Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eén lege notedop

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eén lege notedop

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een zeker koopman, op de reis, Door stormwind overvallen, Meent, dat het noodweer al zijn [vreugd, Voorgoed wel zal vergallen. Het schip, zijn schip, het had aan [boord,

Zeer x> ele kostbaarheden. Maar ach, wat baat het de Romein, Als schipbreuk wordt geleden? Als 't schip met man en muis [vergaat, Wat baten dan die schatten? Het ging ten onder met al 't geen, Het nu bleek te bevatten, 't Wordt aldoor nog onstuimiger, De storm neemt toe, en ziet, Hij roept zijn god Jupiter aan. Zulks was zo dwaas nog niet! Want een belofte wordt gedaan, In deze grote nood, — Ik bied U honderd ossen aan — Och red mij van de dood. De storm, ze mindert, en nu vindt Die arme, blinde man, Toch honderd ossen wel te veel, Waar 't ook met zeven kan! Dat was voor hem toch ook al veel, Zo dacht hij, wel te vree. En bij een rustige natuur, Koerst 't schip naar veilige ree. Maar, juist voor dat ze daar nog [zijn,

Verheft de wind zich zeer. y t Wordt storm opnieuw, en de [Romein, Belooft er honderd weer. Ook deze storm bedaarde, en Dan meent toch die Romein: Met één os zal god Jupiter, Ook wel tevreden zijn. Ja hoor, die ene is genoeg! Die leg 'k op 't altaar neer. Want na een wekenlange reis,

Keer ik behouden weer. Maar nu het leed geleden is. Denkt deze rijke man, Dat hij, inplaats van d' ene os, Een schaap wel offeren kan. Dat ene schaap is toch genoeg. Dan is mijn god tevree. Hij ziet dan dat ik hem toch geef, Het beste van mijn vee. Maar de Romein heeft het zo druk! Het wordt maar uitgesteld! En ach, die tempel is zo ver. Hij heeft 't zo druk met 't geld! Maar zijn geweten zegt: Betaal Hetgeen ge hebt beloofd. Of is die liefde voor uw god, Geheel soms uitgedoofd? Naar de afgelegen tempel gaat Hij eindelijk dus heen. Waar de Romein op zekere dag Maar.... zonder schaap verscheen! Hij liet het thuis! Het was te ver. Maar, in zijn opperkleed, Was 't dat hij om te offeren, Een zak met noten deed! Zijn die niet heerlijk? Jupiter, Is wis er door verblijd, Al is de koopman wel ietwat, Er mede over tijd! Ze zijn zo heerlijk, dat ook hij, Er niet afblijven kan. Hij smult, de notenvoorraad is Er wel geminderd van! Want toen hij bij het altaar kwam, Wat legde hij daar neer? Een os? Een schaap? Wat noten? [Neen!

Eén lege dop, niets meer! Zeg, zijn wij beter dan die man? Het strekt ons niet tot eer. — Maar, wordt betaald, 't geen werd [beloofd, Aan aller heren Heer?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1955

Daniel | 8 Pagina's

Eén lege notedop

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1955

Daniel | 8 Pagina's