Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ander aanvaarden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ander aanvaarden

Bij het einde van kerkelijke procedures

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het moderamen van de Hersteld Hervormde Kerk wil afzien van verdere procedures tegen de Protestantse Kerk. Het adviseert de gemeenten zich neer te leggen bij de rechterlijke uitspraak dat je geen hervormde gemeenten kunt zijn buiten de Protestantse Kerk. Gaan twee kerken in de onderlinge verhouding een nieuwe fase in?

Ds. M. Messemaker en ds. E. de Mots vroegen op de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond (21 mei) naar mogelijkheden om ter plaatse de verhoudingen met de hersteld hervormde gemeenten te verbeteren en ons aan te sluiten bij de verzoenende woorden die dr. B. Plaisier in de richting van de Herstelde Hervormde Kerk sprak. Ik noemde dat toen ‘een opvallend en ook ontroerend signaal’, omdat deze predikanten in Monster en Goedereede een gemeente dienen die op verdrietige wijze de gevolgen van de scheuring ondervindt. Tot vandaag toe. Het geeft iets van hun intenties weer.

Kleine stapjes
De vraag is wel hoe reëel dit voorstel ervaren wordt door degenen die bij onderlinge gesprekken ter plaatse betrokken zijn. In veel dorpen is de breuk in de kerkelijke gemeenschap zodanig van aard dat herstel van verhoudingen nu niet aan de orde is, omdat er eerst sprake moet zijn van het elkaar voor Gods aangezicht aanvaarden. Dat is een weg van kleine stapjes.

Verklaring voor Recht
Eerst wat meer over de uitspraak. Hervormde gemeenten eisten in de zogenoemde Verklaring voor rechtsprocedure dat hun gemeenten na de vorming van de Protestantse Kerk in Nederland (in 2004) het recht hadden zich als hervormde gemeenten met behoud van naam en goederen voort te zetten buiten de Protestantse Kerk in Nederland. In de praktijk kwam dat er op neer dat zij een nieuwe kerk vormden, de Hersteld Hervormde Kerk. Doordat zij zich als de voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk zagen, beschouwden zij zich ook als eigenaar van de naam en de goederen van de oorspronkelijke gemeenten. Volgens de rechtbank echter ‘moet de slotsom zijn dat de gemeenten met alle andere hervormde gemeenten per 1 mei onderdeel van de Protestantse Kerk zijn geworden’.
Voor de kerken in Nederland is deze uitspraak van grote waarde. Het klinkt tegenstrijdig, maar ook hersteld hervormden zouden dankbaar voor de uitspraak moeten zijn. Immers, de rechtbank heeft onderstreept dat de overheid zich terughoudend opstelt als het gaat om zaken die de inhoud van het kerk-zijn raken, als de kerk een kerkorde heeft die voldoet aan de normen van een democratische rechtsstaat. Hier ligt een appèl aan alle gereformeerde kerken in Nederland om toe te zien dat haar kerkorde deugdelijk is, zodat inhoudelijke toetsing voor de burgerlijke overheid bij geschillen of losmakingen niet nodig is. Nu bekend is geworden dat diverse hersteld hervormde gemeenten in hoger beroep gaan, is de vraag of deze gemeenten de reikwijdte van hun verzoek aan de rechter inzien. Dr. B. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, zag in de uitspraak van de rechter een bevestiging van de keuze van de kerk om in haar kerkorde zelf een regeling af te spreken voor situaties waarin (delen van) gemeenten geen deel wensen uit te maken van de Protestantse Kerk in Nederland. Dat gebeurt op veel plaatsen door middel van de Commissie van Bijzondere Zorg.

Advies
Inmiddels heeft het hersteld hervormde moderamen de gemeenten geadviseerd niet verder te procederen. Waarom? Omdat, aldus ds. D. Heemskerk, de Protestantse Kerk ‘de zaken voorafgaand aan de fusie juridisch uiterst zorgvuldig had voorbereid’. Het ís dus gewoonweg niet mogelijk als hervormde gemeente los van het geheel van de kerk zelfstandig verder te gaan – al is die plaatselijke gemeente wel geheel autonoom als het om de inrichting van het gemeentelijke leven gaat.
In de voor en in 2004 veel verspreide brochure Vragen naar de weg. Een verantwoording in vraag en antwoord van het niet mee kunnen naar de PKN schrijven ds. A. Kot en anderen: ‘Voorts heeft de kerkenraad ook volgens het burgerlijk recht het recht om in dezen zelfstandig te besluiten’. Het moderamen erkent met zijn huidige overwegingen dat dit geen correcte voorlichting was.

Context
Ondertussen heeft de tijd ook haar werk gedaan. Het Nederlands Dagblad meldde dat ‘twee vroegere leiders van het verzet tegen de vorming van de PKN, de predikanten W.J. op ’t Hof en R. van Kooten, zich niet meer druk maken over de rechtszaak’. Dr. Op ’t Hof: ‘Hier op Urk lijd ik geen enkele pijn aan de fusie. (…) Zo zie je dat de mening van elk mens wordt bepaald door zijn eigen situatie.’ De context doet dus sterk mee in wat je belangrijk acht, althans voor ds. Op ’t Hof. Dat is veelzeggend en relativeert de forse bewoordingen die enkele jaren eerder geuit zijn.
Die relativering vinden we overigens niet bij het hersteld hervormde moderamen. Het schrijft dat het principe waardoor men op bijbelse, confessionele en historische gronden buiten de kerk is gebleven, nog altijd telt. Hier worden de zaken echter uit elkaar getrokken. Want de Protestantse Kerk is confessioneel (zij het niet onveranderd), historisch, geestelijk en dáárom ook juridisch de voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk. Er is een nadrukkelijke link tussen het principiële en het juridische.

