Schrift is voor hem dé Bron en dé Norm. Volgens Bullinger is christen- zijn de geschriften van het Oude en Nieuwe Testament erkennen. De Schrift is niet alleen de mond Gods, maar ook het instrument van de Heilige Geest om het geloof te werken. Ze bevat de volledige leer tot zaligheid. (Dr. F. van der Pol, Gelovig Kruisdragen, Woerden 1993, p.24).

Bullinger heeft dit geleidelijk loslaten van Rome en haar dwaalleer niet ervaren als een breuk met de ware Kerk. Integendeel, hijzelf heeft deze breuk later beschreven als ommekeer in zijn leven, die van stap tot stap is verlopen: van de scholastieken, dat wil zeggen van de roomse schooltheologen uit de Middeleeuwen, naar de oude kerkvaders uit de eerste eeuwen na Chr. en van deze weer naar de Heilige Schrift als de zuiverste bron van de evangelische waarheid. Door deze ontwikkeling in zijn leven is hij dan ook niet buiten de Kerk komen te staan, maar is hij juist naar de Kerk toe geleid en mag hij vervolgens ook in haar midden een plaats ontvangen, ja! in die ene ware, apostolische, evangelische Kerk van Christus. Deze Kerk heeft hij lief en in zijn latere leven mag hij al zijn gaven en talenten aanwenden tot opbouw en uitbreiding van deze Kerk in Zwitserland en ver daarbuiten.

Betekent nu deze rustige ommekeer in zijn leven, dat deze geheel zonder innerlijke strijd is gepaard gegaan? Als dit het beeld is, dat opgeroepen wordt door wat we tot hiertoe geschreven hebben, dan moeten we dat inderdaad bijstellen. In een vertrouwelijke brief uit het jaar 1525 schrijft Bullinger aan zijn vriend Leo Judae (1482-1542) hoe hij ten tijde van deze grote verandering in zijn leven door grote twijfels in zijn ziel tot wanhoop gedreven werd. Bovendien ging het hierbij niet om bijkomstige zaken, maar juist om wat binnen de roomse leer het allerbelangrijkste is, namelijk de mis met daarin het misoffer, of ook genoemd ‘het onbloedige kruisoffer’. Deze twijfels werden niet opgeroepen door wat hij bijvoorbeeld bij Luther las, maar door wat hij hoorde binnen het klooster zelf. Binnen haar muren vinden, geheel overeenkomstig de gewoonte van die tijd, disputen plaats over allerlei zaken betreffende de geloofsleer. Zo ook over de mis. Daar het in dezen gaat om het hart van de roomse leer, is Bullinger er innerlijk zozeer bij betrokken, dat hij als het ware op het puntje van zijn stoel zit als hierover wordt gesproken. Echter, door wat hij hierbij hoort uit de mond van de Keulse theologen, komen er zoveel twijfels in zijn hart, dat hij er wanhopig van wordt.

Maar de Heere laat hem niet los. In 1521 mag hij door het licht van het Evangelie de rechte betekenis zien van dit Heilig Sacrament van het Avondmaal des Heeren. Wat is de Heere toch goed en wat is Zijn genade groot: in 1521 is Heinrich Bullinger nog geen 18 jaar oud en in verwondering mag hij al getuigenis geven van wat de Heere in zijn hart heeft gewerkt. Bovendien heeft de Heere hem niet alleen inwendig, maar ook uitwendig willen zegenen. Op deze zeer jonge leeftijd mag hij ook zijn voorbereidende studie afronden met de titel Magister artium en kan hij vanaf nu met de theologische studie beginnen. Een studie die hij, ondanks zijn lange voorbereiding daartoe, nooit heeft gevolgd, althans niet aan een universiteit…

Ds. A.C. Rijken, Gameren

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 2014

Kerkblad | 24 Pagina's

Tweede geboorte

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 augustus 2014

Kerkblad | 24 Pagina's