Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zet dezen in het gevangenhuis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zet dezen in het gevangenhuis

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En gij zult zeggen: Zo zegt de Koning: Zet dezen in het gevangenhuis, en spijst hem met brood der bedruktheid en met water der bedruktheid.

1 Koningen 22 : 27 a.

Achab zit nog op zijn koninklijke zetel buiten de poort van Samaria en Josafat, de koning van Juda, zit nog naast hem. Rondom hen staan hun dienaren en de vierhonderd valse profeten.

Micha heeft deze profeten aangewezen als valse profeten, maar Achab neemt het niet ter harte. Micha heeft de waarheid geprofeteerd, maar daar wil Achab niet van weten. Hij aanvaardt het oordeel niet dat hem wacht, hij komt niet tot boetvaardigheid, hij gaat door in de weg van verharding.

Hoe kan het ook anders! De mens is van God afgevallen en alleen door de vernieuwende genade van de Heilige Geest gaat de mens luisteren naar de mond des Heeren, gesproken door Zijn knechten, en wordt hij zich van het gevaar bewust. Dat blijft dan niet zonder uitwerking. Dat is voor ieder persoonlijk nodig, maar ook voor ons land en volk, ja voor de gehele wereld.

De macht van Achab is nog groot. Hij heeft vele dienaren tot zijn beschikking, die naar zijn bevelen luisteren. Hij heeft Josafat naast zich, die niets doet om het kwaad over Micha te keren. Deze is als met stomheid geslagen.

De dienaren van Achab willen graag op bevel van Achab de profeet Micha terugvoeren naar de personen die hun genoemd worden, laten we zeggen de directeuren van de gevangenis. Die zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht die de koning van Israël meegeeft. We kunnen ons voorstellen dat ze al naar voren komen om Micha te grijpen en te voorkomen, dat hij zou ontvluchten. Maar daar is geheel geen gevaar voor. Micha gevoelt zich in de hand des Heeren. De Heere zal voor hem zorgen en zo kan Micha zich gewillig laten meevoeren door de dienaren van Achab.

Getrouwmakende genade hebben Gods getuigen op alle plaatsen nodig. Anders handelen ze als Petrus, die zijn Heere tot driemaal toe verloochende. Maar als ze op de Heere hun vertrouwen mogen stellen komen ze niet beschaamd uit en mogen ze alles aanvaarden, ziende op Hem Die alles overgaf aan Hem, Die rechtvaardig oordeelt.

De koning is ook niet uitgesproken. Hij is er niet tevreden mee om Micha te laten terugbrengen naar de plaats vanwaar hij hem heeft laten halen. Hij wil Micha goed laten gevoelen, dat hij zich de toorn van Achab op de hals gehaald heeft. Achab weet zich nog in te houden, maar zijn haat is wel zo groot dat hij het liefst Micha op staande voet had gedood, maar dat zou hem in grote ongelegenheid gebracht hebben, gezien de veldtocht die nog ondernomen moet worden. En al zou Achab ogenblikkelijk het leven van Micha hebben willen wegnemen dan zou hij dat niet hebben kunnen doen als de Heere dat niet gewild had. De Heere waakt over Micha.

Nu volstaat Achab met het luchten van zijn haat. Later zal hij met Micha afrekenen. Zo denkt hij. Voorlopig zal hij genoegen nemen met een strenge behandeling van Micha in het gevangenhuis. Het is met de vrijheid van Micha gedaan. De dienaren horen wat Achab opdraagt. En Micha hoort het ook. Het lijkt wel of alles tegen is. Niemand neemt het voor hem op, zelfs Josofat niet. Is alles tegen?

Dat lijkt maar zo, want de Heere is met hem. En dat houdt alles in. Zo de Heere voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven. De staatsgevaarlijke Micha moet streng behandeld worden in afwachting van het vonnis dat te zijner tijd uitgesproken en voltrokken zal worden. Zet dezen in het gevangenhuis. Geef hem een plaats bij de misdadigen, de opstandelingen. Jezus is ook met de misdadigers gerekend en tussen moordenaars gehangen aan het kruis.

In het gevangenhuis. Dat lijkt wel erg en het kan natuurlijk voor het vlees heel erg zijn. Maar we denken aan Jozef. De Heere was met hem. En aan Paulus en Silas, die in de gevangenis Gode lof zongen. En aan de apostelen, die verblijd waren dat ze om Zijns Naams wil smaadheid moesten dragen. En aan de vele martelaren, die er geweest zijn. In dagen van vervolging, in gevangenissen is niet te rekenen op menselijk medelijden. Daarvan is Micha echter niet afhankelijk. De Heere zal hem niet begeven en niet verlaten.

Het is in andere landen weer zover dat zij die voor de naam en zaak des Heeren uitkomen vervolgd worden. Wij kunnen nog in vrijheid de naam des Heeren belijden. Dat heeft Micha gedaan zolang dat kon, maar nu brak voor hem de tijd aan, dat hij in de gevangenis zou worden vastgezet en mogelijk zijn dagen en nachten in het gezelschap van misdadigers zou moeten doorbrengen. En dat niet alleen. Uitdrukkelijk geeft Achab bevel aan zijn dienaren, dat ze ook moeten zeggen in zijn naam: en spijst hem met brood der bedruktheid en met water der bedruktheid. Met andere woorden, hij zal slechts een zeer karig rant­ soen krijgen. Hij moet als een echte misdadiger wreed worden behandeld.

Ze hoeven in de gevangenis deze man niet te sparen. Hij moet het gewaar worden, dat Achab niet met zich laten spotten, dat hij het voor het zeggen heeft wat er nu en in de toekomst met die Micha zal gebeuren.

De barmhartigheden der goddelozen zijn wreed, zegt de Schrift. Dat zien we hier duidelijk. Achab ontneemt Micha de vrijheid hoewel hij niets gedaan heeft dan in getrouwheid het woord des Heeren verkondigen. Achab wil de gevangenis voor Micha tot een plaats der pijniging maken, hoewel hij niets gedaan heeft wat hem strafwaardig zou maken. Hier is geen recht, maar onrecht. Hier komt openbaar wat te wachten is wanneer onder de toelating des Heeren het onrecht gaat zegevieren.

Arme koning. Hij is dichtbij zijn eeuwige ondergang. Arme wereld, die straks geoordeeld wordt door de Rechter van hemel en aarde. Arme mens, die zich in vijandschap verhardt en buiten Christus leeft en sterft. Maar welgelukzalig zij die door de genade Gods getrouw mogen zijn, waar hun plaats dan ook is. De Schrift spreekt zalig die vervolgd worden om der gerechtigheid wil. Daar kan veel aan verbonden zijn. De Heere laat in Zijn Woord zien hoe het zijn zal aan het einde der dagen. De verschijnselen zijn er al in de wereld. Ook in ons land. Maar de Heere heeft gezegd: weest getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens. Het is enkel genade door Hem, Die getrouw alles volbracht heeft en nu verhoogd is aan Gods rechterhand en beloofd heeft: Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1981

De Banier | 8 Pagina's

Zet dezen in het gevangenhuis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1981

De Banier | 8 Pagina's