Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luthers visie op het onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luthers visie op het onderwijs

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

RONDOM DE REFORMATIE

Reformatorische scholen

/fTT"^ onze samenleving en zeker in onze krin- Q_^ gen is het „reformatorisch onderwijs" ingeburgerd. We sturen onze kinderen graag naar scholen, die aansluiten op de opvoeding in onze gezinnen en de leer waaronder we opgaan in gemeente en kerk. Intussen is wel een waardevermindering opgetreden. Vroeger waren er „scholen met de Bijbel" of „christelijk(e) nationale scholen" of was er sprake van „gereformeerd onderwijs" maar deze bijvoegUjke naamwoorden zijn velen te gering en zo kwamen er „reformatorische scholen". Wel moet gezegd dat onze kinderen bepaald niet in een reformatorische wereld komen te staan!

Nu in dit nummer van ons weekblad bijzondere aandacht aan de Reformatie wordt gegeven, zo rond de 31e oktober, is het wel zo aardig en zo goed eens na te gaan wat „de man van de 95 stel- Üngen" over het onderwijs heeft opgemerkt.

Roeping en goddelijk beroep

Duidehjk had Luther gezien dat de toekomst van de Reformatie menseUjkerwijze afhing van het toen opgroeiend geslacht. Het rooms-katho- Uek onderwijs had niet willen weten van de vrijheid en de verantwoordeUjkheid van de mens in de hoogste dingen, die dus de verhouding tot God aangaan. Maar de betekenis van de enkele mens voor Gods Koninkrijk en de roeping om allen mede-arbeiders in dat Koninkrijk te zijn onderstreepte het belang van deze beide. Onderwees voorheen een geestehjke, een monnik of een non de Heve jeugd nu werd dat de roeping van hen die Gods genade hadden ervaren in hun leven. In plaats van met een bedelzak langs de huizen te gaan, wat ook Luther zelf had moeten doen. kwam nu de dagelijkse taak bovenaan te staan. Heeft elk mens van zijn Schepper de roeping gekregen een taak te verrichten en een goddelijk beroep te vervullen, dan moesten rijken zowel als armen daarop zo goed mogeüjk worden voorbereid. Luther prentte het de mensen in „onderwijs moet omdat God het eist; onderwijs moet omdai dit eeuwige betekenis heeft".

Doel

Hoofddoel van het onderwijs is voor Luther gebleven de godsdienstige opvoeding. Maar \\< ] sloot zijn oog niet voor de maatschappehjk.' waarde ervan. Het onderwijs moet de belangstelling van de leerhng wekken voor de vele schatten die God geeft in de natuur en hij moet leren „ver om zich heen te kijken". Hoe nuchter Luther was bhjkt uit zijn woord „al had de mens geen onsterfeüjke ziel en al behoefde hij geen taal te leren om de Heihge Schrift te kunnen lezen en tot Gods eer te leven dan zou er al voldoende reden zijn de beste scholen op te richten voor onze jongens en meisjes, omdat onze maatschappij bekwame mannen en vrouwen nodig heeft."

Vakken

Tegenwoordig moeten onze jongeren die voortgezet onderwijs volgen al spoedig vakkenpakketten samenstellen. Dat is best moeilijk, vooral als ze nog niet weten wat ze willen worden en welke kant zij later willen uitgaan. Welk pakket stelde Luther nu samen voor de scholen die hij, om te beginnen, voor elk kind nodig achtte? Wel, dan zien we in het rijtje achtereenvolgens door hem genoemd „Duits, geschiedenis, muziek, rekenkunde, natuurkennis en gymnastiek!" Hij noemde in zijn tijd twee uren onderricht per dag voor de jongens en meisjes genoeg. „Dat is kort", zullen ouders zeggen! „Machtig, dat is fijn", zeggen jongeren! Waarom die korte duur van de school? Luther had de voortreffehjke onderwij s-methode van Melanchton leren kennen en het viel hem verbazend gemakkelijk talen te leren. Maar Luther was ook poUticus! Tegen het onderwijs werd als bezwaar ingebracht dat het de jongens van een vak en de meisjes van de huishouding zou aftrekken. „Malhgheid", zegt Luther; „de school vraagt zo weinig tijd dat er nog genoeg overbhjft voor werkplaats en keuken!" Hij had er ook een beetje vertrouwen in, dat als men maar een keer begonnen was er wel meer uren zouden bijkomen. Dat gebeurde ook prompt!

Onderwijsplicht

Luther benadrukte om te beginnen dat het de phcht was van de ouders om hun kinderen naar school te sUiren. Maar als deze dat niet deden? Vandaar dat Luther de overheid er op aansprak. „Want als de ouders nalatig bleken moet het onderwijs dan maar niet gegeven worden? Moeten onze kinderen dan maar schade hjden? Veel ouders kunnen zelf hun kinderen niet leren. De ouders kunnen ook zelf geen onderwijskrachten aantrekken. Zorgt onze overheid voor muren, wallen en geschut ter bewaking van onze steden, onze burgerij draagt nog veel meer bij tot bewaring en opbouw van deze."

