Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Augustinus, doctor der genade

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Augustinus, doctor der genade

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Augustinus werd op 13 november 354 geboren in het Noordtifrikaanse stadje Thagaste. Zijn moeder, Monica, was een christin, die hem zijn leven lang begeleid heeft en niet in het minst met haar gebeden. Vader Patricius was een heiden, die het z'n vrouw in de opvoeding niet al te gemakkelijk heeft gemaakt, maar op zijn sterfbed heeft hij zich nog wel laten dopen. Als levensgenieter gaat Augustinus zijn eigen gang en trekt zich van de vermaningen van moeder Monica hitter weinig aan. Hij leefde samen met een vrouw, zonder met haar getrouwd te zijn. Dit deze onwettige verbintenis is een zoon geboren, Adeodatus (door God geschonken)-Inmiddels is hij leraar in de rhetorica (welsprekendheid) geworden.

Manicheeërs

Toch vindt hij geen rust en voegt zich bij de Manicheeërs, een sekte, die een absolute scheiding en strijd leerde tussen het goede en het kwade. De zetel van het kwade zit in het stoffelijke. Zij verwierpen dan ook het Oude Testament, omdat het God de Schepper van de aardse materie noemt. Langs een weg van kennis (gnosis) en strenge ascese zochten zii de verlossing te bereiken. Negen jaar lang bleef Augustinus bij hen. hoewel slechts als toehoorder. Hij kreeg geen antwoord op zijn vragen en ging. zonder zijn moeder daarvan in kennis le stellen naar Rome en later treffen we hem in Milaan aan. Daar wordt hij weer leraar in de welsprekendheid en komt onder de bekoring van de neo-platonische filosofie. Deze leerde hem God op te vatten als het hoogste 'zijn': volstrekt geestelijk, onveranderlijk en aiomlegenwoordig: daaren tegen bezitten de vergankelijke dingen hel ware 'zijn' niet.

Ambrosius

Tegelijkertijd komt hij onder de indruk van de geweldige bisschop van Milaan. Ambrosius: schitterend prediker, theoloog, kerkleider en musicus. Is hel eerst de schoonheid van zijn redevoeringen die Augustinus trekt, later wordt dat de waarheid van zijn woorden. Augustinus komt in konflikl met zichzelf, veel vooroordelen en misverstanden ten aanzien van dc Bijbel worden weggenomen en steeds meer gaat hij zijn leven zien in het licht van Gods Woord. Dan /.endt hij ook zijn onwettige vrouw weg. maar neemt een ander in haar plaats...! Ook gesprekken van vrienden brengen hem tot andere gedachten, maar een totale breuk met zijn oude leven is afleert liet werk van God.

Na een ernstig gesprek met zijn vriend Alypius is hij wenend de tuin ingelopen en hoort, terwijl hij onder een vijgeboom ligt. een kinderstem: .Neem en lees". Het lezen van Romeinen 13:13 en 14 neemt zijn twijfel weg.

Monica

Zijn moeder was hem nagereisd en kon haar geluk niet op bij het horen van de bekering van haar zoon. Eens had een bisschop te Carthago haar de woorden toegevoegd, toen ze maar bleef aandringen om een antwoord: „Ga weg van mij: zo waar als gij leeft, is het onmogelijk, dat een zoon van zulke tranen verloren gaat". Maar nog acht jaren lang heeft ze hierom moeten bidden. In 387 liet Augustinus zich met zijn vriend Al.vpius en zijn zoon Adeodatus dopen. Zijn werkkring als rhelor geeft hij op en gaal voorbereidingen treffen om terug te gaan naar Noord-Afrika. Mij is dan 34 jaar oud. Kort hierna sterft zijn moeder |3S8) en le Thagasle sterft ook zijn zoon (390).

