Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De grote betekenis van de uitstorting des Heiligen Geestes door de verhoogde Middelaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De grote betekenis van de uitstorting des Heiligen Geestes door de verhoogde Middelaar

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

“Hij dan, door de rechterhand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes, ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort” (Handelingen 2:33)

Ons tekstverband bepaalt ons bij de diep verborgen maar heilrijke betekenis van de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag. Nadat Christus voldaan had en ten hemel gevaren is, daalde spoedig daarna de Heilige Geest neder met een geluid als van een geweldige gedreven wind en vervulde het gehele huis, waar de discipelen zaten. Er werden aanschouwd verdeelde tongen als van vuur, hetwelk zat op een iegelijk van hen. Wij lezen: “En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.”

De schare, dit wonder aanschouwende, is met twijfel vervuld. Als God wonderen doet, staat de wereld verbaasd en is met ontzetting vervuld. Geprobeerd wordt, zoals ook hier, Gods daden door spot te verdoezelen. Men zegt: “Zij zijn vol zoeten wijns.” Doch Petrus, ook nu weer de eerste (maar zo geheel anders dan voorheen), mag duidelijkheid brengen en het wordt hem vergund om van de heerlijkheid van zijn opgestane en verheerlijkte Meester te getuigen.

Petrus zegt, nadat hij erop gewezen heeft dat de gekruiste Christus de beloofde Messias was: “Hij dan, door de rechterhand Gods verhoogd zijnde.” Hij wijst er op, dat Christus die hoogste plaats der eer verkreeg door verheerlijking van het recht Gods. Dat recht immers, eiste Zijn plaatsbekleding voor al de Zijnen, Zijn dood, maar ook Zijn opstanding en hemelvaart.

“Door de rechterhand Gods verhoogd…” getuigt van het genoegen nemen van de Vader in de offerande van Christus tot verheerlijking van al Zijn deugden; tot herstelling in Gods gemeenschap van Zijn uitverkorenen. Dit verhoogd zijn van hun gezegende Middelaar spreekt van het onuitsprekelijke heil dat de kinderen Gods hierdoor verkrijgen. Hij doorbrak de gesloten hemelen en heeft in Zichzelf, Zijn volk aan de Vader getoond, gewassen in Zijn bloed en zonder vlek of rimpel. En nu leeft Hij, door de rechterhand Gods verhoogd, aan de rechterhand Gods om daar altijd ten goede werkzaam te zijn voor de Zijnen.

Hij opende door Zijn ingang de toegang tot de troon der genade, zodat dat volk dag en nacht mag toegaan in en door Hem, om barmhartigheid te verkrijgen en genade te vinden. Door Zijn Geest past Hij alles toe wat ze in Hem hebben. Hij houdt niet op voor hen te bidden. Hoe zwaar de strijd voor dat volk ook mag zijn tegen de driehoofdige vijand, hoe zwaar de zondenlast is, Hij zal niet toelaten dat de rechtvaardige wankele. Zij zullen niet omkomen, want ze zijn in Zijn handpalmen gegraveerd en er is geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn (Romeinen 8:1).

In het vervolg van onze tekst zegt de apostel: “En de belofte des Heiligen Geestes ontvangen hebbende van den Vader.” De zaligheid van Gods volk is uit God, door God, en tot God. Ze worden zalig omdat God het wil! Van eeuwigheid van God geliefd; naar het soeverein welbehagen des Vaders in Christus, als het Hoofd Zijner gemeente, verkoren. Het was des Vaders welbehagen Zich door de diepte van de val heen, soeverein te verheerlijken in doemwaardige schepselen. En het was de liefde van de Zoon tot de deugden van Zijn Vader, dat Hij Zich vrijwillig overgaf in het verbond der verlossing om als representerend Hoofd Zijner uitverkorenen alles aan te brengen wat nodig was voor de zaligheid van dat van eeuwigheid geliefde volk.

Tot volvoering van die beloften moest de Heilige Geest nederdalen. De Geest, Die Hem in de stilte der eeuwigheid door de Vader beloofd was. En Petrus zegt het hier, dat Hij die belofte nu heeft ontvangen. Hij voert hier een krachtig bewijs aan van de waarachtige verhoging van Christus, daar de Heilige Geest niet uitgestort kon worden, indien niet eerst verzoening door voldoening was gegeven. Na de volkomen borgtocht van Christus en Zijn wederopname tot de Vader, kan ook de Heilige Geest in Zijn Persoon op de dag van het Pinksterfeest nederkomen om in het hart van al Gods volk, in het uur des welbehagens te gaan wonen en in hun hart alles te gaan toepassen wat ze in Christus hebben.

Het is de Heilige Geest, Die dat volk aan hun doodstaat ontdekt, afstoot van alle valse rust en plaats maakt voor Christus en Zijn borggerechtigheid; hun oog ontsluit voor Zijn algenoegzaamheid en noodzakelijkheid. Hij leert hen echter ook, dat bedekking van de schuld nog geen rechterlijke toerekening is. Een van de Vader toegerekende Borg en Middelaar wordt dat volk noodzakelijk. Maar als ze in de vierschaar der conscientie worden afgesneden in Gods recht, dan is het ook de Heilige Geest Die dan de ziel verzekert van vergeving van schuld en straf en van een recht op het eeuwige leven en dat op grond van de tussentreding van Christus. Dus mogen ze hun Borg omhelzen en het uitroepen: “Hij is de mijne en ik ben de Zijne!”

Petrus spreekt verder nog in onze tekst van“zien en horen.” Menigmaal wordt de werking van de Heilige Geest vergeleken bij de wind, die in zijn door niemand te keren kracht doortrekt en de sterkste ceder breekt. Dat zien we op de Pinksterdag zo duidelijk vervuld worden. De Heilige Geest vervult “onwederstandelijk” het hart en geeft door Zijn bediening te spreken. Op de Pinksterdag was het zo geheel anders dan in onze donkere en doorvloeiende tijd. Men gaat er zo gemakkelijk van uit dat een uiterlijk vroom en godsdienstig leven voldoende is om niet te twijfelen aan de zaligheid. Gods werk bleef toen en ook nu nog niet verborgen. Hoort die door Gods Geest bearbeid zijn het maar uitroepen, toen zij verslagen werden in hun hart: “Wat zullen wij doen, mannen broeders?”

Dat mocht ook voor u de vrucht van de Pinksterdag zijn, als ge nog een vreemdeling zijt van het leven dat de Heere door Zijn Geest in de harten van Zijn uitverkorenen werkt. Wij hopen, dat u mag leren, dat het aan uw kant kwijt is om uit uzelf nog ooit met God verzoend te kunnen worden. Maar dat u ook in de toepassing voor uw ziel mag delen in de verlossing die in Christus is. Wanneer we daar vreemdeling van blijven, zullen we Hem eenmaal als onze Rechter zien en onze eeuwige veroordeling horen.

En het volk, dat het in waarheid om God te doen is, vergunne de Heere, met de Pinksterschare, de toepassing van Christus en Zijn gerechtigheid door de Heilige Geest te ontvangen. En die door Gods genade dat deelachtig zijn, vergunne Hij de gedurige inwoning des Heiligen Geestes te ervaren, opdat zij met al Gods gunstgenoten veel mogen melden de overvloedige lof des Heeren Heeren, zoals de Geest hen geeft uit te spreken.

— Rev. L. Rijsken

(1902–1969)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2005

The Banner of Truth | 28 Pagina's

De grote betekenis van de uitstorting des Heiligen Geestes door de verhoogde Middelaar

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2005

The Banner of Truth | 28 Pagina's