Wanneer de overheden bezwaar aantekenen wegens de hoge kosten omdat ook de burgers daarin niet of veel te weinig willen bijdragen zegt Luther tegen de overheidspersonen „houdt de burgerij dan maar eens goed voor hoeveel geld en goed ze voorheen moesten opbrengen voor aflaatmissen, nachtwaken, testamenten, kerkehjke jaardagen, bedevaarten en alle dergeUjke rommel meer. Nu ze door Gods genade van deze

rommel, van dat roven en geven zijn vrijgemaakt, zouden ze dan niet uit dankbaarheid een deel van dat geld willen geven voor de opvoeding van kinderen waaraan het zo nuttig besteed wordt? Hadden ze het Ucht van het heiUg Evangehe niet gekregen, dan moesten ze nu nog aan die rovers voor louter ijdele dingen nog veel meer betalen en in de eeuwigheid nog meer Willen ze geen geld voor scholen geven dan zit daar gewis de duivel achter, die zich niet zo bezorgd maakte toen zij het geld met hopen voor kerken en kloosters gaven. De duivel voelt wel dat het onderwijs zijn zaakje niet dient. Dus goede heren, wederstaal hem hierin als uw en onze grootste vijand. En het is u billijker honderd gulden uit te geven voor de opvoeding van een bekwame jongen dan een gulden voor de strijd tegen de Turken."

Ik gaf u dit lange citaat om u in Luthers hart te laten kijken wat de scholen betreft. Wat een heerhjke en nuchtere geloofstaal!

De scholen in Luthers preken

Wanneer Luther preekt komt hij vaak op het onderwijs terug. Karakteristiek zijn de volgende zinnen uit zijn preken: „Laat toch varen die rare mening dat land en rijk behouden worden door harnas en vuist, de koppen en de boeken moeten het doen. Veracht ge echt de geleerde daar hij met een ganzeveder en maar drie vingers werkt? Vergeet dan niet dat hij werkt met het beste stuk van heel zijn Uchaam, het hoofd; met het edelste hd, de tong; met de grootste kracht, het verstand. Zal ik u eens wat vertellen? Een edelman zei eens tot mij „ik wil mijn zoon laten leren, want het is geen kunst twee benen over een paard te laten neerhangen, aan elke kant één en een ruiter te worden, dat heeft hij gauw genoeg beet." Ik noem dat verstandige praat van die edehnan. En in het gericht dat straks komt ben ik ervan overtuigd dat een vrome schoolmeester ver boven alle pausen zal worden gesteld." Ook op zijn vele visitatiereizen, waarbij hij steden en dorpen bezocht, spande hij zich zeer in voor het onderwijs. Vaak moest hij aandringen op verhoging van het onderwijs-peil. Een enkele keer werd hij geweldig verrast daar hij schoolmeesters ontdekte die jonge kinderen al Grieks en Hebreeuws leerden opdat zij de HeiÜge Schrift in de grondtaal zouden kunnen lezen!! Maar hij vond dat soms meer pedanterie van de onderwijzers dan wijsheid voor de leerhngen.

Straffen op school

Luther heeft zich ook ingelaten met „schoolstraf'. Hoewel hij niet - en mogehjk was hij daarin ook een beetje kind van zijn tijd - alle lichameUjke straffen verbood, zag hij wel het grote gevaar ervan in. Met al het slaan en stompen op de school die hij in zijn jeugd in Mansfeld had ondervonden had hij niets geleerd, was hij veeleer een angstig en schuw jongetje geworden. Nog een paar opmerkingen van Luther: „Een onderwijzer moet kunnen onderscheiden tussen een kwajongensstreek en echte slechtheid. Veel dwaze meesters bederven fijn aangelegde geesten met razen, te keer gaan, slaan en stompen. Het opzetten van ezelsoren maakt van de leerlingen ondeugdehjke martelaren. Sommigen gaan met hun leerhngen om als een beul met een dief." Die woorden, ook in preken geuit, maakten grote indruk. Overigens nam hij het ook voor de leerkrachten op.

Baanbrekend werk

We sluiten deze bijdrage af. Luther verrichtte reformatorisch baanbrekend werk op het terrein van het onderwijs. Hij heeft de zegeningen van de wetenschap, toen vaak in handen van humanisten, die aan hun aristocratische geest moesten bezwijken, weten te bewaren voor het gewone volk. Hij bevruchtte dat onderwijs met zijn diep geloof in God en stelde dat als eis van Hem aan de overheden en aan de burgerij, opdat en zodat dit binnen het bereik van allen zou kunnen komen. Armen en sociaal-zwakken met een kleine beurs stelde hij niet achter bij de rijken, die alles zelf konden betalen. We eren de Duitse hervormer ook als voorvechter van goede scholen, van belang voor de maatschappij en voor de eeuwigheid.

Apeldoorn

W.Chr. Hovius

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Luthers visie op het onderwijs

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's