Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jacobus Pieter van der Stoel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jacobus Pieter van der Stoel

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Leiderdorp 6 juli 1914 - Geldrop 18 november 2006)
Gereformeerd predikant te Overschild (Gr.) 27 sept. 1942; gereformeerd predikant (vrijgemaakt) te Overschild 8 okt. 1944; Groningen (Noorderkerk) 17 febr. 1946; Batavia 18 juli 1948; Grootegast-Gerkesklooster 9 juli 1950; Amsterdam-Centrum 12 nov. 1952; terugkeer naar de gereformeerde kerken 5 april 1968; gereformeerd predikant te Amsterdam-Watergraafsmeer 28 aug. 1968. Emeritus 1 april 1975. In 1942 gehuwd met Gerrie Roest. Uit dit huwelijk zeven dochters en drie zoons.

Jaap van der Stoel bereikte de hoge leeftijd van 92 jaar. In zijn laatste jaren was zijn geest niet meer altijd helder en had hij hulp nodig. Maar de mens die hij in het grootste deel van zijn lange en rijke leven is geweest was een mens met durf, met lef; een mens die keuzes had gemaakt en die onbekende paden bewandelde, en belangstelling had voor mensen. Vorenstaand beeld is ontleend aan het in memoriam dat J.-H. Kip, zijn pastor in Geldrop, schreef. Daar hadden hij en zijn vrouw zich gevestigd nadat hij, gedwongen door een hartfalen, emeritus was geworden. Hij nam er deel aan het pastoresconvent, “ dacht oecumenisch, al was hij een tikkeltje meer protestant dan de anderen” (Kip).
De ouderlijke boerderij lag schuin tegenover de gereformeerde kerk in Leiderdorp die mede door grootvader Van Osnabrugge was gebouwd in de tijd van de Doleantie. Al jong was er de wens predikant te worden, vader Van der Stoel had hierbij zijn aarzelingen, maar toen een oudere broer (er waren zeven zoons en drie dochters in het gezin) theologie ging studeren aan de Vrije Universiteit, mocht Jaap naar het gymnasium in Leiden; hij was toen veertien jaar oud. Propedeuse werd afgelegd aan de vu maar toen maakte Jaap (hij droeg dezelfde namen als zijn vader en noemde zich vele jaren Jr.) de overstap naar de Theologische Hogeschool te Kampen (1935). Het was de tijd van de grote opgang van prof. dr. Klaas Schilder (1890-1952); Jaap was een van zijn vele bewonderaars.
In het begin van de oorlog kon er worden afgestudeerd, gehuwd (met zijn jeugdliefde) en een beroep aangenomen. In het Groningerland, waar een groot deel van de kerken een achtergrond had in de Afscheiding, werden de theologische en kerkrechtelijke verwikkelingen waarin de kerken intussen waren verzeild, met argusogen gevolgd. Toen de generale synode, nota bene met algemene stemmen, uitspraken deed zonder een van de partijen te veroordelen (voorjaar 1942), leek de lucht opgeklaard. Een toelichting van synodale zijde op de besluiten wierp echter olie op het vuur, en Schilder riep op tot verzet. Dominee Van der Stoel hoorde bij de mensen die in dit verzet meegingen. Voor zijn besef was een der partijen (de oude richting der Afgescheidenen) eenzijdig de mond gesnoerd. Met 80% van zijn gemeenteleden maakte hij zich vrij van de ‘synodale decreten’ . Aan de brochurestrijd nam hij strijdvaardig deel. Een beroep naar de stad Groningen werd aangenomen.
Met collega R.H. Bremmer en anderen stond hij aan de wieg van het blad De Vrije Kerk (via het Gereformeerd Gezinsblad later uitgegroeid tot het Nederlands Dagblad). In 1948 ging het gezin naar de vrijgemaakte (!) kerk van Batavia, dat toen al zijn oude naam Djakarta had teruggekregen. Hier was Van der Stoel mede legerpredikant voor de vrijgemaakt gereformeerden die aan de politionele acties deelnamen. Ook was hij een voorstander van de vorming van een eigen politieke partij en (terug in Nederland) jarenlang actief in het Gereformeerd Politiek Verbond (gpv). Onjuist vond hij het echter om alleen die leden tot ambtsdrager te kiezen die vrijgemaakte bladen lazen en het gpv steunden.