„Hoe lang zal het nog zijn: orgen, altijd door morgen? Waarom niet nu? Waarom niet in dit uur het einde van mijn smaadheid? " Zo sprak ik en ik weende in de bitterste verbrijzeling van mijn hart. En zie, daar hoor ik een stem uit de naburige woning, alsof een knaap ot een meisje, dat weet ik niet, op zingende toon zei en dikwijls herhaalde: eem. lees; neem. lees. Terstond nam mijn gelaat een andere uitdrukking aan (....) en na de aandrang van mijn tranen onderdrukt te hebben, stond ik op daar ik het niet anders kon verklaren dan dat mij van Godswege bevolen werd. het boek te openen en het eerste hoofdstuk dat ik zou vinden, te lezen (....) Derhalve snelde ik terug naar de plaats waar Alypius zat: ant daar had ik het Boek van de apostel neergelegd, toen ik vandaar opgestaan was. Ik greep het, opende het en las zwijgend de plaats waar mijn ogen het eerst op vielen: .Niet in brasserijen en dronkenschappen. niet in slaapkamers en ontuchtigheden, niet in twist en nijdigheid: aar doet aan de Heere Jezus Christus en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden" (Romeinen 13:13 en 14). Verder wilde ik niet lezen en dat was ook niet nodig. Want terstond toen ik deze woorden ten einde gelezen had, stroomde als het ware het licht der gemoedsrust mijn hart binnen en alle duisternis van twijfel vluchtte weg."

Bisschop

Vijfjaar later wordt hij bisschop

ic Hippo Regius. waar hij eerst presbyter (ouderling) geweest was (395). Als bisschop heeft hij veel betekend, niet alleen in Noord-Afrika. maar door zijn tientallen boeken en honderden preken strekt zijn invloed zich uit over heel de kerkgeschiedenis. Lien beroep op Augustinus doet iemand in zijn bewering sterk slaan. Auguslinus sterft als de Vandalen Hippo Regius belegeren. Bezoekers laat hij niet toe. maar hij vraagt om de zeven boetepsalmen aan de muren van zijn sterfkamer te bevestigen. In het begin van zijn 'Belijdenissen' vat hij kort zijn leven samen: ..Gij hebt ons tot IJ geschapen. en onrustig is ons hart. totdat hel rust vindt in IJ".

„Gij hebt ons gemaakt met een drang naar U en ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U. Te laat heb ik U liefgekregen, o Schoonheid (d.i. God), die zo oud en toch zo nieuw zijt. te laat heb ik U liefgekregen. En zie. Gij waart in mijn binnenste en ik was buiten en daar zocht ik U; en ik, die wanstaltig was, stortte mij op de schone dingen, die Gij gemaakt hebt. Gij waart met mij, maar ik was niet bij U. Die dingen hielden mij ver van U. die er niet zouden zijn als ze niet waren in U. Gij hebt mij genodigd en geroepen en mijn doofheid verbroken, Gij hebt geblonken en geschitterd en mijn blindheid verdreven. Gij hebt iiefelijke geur verspreid en ik snoof die in en hijg nu naar U, ik heb geproefd en nu honger en dorst ik. Gij hebt mij aangeraakt en ik ben ontbrand naar Uw vrede.... En geheel mijn hoop is slechts gevestigd op Uw zeer grote barmhartigheid. Geef wat Gij beveelt en beveel wat Gij wilt."

Pelagius en de genade

Tegen Pelagius. een Britse monnik, verdedigde hij met kracht de bijbelse leer van vrije genade, lien mens heeft geen vrije wil ten goede, maar is onderworpen aan de erfzonde en erl'smet. Zo is het onmogelijk om uit eigen kracht verdiensten voor God le verwerven. In gematigde vorm is de leer van Pelagius binnengeslopen in de Roomskatholieke kerk: de mens wordt wel zalig door genade, maar hij kan die genade afwijzen of aannemen en in hel laatste geval stelt God hem in slaat om ook verdiensten te verwerven. Helaas zijn sommige uitspraken van Augustinus hier debet aan. Pas de hervorming zou zijn 'echlpaulinische gedachten van door genode alleen weer in eer herstellen.

