Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Dinkelland van meester Bernink

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Dinkelland van meester Bernink

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan de rand van het Twentse dorp Denekamp staat het oudste natuurmuseum van Nederland. Het heeft een deftige Latijnse naam: "Natura Docet" (De natuur onderwijst). Die naam was een goede vondst van de heer J. B. Bernink, de stichter van het museum. Als onderwijzer liet hij zich door de natuur onderwijzen en doceerde hij die kennis ook. Door zijn ambitie werd het Dinkelland voor natuurliefhebbers ontsloten.<br />

Het is wel aardig om te memoreren dat in ons land de belangstelling voor de levende natuur door schoolmeesters werd gestimuleerd. Heimans, Thijsse en de heer Bernink, waren onderwijzers. Deze drie mannen hebben bijna een eeuw geleden de stoot gegeven tot het ontdekken van wat ons land aan schone en rijke natuur te bieden had. Bernink was bewoner van het Dinkelland. Hij kende de omgeving van Denekamp. Daarover schreef en vertelde hij. Aan hem danken wij ons oudste natuurmuseum.

Primitief begin
Het prille begin van het museum werd door meester Bernink zelf gelegd. Om de kinderen in school liefde voor, maar ook kennis van de natuur bij te brengen, besloot hij preparateur te worden. Hij wilde de kinderen en ook ouderen laten zien wat er groeide en leefde in hun prachtige woonomgeving. Door die activiteit ontstond in de woning van de onderwijzer een vlinder- en kevercollectie en een verzameling geprepareerde vogels. Eerst moest dat allemaal worden opgeborgen in de schoenmakerswerkplaats van vader Bernink. Ook de huiskamer en de slaapkamer werden geleidelijk volgepropt met al dat moois. Daardoor groeide de behoefte aan een gebouw voor een permanente tentoonstelling. In 1911 werd het geopend.

Prehistorie
Het museum ligt nu tegen Denekamp aan, want het dorp is gegroeid. Ook is er in het Dinkelland veel moois verdwenen. In het nawoord dat aan de in 1978 verschenen herdruk van Berninks boek "Ons Dinkelland" werd toegevoegd, staat dat duidelijk: "Veel, te veel is verdwenen, veranderd. Verreweg de meeste zandwegen zijn nu geasfalteerd, oude boerderijen gesloopt, de rogge vervangen door maïs, het landschap verarmd. Een aantal planten en dieren zijn zeer zeldzaam geworden of nagenoeg verdwenen. Toch is er nog erg veel landschappelijk en natuurhistorisch te zien en te genieten. De meeste in de tekst genoemde planten zijn er nog steeds te vinden, zij het soms alleen nog maar in enkele reservaten". Natura Docet heeft reeds tachtig jaar laten zien wat er in het Dinkelland leeft en groeit. Men krijgt daarvan een goed beeld in de landschappenzaal en in de vitrines. Wie echter deze zomer naar het museum gaat, wordt geconfronteerd met allerlei prehistorische dieren. Er kwamen in enkele maanden reeds 100.000 bezoekers naar kijken, vooral schoolkinderen. Dat is dus precies wat meester Bernink voor ogen stond, al was een dergelijke tentoonstelling in die tijd niet mogelijk.

Veronderstellingen
De heer Bernink nam de scheppingsdagen niet letterlijk, mad erkende de Schepper wel. In TERDEGE Maugus "Ons Dinkelland" schreef hij: "Is de Schepper dan minder almachtig, als wij gelooven, dat de aarde niet in zes dagen, maar in millioenen jaren zoo geworden is, als zij nu is, en... nog heden ten dage verandert?" Ik heb in Natura Docet een poos gekeken naar de Iguanodons, tien meter lang en vier meter hoog, met een gewicht van vijfduizend kilo. Die heeft volgens de wetenschappers ook in Europa geleefd. Van de Telmatosaurus kan men een deel van zijn achterpoot zien. Dit dier moet zelfs in Zuid-Limburg hebben geleefd. Wanneer? Een dergelijke tentoonstelling doet vragen rijzen. De gereconstrueerde skeletten laten zien hoe bij voorbeeld een Stegosaurus er ongeveer kan hebben uitgezien. Die leefde volgens het etiket waarschijnlijk zeventig miljoen jaar geleden. Veronderstellingen dus. Die hebben geen raakvlak met de zesde scheppingsdag, die volgens de Bijbel ongeveer zesduizend jaar achter ons ligt. Toen werden immers de landdieren en de mens uit het niet tevoorschijn geroepen. Het verschil in beschouwing en geloof is zo groot, dat gedachtenwisseling daarover nauwelijks zinvol is. Toch is het boeiend van deze tentoonsteUing kennis te ne-[> men. Er staan tot 20 oktober in het museum en de speciaal hiervoor geconstrueerde enorme hal niet slechts gereconstrueerde skeletten. Allerlei vondsten van originele skeletdelen, zoals fossiele schedels en botten, voetafdrukken en versteende diersilhouetten leveren het bewijs dat er in het verleden gigantische dieren hebben geleefd. De ontwikkeling kan ook anders worden beschouwd dan door meester Bernink werd gedaan. Wie gelooft in een almachtig God, Die eenmaal de doden uit het stof zal doen rijzen - ongelooflijk immers! heeft er geen moeite mee om te geloven dat in de wordingstijd van al wat leeft wonderen zijn verricht en wonderlijke dieren tot aanzijn zijn geroepen. Wie daaraan niet twijfelt, maakt zich over tijdsbegrippen niet zo druk.

