Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'Opwekking' onder kritiek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Opwekking' onder kritiek

DE LITURGIE IN HERVORMDE GEMEENTEN [lOB]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sinds jaar en dag worden verschillende bezwaren tegen de Opwekkingsliederen ingebracht. Dat betreft niet alleen de inhoud, maar ook de vorm.

Allereerst zijn er bezwaren die de vormgeving van de iederen betreffen. De melodieën liggen vaak wel goed in het gehoor, maar zijn muzikaal gezien doorgaans weinig verrassend en kwalitatief niet hoogstaand. Iets soortgelijks geldt veelal ook voor de teksten. Zeker als ze uit het Engels zijn vertaald, is de literaire kwaliteit ervan soms abominabel en de voorspelbaarheid enorm.
Als het om de vormgeving gaat, wordt soms ook bezwaar gemaakt (zoals zelfs het Wikipedia-artikel over opwekkingsliederen vermeldt) tegen de gebruikelijke begeleiding ervan door een piano of praiseband in plaats van een kerkorgel. Anderen vinden het daarentegen juist plezierig wanneer (ook) andere instrumenten dan het orgel ingezet worden voor de begeleiding van gemeentezang. Discussies hierover blijven vaak steken bij het bekende gezegde dat over smaak niet valt te twisten.

Therapeutisch jargon
Een tweede bezwaar werd enige tijd geleden puntig verwoord door dr. Stefan Paas, toen hij het oprukkend 'therapeutisch jargon' in met name de laatste tweehonderd nummers van de Opwekkingsliederen op de korrel nam. 'Wie de laatste tweehonderd nummers van de Opwekkingsbundel doorleest, ziet dat deze geschreven zijn met ca. tien trefwoorden, zoals 'pijn', 'verdriet', 'liefde', 'dichtbij/dichterbij', 'Vader', 'schoot' enzovoort. Het betreft hier duidelijk de warme, bevestigende, troostende kant van ons vocabulaire.'
Dit is volgens Paas heel andere taal dan die van zonde, bekering, genade en heiliging. Voormalig EO-directeur Ad de Boer is daarop aan het tellen geslagen, en kwam tot een andere conclusie. Van de laatste tweehonderd nummers bevatten slechts zo'n dertig het door Paas gewraakte therapeutisch jargon, en dan betreft het meestal (24 x) nog maar een enkel woord of zinnetje. Over Gods grootheid gaan daarentegen 55 liederen, over het werk van Christus zeker 35 en over de heiliging 18.
In een gesprekje dat ik met hem over deze gegevens had, gaf De Boer overigens aan dat de liederen die 'therapeutisch jargon' bevatten - liederen dus van het type 'U bent mijn schuilplaats Heer' - wel tot de meest geliefde en veel gezongen opwekkingsliederen behoren. Paas' opmerkingen zijn dus niet helemaal uit de lucht gegrepen.
Nu is er natuurlijk niets mis mee om al zingend bij God troost te zoeken voor in het leven opgelopen wonden en beschadigingen. Integendeel, Hij is een God die het geknakte riet niet verbreekt, maar het gewonde opzoekt om het te helen. De vraag is echter of deze thematiek andere, niet minder bijbelse noties niet op onevenwichtige wijze naar de achtergrond dringt. (Dat is overigens een vraag die we ons als psalmzingende gemeenten ook kunnen stellen, gezien het kleine aantal psalmen dat tot ons vaste repertoire behoort.)

Blinde vlek
Een derde bezwaar was onlangs inzet van een discussie in vrijgemaakt-gereformeerde kring, en betreft de vraag of de Opwekkingsliederen niet veel meer de sfeer ademen van wat Luther noemde de 'theologie van de glorie' dan die van de 'theologie van het kruis'. Hoe men deze beide aanduidingen ook precies opvat, wie kennisneemt van de inhoud van de Opwekkingsliederen kan niet om de conclusie heen dat de worsteling om ons persoonlijk behoud, de aanvechting van het geloof, maar ook het lijden van deze tegenwoordige tijd en de verborgenheid van Christus' koningschap er nauwelijks in bezongen worden.
Een van de samenstellers van de bundel, Kees van Setten, sprak in dit verband zelfs eerlijk van een blinde vlek: 'Wij hebben geen theologie van het lijden. De categorie van de overwinning overheerst nog steeds. Vandaar zoveel liederen over de Koning, de troon, de heerschappij van God' (in Een nieuw gezang, Sliedrecht 1992).
Klinkt in de psalmen, behalve het verlangen naar geborgenheid, ook de roep om gerechtigheid, in de opwekkingsbundel is die laatste notie nauwelijks terug te vinden.