Via een kleine tussenstap in het Groningse Grootegast werd hij predikant in Amsterdam-Centrum (1952). De kerkscheuring had in Amsterdam geen grote doorwerking gekregen, toch was er een bloeiend vrijgemaakt leven ontstaan. Centrum had twee predikantsplaatsen. Het ledental schommelde in deze jaren om de 700 leden, in Zuid en West - vanaf 1954 - waren dat er respectievelijk ongeveer 600 en 500 (ieder een predikantsplaats). Het groeiende gezin woonde aan de Nieuwe Prinsengracht 8-2. Om het niet al te hoge domineessalaris op te krikken gaf hij vele jaren godsdienstlessen bij het christelijk middelbaar onderwijs. Jaap van der Stoel had een bijzonder talent jonge mensen aan zich te binden, voor hen was hij De bindende factor, de titel van een boek dat door de toenmalige jeugd van Amsterdam-Centrum in 1999 aan hem werd gewijd, nota bene toen hij al lang weer gereformeerd en emeritus was, een cadeau dat niet veel predikanten zullen krijgen! In 2005 verscheen er zelfs een fraaie bundel met portretten en interviews met oudcatechisanten van hem, met als titel Onderzoekt alle dingen: een mix van de grote stad en de tien geboden. Hij sprak de taal van de jongeren, begreep wat het betekende in een grote stad te leven. Bij hem kon men terecht met twijfels en onzekerheden. Een groot succes werden de door hem georganiseerde jeugdkampen, voor velen werd hij - tot op hoge leeftijd - een vraagbaak die de koosnaam ‘Oom Jaap’ verwierf.
Dat anderen om al deze dingen wel eens de wenkbrauwen fronsten, zal ieder begrijpen die weet heeft hoe het vrijgemaakte kerkelijk leven zich ontwikkelde in deze jaren. Enerzijds waren er de voorstanders van een doorgaande reformatie: zij hadden de meerderheid in de kerkelijke vergaderingen; anderen pleitten voor meer openheid, ook naar de overzijde: de ‘synodale’ kerken zonder aan hen de eis te stellen alle tuchtmaatregelen van 1944-1945 in te trekken. In 19 52 en 19 6 1 werd Van der Stoel afgevaardigd naar de synode. Hij had, weer samen met dr. R.H. Bremmer, in 1959 een brochure het licht doen zien: Heroriëntatie noodzakelijk, een werkje dat in eigen kring veel stof deed opwaaien. Opgeroepen werd tot gesprek met de ‘synodalen’, waar nadere bezinning op gang was gekomen over het gebeuren in de kerkstrijd in oorlogstijd. Van der Stoel diende een daartoe strekkend voorstel in op de synode van 19 6 1, maar werd hierbij slechts gesteund door een Amsterdamse ouderling. De praeses van de synode bad voor hun bekering... Vanaf dat moment was hij verdacht en mocht hij in een groot aantal kerken met meer preken. Dat werd nog erger toen hij toen hij in 1962 op een conferentie van gereformeerde belijders een rede hield onder de veelzeggende titel “Tezamen zijn wij afgeweken...” Dat had hij volgens velen niet mogen zeggen.
Van der Stoel ondertekende de op 3 1 oktober 1966 verschenen “Open Brief” die mede de idealen van de voorstanders van samensprekingen vertolkte. Dit alles leidde tot een nieuwe breuk en het ontstaan van de kerken ‘buiten verband’, de latere Nederlands Gereformeerde Kerken. In 1968 werden namelijk de kerken van de Provinciale Synode van Noord-Holland, waaronder Amsterdam-Centrum ressorteerde, buiten verband geplaatst. Toch sloot Van der Stoel zich niet bij dit nieuwe kerkverband aan, hij deed als het ware een stap terug, naar de Gereformeerde Kerken in Nederland. Verantwoording over zijn positie legde hij af in een brochure met de titel Om eerlijkheid en duidelijkheid [1968.].
Eerst had hij in zijn eigen kerkelijke gemeente nog een uiterste poging ondernomen om plaatselijk tot een federatie te komen met de Gereformeerde Kerk van Amsterdam. Wat niet gelukte. Hij is daarna nog zeven jaar in rustiger vaarwater predikant geweest in Watergraafsmeer. Tot een hartinfarct hem dwong emeritaat aan te vragen. En er naar Geldrop werd verhuisd, waar het Samen op Weg-proces (met de hervormden) reeds gestalte had gekregen. Hij preekte in de omgeving en werd daarom gewaardeerd. Hij nam actief deel aan de oecumene onder de pastores; hij bleef een ‘rascalvinist’ die haarfijn de verschillen tussen de eucharistie en het avondmaal kon uitleggen, maar die ook samen met een dominicaans lekenprediker bijbelse thema’s aan de orde stelde op zogenaamde “ lern” -avonden.
Toen het minder met hem ging moest hij in een verzorgingshuis worden opgenomen, trouw bezocht door zijn echtgenote, een van die pastorievrouwen voor wie eens een standbeeld moet worden opgericht.
In de dynamiek van een kerkelijke sfeer waarin woorden als ‘tucht’, ‘doorgaande reformatie’ en ‘zuiverheid’ voorop staan - wat doet dat met mensen die in een dergelijke kerkelijke molen zijn terechtgekomen? - pleitte Jaap van der Stoel in 1944 reeds voor het in gesprek blijven met elkaar (als kerkelijke richtingen). Hij is dit blijven doen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2008

Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's

Jacobus Pieter van der Stoel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2008

Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's