Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bewakers van het Luchtruim

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bewakers van het Luchtruim

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terroristen in de Verenigde Staten gebruikten om een verwoestende aanslag te plegen, en verderf. De mensheid u;as geschokt. deïlijk extra scherp in de gaten gehouden indringers. Zo ook in Nederland. De paraat om enkele F-16*s de lucht in te stueen jaar geleden enkele grote vliegtuigen De uolgetankte luchtreuzen zaaiden dood Wereldwijd werd het luchtruim onmidmet het oog op eventuele uijandeüjke geuechtsleiding in Nieuw Milligen was ren als dat nodig zou zijn.

Te midden van de Veluwse bossen tussen Apeldoorn en Garderen is het vierentwintig uur per dag een en al bedrijvigheid. Voor de willekeurige voorbijganger onzichtbaar, omdat het terrein van het Air Operations Control Station (AOCS) van de Koninklijke Luchtmacht hermetisch afgesloten is en de meeste activiteiten er ondergronds plaatsvinden. Slechts de grote radarkoepel die boven de bomen uitsteekt, verraadt dat er enig technisch vernuft tussen de bomen te vinden is. Het AOCS herbergt drie squadrons. Het Control and Reporting Centre (CRC) vormt de gevechtsleiding van Nederland. Dit 710 CRC Squadron moet het luchtruim boven Nederlands grondgebied en territoriale wateren beschermen tegen vijandelijke indringers. Ook een groot deel van de Noordzee is door de NAVO onder het controlerend oog van het CRC gebracht. De twee krachtige radars van de gevechtsleiding detecteren de vliegtuigen. Die worden na een hoeveelheid complexe computerbewerkingen zichtbaar op radarschermen. Zo kan het CRC vliegtuigen identificeren en blijven volgen zolang dat nodig is. „Als we een vliegtuig identificeren als vijandig, staan er 24 uur per dag F-16's klaar om het vliegtuig te onderscheppen", vertelt de commandant van de gevechtsleiding, luitenant-kolonel A.H.L. van Happen. „Een vliegtuig kan onbekend zijn door het ontbreken van een vluchtplan. Ook kan het een toestel zijn dat uit een land komt waartegen de Verenigde Naties sancties hebben afgekondigd." Het CRC helpt ook mee bij het traceren van smokkelvluchten. „Smokkelaars dienen vaak geen vluchtplan in en hun vliegtuigje is dan al snel verdacht. De handel in sigaret ten floreert. Vanuit Oost-Europa worden grote partijen ingevlogen en hier verkocht of doorgevlogen naar Engeland. Die sigaretten wegen bijna niets. Een volgepakt vliegtuigje is dus uiterst lucratief", aldus Van Happen.

Marineschepen
Het 710 CRC Squadron is overal inzetbaar. In 1995 kreeg de eenheid mobiele computerapparatuur. Vanaf 1999 is het mogelijk de computer vanaf elk defensieonderdeel in Nederland in te pluggen en via modemlijnen verbinding te maken met de radar in Nieuw Milligen. „Daarmee werd het voor ons mogelijk om missies en gevechtsoefeningen vanaf bijvoorbeeld de vliegbasis Leeuwarden te begeleiden", zegt Van Happen. „Bovendien krijgen we dit jaar ook een geautomatiseerde verbinding met de radar van marineschepen. De radardekking wordt op deze manier steeds beter. Dat is ook nodig. Een vliegtuig dat 10 kilometer hiervandaan op 300 meter hoogte vliegt, kunnen wij traceren. Als het toestel 250 kilometer verderop boven zee vliegt op dezelfde hoogte, kunnen onze radars het niet meer zien door de kromming van het aardoppervlak. In zo'n geval is het handig als een marineschip op de Noordzee zijn radardetectie aan ons doorsluist, waardoor ons computerbeeld identificaties geeft van alle vliegtuigen in 'ons' luchtruim."

