Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Afrikanisering van het Christendom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Afrikanisering van het Christendom

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

door Ds. SOLOMON M. MUTHUKYA, alg.

(1)

„Want zulke valse apostelen zijn bedriegelyke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. En het is geen wonder, want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts. Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaren zich veranderen als waren zij dienaren der gerechtigheid, van welke het einde zal zijn naar hun werken." 2 Cor. 11 : 13—15.

Vandaag leven we in de tijd van de „Trots der Naties". Iedere natie vindt zichzelf het best. Iedere natie wil in de wereld erkend worden als de natie met de beste historische achtergrond en met een authentieke cultuur en tradities. We zijn nu aan een punt gekomen, waarbij nationalisatie in de Kerk van Christus wordt geïntroduceerd. Mijn onderwerp staat in rechtstreeks verband met de Afrikaanse uitdrukking voor deze beweging, namelijk Afrikanisering van het christendom.

Afrikaanse theologie

Sommige Afrikaanse theologen roepen dat christendom en theologie moeten worden geaf rikaniseerd. Dit klinkt veel mensen goed in de oren, maar we moeten een paar voorbeelden hebben om te weten wat zij denken, als zij hierover spreken.

Zoals Mr. Kofi Appiah-Kubi het zei in het „All-Africa Conference of Churches" (AACC) Bulletin van juli-aug. 1974, luidt de definitie: „een theologie voortspringend uit het leven, de cultuur, de tradities en het geloof van het Afrikaanse volk in hun afzonderlijke Afrikaanse context..., daarbij rekening houdend met het feit dat Gods Zelfopenbaring in eerste instantie voor de gehele wereld is, en dat ieder ras naar vermogen iets van deze oorspronkelijke openbaring heeft gegrepen".

Over hetzelfde onderwerp zegt Dr. J. K. Agbeti uit Ghana: „Wanneer wij spreken over Afrikaanse theologie, dan moeten wij sekr. Oost-Afrikaanse Christelijke Alliantie bedoelen de interpretatie van de Afrikaanse volkeren van vóór Christus en vóór de Moslim wat betreft hun ervaringen met hun God".

Mr. Appiah-Kubi's verklaring wil laten zien dat iedere natie God op een andere manier ziet, afhankelijk van hun kennis en vermogen. Wat dit in feite betekent is, dat iedere natie ter wereld zijn eigen God had, die zij elk op hun eigen wijze vereerden, waardoor er veel goden in de wereld werden gema& kt. Dit is nu precies wat de naties in de wereld hadden alvorens het Evangelie van de ware God aan hen werd gepredikt. Dit was de situatie in Athene, toen Paulus de mensen daar een onbekende God tussen vele andere goden zag aanbidden.

Wanneer Dr. Agbeti zegt dat de Afrikaanse theologie moet beginnen ver voor het christendom in Afrika werd geïntroduceerd, dan zegt hij dat we terug moeten gaan in de tijd en uit moeten vinden hoe de Afrikaanse volken aanbaden, hoe zij hun offers brachten en langs welke weg zij hun God benaderden. Wanneer we dat doen zullen we het antwoord krijgen op de vraag, wat Afrikaanse theologie is. De apostel Petrus zegt ons dat wij „zijn vrijgekocht van de ijdele wandel, die van de vaderen overgeleverd is" (1 Petrus 1 : 18), terwijl Paulus ons oproept: staat vast en houdt de inzettingen die u geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onze zendbrief" (2 Thess. 2:15). De christen, van welk ras hij ook mag zijn, heeft een nieuwe overlevering ontvangen, waarmee hij zichzelf identificeert en dat is de Schrift en niet de overleveringen van onze vaderen (2 Cor. 5 f 17.

Onlangs uitgekomen Bulletins van de AACC waren gevuld met artikelen waarin deze Afrikanisering werd gesteund. Zij roepen christenen op om gemeenschap met hun dode voorouders te hebben, want „de dood van Christus is ook nog van toepassing op deze mensen..., en ook zij zijn ingelijfd in het lichaam van Christus" (juli-aug. 1974). „Er is voor christenen geen aanleiding om zich schuldig te voelen wanneer zij meedoen aan voorvaderlijke rituelen" (Ibid). „De AACC houdt vol dat voor de kerken van Afrika de tijd is gekomen om de Afrikaanse interpretatie van de Bijbel te geven" (jan.maart 1975). „Overgeleverde Afrikaanse beginselen en christelijke beginselen komen samen in de Eenheid van Overlevering en wel in de vorm, waarin het zich door de eeuwen heen een weg gebaand heeft, en die zijn oorsprong vindt in de scholen van... beginselen, die aan de voorvaders toebehoren" (Ibid). In de AACC literatuur, die ter inzage lag gedurende de Lusaka Conferentie in 1974 kon men het volgende gedicht lezen:

Onze God is zwart, Roep het door de wouden Van de heuvels naar de dalen Laat het in de dalen weerklinken: Onze God is zwart!

Professor John S. Mbiti is één van de voornaamste leiders van deze campagne voor Afrikanisering. Luister naar wat hij zegt in een interview met de „Sunday Nation" (Nairobi) 5 september 1971. Hem werd gevraagd of christendom beter was dan de traditionele godsdienst, waarop professor Mbiti antwoordde: „Er is geen wetenschappelijke maatstaf om aan te tonen of christendom beter is dan traditionele godsdienst of niet... Mijn persoonlijke mening is dat christendom iets aan de inzichten van de traditionele godsdiensten toevoegt, waardoor de waarde van de traditionele godsdienst wordt verhoogd."

Ds. John Gatu, Moderator van de Presbyteriaanse Kerk van Oost-Afrika en voorzitter van de AACC, wil dat de „Afrikaanse waarden en rituelen weer levend worden en ingevoerd in het dagelijks gebruik in de kerkelijke eredienst" ((Target, maart 1972). Hij stelt voor dat in een waarlijk Afrikaanse theologie in plaats van brood en wijn, vlees en water bij het Heilig Avondmaal moet worden gebruikt, omdat dit „meer van toepassing op de Afrikanen" is. (Target, febr. 1972).

Maar wij, als Nieuw-Testamentische christenen, kunnen niet terugkeren tot offeranden van dieren om de dood van Christus voor te stellen, want het eten van vlees bij het Heilig Avondmaal betekent dat een dier moet worden gedood. Christus is ééns voor de zonden gestorven en daarom kan men in dit verband niet meer bloed laten vloeien. En daarom is dit voorstel om vlees bij het Heilig Avondmaal te gebruiken een definitieve terugkeer naar de traditionele religieuze gewoonten en op dit punt hebben we de zeer sterke uitspraak van Paulus: Hun offeren is een offeren aan boze geesten en niet aan God en ik wil niet, dat gij in gemeenschap komt met de boze geesten. Gij kunt niet de beker des Heeren drinken èn de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heeren deel hebben èn aan de tafel der boze geesten" (1 Cor. 10 : 20 en 21).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 november 1975

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Afrikanisering van het Christendom

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 november 1975

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's