Nog steeds boeiend
Wij zijn vrij snel uitgekeken op wat heel lang geleden waarschijnlijk heeft geleefd en gaan het Dinkelland verkennen. Om te zien wat er van die schoonheid is overgebleven. Want mooi is het nog steeds. Een bank op de hoek van de Paandersdijk en de Nijenhaerweg nodigt tot rusten in de schaduw. Opeens is het, na wekenlang regen en kou, volop zomer. De zon is warm, de wind is koel. Ideaal weer om te fietsen. Daarvoor leent zich deze streek bij uitstek. Er is stilte om ons heen en uitzicht naar alle windrichtingen. Hier is nog ouderwets boerenland. Er zijn geen saaie maïsvelden met voer voor loopstalkoeien, maar frisse weilanden vol roodbont vee. Het is geen strak en eentonig weiland, maar rijk met bosschages en houtwallen afgewisseld grasland. De boerderijen staan verscholen tussen bomen. Schijnbaar doelloos middenin het land groeien groepjes bomen of staat een oude solitaire eik. Hier kunnen de koeien op warme dagen de schaduw zoeken en ze doen dat ook graag. Slechts een enkele keer passeert een auto, een trekker of een fietser. De stilte wordt daardoor nauwelijks verstoord. Het is bijna half een. Hier houden de mensen zich blijkbaar nog aan een middagpauze en schijnt haast een onbekend woord. Het hoge loeien van een koe, vaag uit de verte, wordt afgewisseld door het rumoerige geroep van een stel scholeksters. De zangtijd is bijna voorbij, maar er zingen nog heel wat vogels.

Een groot moeras
We gaan naar Singraven. Lees eens hoe meester Bernink dat landgoed zag: "Van Bögelskamp tot Singraven is het een groot moeras, doorsneden met diepe slooten, terwijl de Kampbeek er midden doorstroomt. Het is een uitgestrekt moerasveengebied, waar riet en lischdodden en kreupelhout dooreengegroeid zijn als in een der mooiste hoekjes van ons waterrijke Holland of Friesland". Bernink schrijft ook over "een groote, heerlijke wildernis, waar Karekieten, Boschrietzangers, gewone Rietzangers, Sprinkhaanrietzangers, Watersnippen en Rietgorzen hun tenten hebben opgeslagen. Aan de overkant ligt een wild boschje waar goudvinken en merels nestelen en waar hoog uit klinkt de klokjesheldere zang van de Zwartkop. Hier vlogen eens vele IJsvogelvlinders en een paar exemplaren van de nog zeldzamere Weerschijnvlinder. Wij zien de staalblauwe Ijsvogel naar een vischje happen. Groote libellen glijden in wilde ren en happen, als de zwaluwen, vliegen en muggen in de vlucht." In "Ons Dinkelland" wordt een rijkdom beschreven die er helaas niet meer is. Maar wie in die streek gaat wandelen of fietsen, zal er veel schoons ontdekken. Flora en fauna zijn nog steeds boeiend en het landschap is rijk geschakeerd. Na 20 oktober kan men in het dan weer in oude stijl ingerichte Natura Docet over alle facetten van het Dinkelland worden geïnformeerd. Rondom Denekamp kan men ervan genieten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 augustus 1991

Terdege | 64 Pagina's

Het Dinkelland van meester Bernink

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 augustus 1991

Terdege | 64 Pagina's