Emotie
Een vierde en laatste bezwaar wordt krachtig verwoord door de Zeeuwse baptist A.P. Geelhoed. Hij wijst onder meer op de vele wat hij noemt 'zweefliederen' in de opwekkingsbundel, die een 'aanrakingstheologie' veronderstellen. Als karakteristiek voorbeeld noemt hij het veel gezongen lied 488, met als sprekend refrein:

Volgende week het slot van dit drieluik.

'Houd mij vast, laat uw liefde stromen.
Houd mij vast, heel dicht bij uw hart.
Ik voel uw kracht en stijg op als een arend;
dan zweef ik op de wind,
gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde.'

En het tweede couplet luidt:

'Heer, kom dichterbij dan kan ik uw schoonheid zien
En uw liefde voelen, diep in mij.
En Heer, leer mij uw wil,
zodat ik U steeds dienen kan
en elke dag mag leven door de kracht van uw liefde.

Terecht wijst Geelhoed erop (in een verhandeling op zijn website) dat zo'n lied nog een stap verder gaat dan het bidden om een aanraking door Gods liefde.
Dergelijke liederen 'zijn er muzikaal op ontworpen, gecomponeerd, om door het zingen van het lied zelf de gewenste aanraking (beleving) van God te krijgen. Om in een staat van contemplatie, van directe Godservaring te komen.'
Het lied is er dus op uit een 'gevoelsontmoeting' te bewerken, en de melodie is daarop afgestemd. Zo wordt de toon in het refrein bij de woorden 'houd', 'stromen', en 'liefde' bijvoorbeeld slepend lang aangehouden. Ook wordt toegewerkt naar een hoogtepunt door het tweemaal herhalen van het refrein met als slot nogmaals een stuk van het refrein. Je kunt je zodoende echt mee laten voeren door de emotie.

Typerend verschil
Is dat alles verkeerd? A.F. Troost sprak in dit verband over religieuze porno. Dat begrijp ik wel: de emoties worden immers door een uitgekiende melodische vormgeving kunstmatig opgewekt, zoals pornografie erop uit is kunstmatig seksuele emoties op te wekken.
Anderzijds moet men erkennen dat de muzikale taal van veel opwekkingsliederen gevarieerder is dan de Geneefse psalmmelodieën (zij het dat die laatste in hun eenvoud duurzamer en draagkrachtiger zijn).
Veel mensen voelen zich door die taal aangesproken. Men hoeft zich niet te beperken tot noten van hooguit twee verschillende lengtes, maar kan veel meer afwisseling aanbrengen. Men zou dus ook kunnen zeggen dat zo'n melodie niets organiseert of afdwingt, maar wel muzikale blokkades opruimt die de ervaring van Gods aanwezigheid kunnen remmen.
Dat neemt echter nog niet weg dat in dit soort liederen de dimensie van het geloof mijns inziens tekort komt. Wij worden niet behouden door wat we al of niet voelen, maar door het geloof in de betrouwbaarheid van Gods beloften. Maar liederen die dáárvan zingen, zijn in deze bundel - letterlijk en figuurlijk - minder in tel. In de Bijbel is ook sprake van een opstijgen als op adelaarsvleugels (Jes. 40:31), maar daar geldt die belofte degenen 'die de Heere verwachten'. Dat wil zeggen: die in Hem geloven, ook zonder Hem telkens te voelen. Dat lijkt me een typerend verschil.

Beklijven
Een laatste bezwaar betreft de snelle uitbreiding van het aantal Opwekkingsliederen. Wanneer jaarlijks een heel aantal liederen aan de bundel wordt toegevoegd, krijgen al die liederen dan nog wel de kans om te beklijven in het hart? Maar als ze niet beklijven, gaan ze ook niet tot het geestelijk bezit van de gemeente behoren. Of is daar misschien ook minder behoefte aan, omdat men met dit soort liederen meer iets van zichzelf uit dan iets van Gods kant 'int'? Juist wat dit laatste betreft zijn de psalmen onovertroffen: we uiten met de psalmen niet altijd eigen stemmingen, maar we brengen ons er vaak het 'nochtans' van Gods trouw en genade mee te binnen, soms tegen onze eigen gevoelens in. Veelmeer dan de opwekkingsliederen behoren de psalmen in al hun weerbarstigheid dan ook tot het geloofsgoed van de gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2007

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Opwekking' onder kritiek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2007

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's