Litteken
Die context doet in onze positiekeuze dus zeker mee. En het is dáárom dat we hier nog een keer aandacht vragen voor de relatie tussen hervormden en hersteld hervormden op het plaatselijke vlak. Dat het litteken blijft, is een goed teken en is nodig. Wie zou immers aan zo’n ingrijpende scheuring in het lichaam van Christus kunnen wennen? Wie zou niet meer stil staan bij het verdriet van de Zaligmaker over een breuk tussen degenen die Zijn Naam willen dragen? Het litteken zal zichtbaar moeten blijven, tot verootmoediging brengen.
Ondertussen wordt de pijn op zoveel plaatsen concreet ervaren, zijn velen nog niet toe aan het voorstel van ds. De Mots en ds. Messemaker. Niet omdat ze hun bedoeling niet willen honoreren en hun verlangen naar een goed samenleven, niet delen.
Wel omdat ze jaren van liefdeloosheid achter de rug hebben en dit nog niet verwerkt hebben. Wel omdat (zoals gebeurt!) een deel van de gemeente die op een ander tijdstip in de kerkdiensten houdt, al respectloos plaats neemt als de eigen eredienst nog bezig is. Wel omdat ze ervaren dat de breuk ook aan verkeerde voorlichting te wijten is, waardoor mensen misleid zijn en de gemeente zelf het slachtoffer is. Angst, pijn, verdrukking moet benoemd worden, om te kunnen komen tot genezing.
Het is onze opdracht deze gemeenten te bemoedigen en nabij te zijn in steun en daadwerkelijke betrokkenheid. Dat geldt ook predikanten als ze in de kérkelijke weg hun vrije beurten geven aan gemeenten binnen de Protestantse Kerk en zo op de meest geëigende wijze meewerken aan haar opbouw op het fundament Christus. Dwars door de gehavende situatie heen mag toch de trouw van God oplichten, omdat Hij doorgaat met de verkondiging van het evangelie, dat is de rechtvaardiging van goddeloze.
Die gemeenten ervaren naast het litteken en de blijvende gescheidenheid van families ook zegen, als mensen die ervoeren in de marge van het gemeentelijke leven te staan, hun plaats weer gaan innemen en zich weer verantwoordelijk weten voor de gemeente. Dat uit zich op veel plaatsen ook op financieel vlak. Hierdoor – en omdat nu hersteld hervormd geworden mensen op diverse plaatsen voor 2004 financieel al niet meer bijdroegen – kunnen soms minder mensen zorgen voor een sluitende begroting van de gemeente.

Bouwen aan haar welzijn
Gemeenten die gescheurd zijn, snakken ernaar om als gemeente van Christus – ondanks de gebrokenheid – gericht op de toekomst te bouwen aan haar welzijn. Behoefte aan het elkaar aanvaarden ter plaatse? Ja, omwille van de gemeenten zelf en ook omwille van haar getuigenis naar buiten.
Vorige week werd publiek dat het moderamen van de Protestantse Kerk gesproken heeft met het moderamen van de Hersteld Hervormde Kerk. Zou die aanvaarding van en respect voor elkaar in de dorpen een punt van gesprek kunnen zijn? Maar worden die verhoudingen ter plaatse niet steeds gefrustreerd door de artikelen van ds. A. Vlietstra te Katwijk aan Zee? Ja! Nog onlangs – en hij is niet alleen verantwoordelijk, want de redactie laat de bijdragen passeren – schreef hij in het Kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk: ‘Laat ons alert blijven en niet wijken van de positie die bij de vorming van de Protestantse onkerk werd in genomen.’ En: ‘Het lijkt er soms op dat enkele jaren druppels gieten uit het PKN-terminologie-potje zijn werk onder vriend en vijand heeft gedaan.’ Deze regels zijn van mijn kant een publieke oproep om met deze taal nu eens te stoppen.

Hart onder de riem
De uitspraak van de rechter waardoor duidelijk werd dat een gemeente geen goederen kan meenemen als ze zich losmaakt van het geheel van de kerk, is een hart onder de riem voor alle gemeenten die de afgelopen jaren veel geleden hebben. Tegelijk geeft de uitspraak ruimte voor onderling overleg, omdat we elkaar niet meer voor de rechter ontmoeten. Het is de Commissie van Bijzondere Zorg, die zich inzet om op basis van redelijkheid en billijkheid voorzieningen te treffen voor hersteld hervormde gemeenten.
Want, al menen we dat er – zeker na de Verklaring Verbonden met het gereformeerd belijden en het convenant van de classis Alblasserdam – geen reden was zich van de kerk los te maken, ook hersteld hervormde gemeenten moeten niet kerken in een fruitveiling, boerderij of sportcomplex.
Triomfantelijkheid heeft een christen nooit gepast. We zijn er hopelijk voorgoed van genezen. Ondertussen geloven we de kerk. Omdat – ik citeer prof. W. Verboom – ‘we geloven in de drie-enige God, Die grote dingen doet en Die zelfs in Zijn toorn des ontfermens gedenkt’. De kerk rust op de verkiezing van God, die zichtbaar wordt in de bedding van het verbond. De kerk, de plaats waar Christus met zondaren wil samenwonen – dat blijft altijd een niet te vatten en niet te maken wonder.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

De ander aanvaarden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's