Argentijns toestel
De identificatie van vliegtuigen is een fascinerend gebeuren. In een bunker onder de grond lichten vele stippeltjes en lijntjes groen op. De gevechtsleiders zitten rustig en geconcentreerd achter hun schermen. Hun ogen volgen de vliegbe- wegingen van burgerluchtverkeer en militaire toestellen. Op het scherm is een kaart van Nederland te zien met daarop de zogenaamde vijf hoofdroutes vanaf Schiphol, liassen de grote wegen van de civiele luchtvaart liggen de gebieden waarin zich het militaire luchtverkeer beweegt. Plotseling verschijnt er op het scherm een toestel dat rechtstreeks afstevent op de oefengebieden boven de Waddenzee. F-16's zijn daar bezig met oefenvluchten. De gevechtsleiders komen in actie. Het naderend 'gevaar' wordt met een druk op de knop geïdentificeerd als een Fokker-toestel van de KLM dat is vertrokken uit Londen met bestemming Schiphol. Het vluchtplan geeft een merkwaardige route aan die via de Waddeneilanden loopt. Merkwaardig of niet, het vliegtuig had in ieder geval een vluchtplan. Niet verdacht dus. De gevechtsleiders maken contact met de bemanningen van de F-16's en geven instructies die de toestellen bij de KLM-vlucht vandaan moeten houden. Even later is op het computerscherm te zien hoe de F- 16's afbuigen. Met een plof belandt er een fax op het bureau van een van de gevechtsleiders. Een Argentijnse Fokker-28 wil op 10 april naar de luchtmachtbasis Woensdrecht voor onderhoud. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft toestemming gegeven. De fax komt in het CRC om de gevechtsleiders op de hoogte te stellen van de komst van een Argentijns militair toestel. Die mag er namelijk niet zonder papiertje in. Een van de gevechtsleiders vertelt: „De komst van de Fokker wordt voor 10 april opgenomen in ons systeem. Zo gauw hij op ons scherm verschijnt, krijgt hij de naam 'zombie'. Dat wil zeggen dat het een toestel is dat eigenlijk niet ons luchtruim in mag, maar hiervoor goedkeuring heeft gekregen van het ministerie. Met andere woorden: op deze vlucht hoeven we geen speciale actie te ondernemen."

Samenwerking
Een ander onderdeel in het AOCS is het 711 MilATCC Squadron. Het Military Air Traffic Control Center vormt de Algemene Militaire Verkeersleiding in Nederland. Het squadron moet ervoor zorgen dat al het militaire en burgerluchtverkeer veilig en ordelijk verloopt in de gebieden die het zijn toegewezen. In grote lijnen zijn dat de gebieden die liggen tussen de vijf hoofdroutes voor het civiele luchtverkeer van en naar Schiphol. Het MilATCC zorgt ervoor dat militaire vliegtuigen niet met elkaar of met civiele vliegtuigen in botsing komen. Daarbij maakt het centrum gebruik van moderne radar-, computer- en communicatiesystemen. In haar ondergrondse bunker krijgt de verkeersleiding informatie van een netwerk van radarstations uit binnen- en buitenland. Het verkeersleidingsysteem PHAROS II zorgt voor schermweergave van vliegbewegingen en combineert dit met vluchtplangegevens van vliegtuigen van zowel de civiele als de militaire luchtvaart. Zo kan ze dus bepalen op welke hoogte een toestel moet vliegen om niet in botsing te komen met een collega. „In een luchtruim dat zo vol is als dat van Nederland, is een goede begeleiding van vluchten nodig", vertelt luitenantkolonel M. Venema, de commandant van het MilATCC. „We hebben een goede samenwerking met de civiele verkeersleiding. In het buitenland, bijvoorw^-^' beeld in Frankrijk, zijn de verkeersleidingen van de militaire en de civiele luchtvaart vaak strikt gescheiden. Het voordeel van samenwerking is dat je filevorming in de lucht kunt voorkomen. Als de hoofdroutes van het civiele luchtverkeer te vol zijn, kunnen wij toestellen voor de burgerluchtvaart toestemming geven door onze militaire oefengebieden te vliegen."