Donatisten

De Donatisten wilden een gemeenschap van alleen wedergeborenen. dus een aardse gedaante van de ware kerk. Dat was volgens de Donatisten slechts daar waar de sakramenten bediend werden door bisschoppen, die geen doodzonde (ontucht, moord en afvalligheid) hadden bedreven. 7.e voerden ook een selektief beleid in de opname van leden. Augustinus heeft terecht gewezen op het feit. dat de ware kerk in haar aardse gedaante altijd een gemengd lichaam is van ware christenen en huichelaars. Zij (kerk) wordt niet in stand gehouden door de zuiverheid van haar leden, maar door Gods genade. Augustinus kreeg het voor elkaar, dat hel donatisnie door de keizer verboden werd. Augustinus streed dus voor het algemeenzijn (katholiek) van de kerk. In zijn waardering voor de kerk ging ook Augustinus wel wat ver. als hij zegt: ../k zou het Evangelie niel geloven als hel gezag van de kerk mij er niet toe bewoog ".

Natuurlijk stelde hij hierbij de waarheid niet afhankelijk van mensen, want hij zag ze als een instelling van God. toch lijkt het beter om met artikel V van de Nederlandse Geloofsbelijdenis te stellen, dal niet dc kerk. maar de Heilige Gecsl overtuigt van de waarheid van Gods Woord.

De civitate Deï (Stad Gods of Staat Gods)

..Hoe kan onze lofprijzing de majesteit Gods ooit recht doen? Zijn kracht is zo overweldigend. Ondoorgrondelijk is zijn wijsheid! De mens is één van Uw schepselen, o HEERE, geschapen om U te loven, in zichzelf draagt hij het merkteken van de dood, het teken van zijn zonde, om hem eraan te herinneren dat U de hoogmoedige wederstaat. Maar ook zo nog wenst hij, omdat hij deel is van Uw schepping. U te loven. Het denken aan U raakt hem zo diep, dat hij geen vrede vindt, tenzij hij U looft, want U hebt ons geschapen voor Uzelf. Onze harten kennen geen rust, tot zij rusten in U."

De civitate Deï heeft Augustinus geschreven naar aanleiding van de val van Rome en de plundering door de Weslgoten. Christenen kregen weer het verwijt te horen, dal zij schuldig waren aan deze ramp door de verzaking van de oude goden. Aardse rijken vergaan, zij behoren tot liet rijk van de duivel, het zijn roversbenden. We kunnen slechts spreken van één rijk. dal onvergankelijk is: de Staat Gods. Deze Staat begon bij de schepping en mondt, via het gelovige Israël en de christelijke kerk uit in het nieuwe Jeruzalem, de eeuwige heerlijkheid. Jezus Christus is hier het Middelpunt van. Het rijk van de duivel begon bij de val van de engelen en werd op aarde zichtbaar bij de ongelovigen, de heidense staten van Assyrië. Babyion en Rome. Stalen zonder ware gerechtigheid zijn niet anders dan roversbenden, zij zullen bij de oordeelsdag verdoemd worden.

Inleiding over Augustinus op de vereniging? Bestel bij het Bondscentrurn Mivo +16, le jaargang, nr 4.

Kerk en staat

De kerk is hel voorbeeld voor de slaat. Soms neigt Augustinus er toe om haar zelfs met de Staat van God te vereenzelvigen. Deze geschiedbeschouwing heeft veel invloed gehad, vooral in de Middeleeuwen. Pausen en bisschoppen beriepen zich voor hun wereldlijke macht en christelijke vorsten deden hetzelfde om de kerk te bevoogden. Niel altijd is recht gedaan aan Augustinus' bedoelingen.

Augustinus. een groot wijsgeer, dogmaticus en mysticus, prediker, zielszorger en theoloog heeft de richting aangegeven voor eeuwen. Sommige inzichten bleken later toch nog wel tegenstrijdigheden te bevallen (kerk en staat, rechtvaardiging en sakramenten). Zowel Rome als de reformatie beriepen zich op Augustinus. maar zij gingen beide verschillende wetten.

Augustinus. kerkvader van het westen, leerde de christenen van alle lijden de vrede van de hemelstad te zoeken en de wereld te verdragen. Met de ondergaande zon van de latijnse beschaving achter zich strekte zijn schaduw zich ver uit over de tijd dié komen zou.

Hendrik Ido Ambacht

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1993

Daniel | 32 Pagina's

Augustinus, doctor der genade

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 1993

Daniel | 32 Pagina's