Traumahelïkopter
De bunker van het MilATCC is er eentje om u tegen te zeggen. Om in de streng beveiligde bunker te komen, moet eerst een groot aantal sluizen en deuren gepasseerd worden. Eerste luitenant W. de Rode van de afdeling public relations geeft een rondleiding. Pasjes komen te voorschijn, deuren schuiven open en hekken klikken. Onderin de bunker heerst een gezellige bedrijvigheid. Een grote balie vormt het centrum van de ondergrondse ruimte. Langs de muren zijn computersystemen en radarschermen opgesteld. Achter ieder paneel zit een verkeersleider met zijn assistent. Het radarscherm krioelt van groengekleurde lijntjes en pijltjes. Zij vertegenwoordigen militaire, maar ook civiele toestellen. De militaire oefengebieden zijn duidelijk aangegeven. Ook de vijf hoofdroutes van en naar Schiphol zijn duidelijk te traceren. Luitenant De Rode geeft een demonstratie. Vanuit de noordoostelijke civiele route nadert een toestel van Japan Airlines (JAL). Slechts een groen pijltje geeft aan in welke richting het toestel vliegt. De letters JAL geven aan van welke maatschappij het toestel is met daarbij het vluchtnummer. Het nummer 350 laat zien op welke hoogte het toestel vliegt; 35.000 voet. In een handomdraai vraagt De Rode meer gegevens op van het toestel. Het blijkt te gaan om een Boeing 747- 400, die op weg is van Japan naar Londen. Als het moet, kan de verkeersleider ook nog gegevens opvragen over het aantal passagiers. In de oefengebieden boven de WadWadden vliegt een DC-10 tankvliegtuig van de basis Eindhoven. Een symbooltje op het scherm geeft aan dat er op dit moment een Nederlandse F-15 bij hangt om te tanken. Het jachtvliegtuig blijkt te zijn opgestegen van Volkei en heeft na een navigatieoefening even wat bijgetankt. De knipperende aanduiding 'Life- Line' boven Groningen maakt duidelijk dat de traumahelikopter van het ziekenhuis in Groningen ook in de lucht is. Tegelijkertijd nadert er vanuit het oosten een toestel van de Belgische luchtmacht dat op weg is van de Kroatische kuststad Split naar Eindhoven. En tussen alle bewegende lijntjes door is nog te zien dat er vanuit Noorwegen een zakenjet nadert. Het toestel blijkt op weg te zijn naar Valkenburg. De vlucht heeft een 'vip'-aanduiding. „Dat duidt erop dat het zeer waarschijnlijk een vlucht is met belangrijke mensen, zoals ministers of andere hooggeplaatste personen", zegt De Rode.

NAVO-basis Mogelijk wordt in Nieuw Milligen een NAVO-basis gevestigd. De NAVO wil twee nieuwe, volledig mobiele commandocentra voor luchtoperaties beginnen. Het ene centrum komt in Spanje, voor het andere is Nederland in beeld. Vanuit de centra worden luchtacties van de verdragsorganisatie ondersteund. Op iedere basis zullen enkele honderden NAVO-militairen worden ondergebracht. Het ministerie van Defensie bood aanvankelijk de Frederik Hendrikkazerne in Venlo aan als locatie. Die kazerne komt leeg omdat de rijopleiding van de landmacht begin volgend jaar sluit. De NAVO deelt echter liever een basis samen met militairen van het thuisland. De commandant van het AOCS, kolonel E.J. Burmeister, is enthousiast over de mogelijke komst van een mobiel luchtcommandocentrum. „Er is ruimte genoeg hier. Alle spullen zijn voorradig. Het voordeel van mobiele centra is bovendien dat je overal je eigen materiaal en accommodatie kunt gebruiken. In een land als Afghanistan kun je niet terugvallen op de Afghaanse militaire luchtverkeersleiding, omdat die er simpelweg niet is."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 september 2002

Terdege | 99 Pagina's

Bewakers van het Luchtruim

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 september 2002

Terdege | 99 Pagina's