Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De wegbereider der Franse hervorming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De wegbereider der Franse hervorming

Lefèvre d'Etaples (1460-1536

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

(I) Het jaar 1986 doet onze gedachten 450 jaar terug gaan naar 1536, het sterfjaar van Lefèvre d'Etaples, en het jaar waarin Calvijn naar Genève kwam. Hierover in een ander artikel.

In het voorwoord van zijn boek 'Histoire des protestants de France', schreef G. de Félice: 'De uitvinding van de boekdrukkunst kwam de wedergeboorte van de oude letteren (Renaissance) te hulp. De 'Wereld der Ouden' was opnieuw te voorschijn gekomen, toen Christoffel Columbus de 'Nieuwe Wereld' ontdekte. Tussen 1500 en 1520 werden er 3000 boeken uitgegeven. Er was een wonderbaarlijke activiteit gekomen, welke vrees noch vermoeidheid kende. Een belangrijke figuur uit die beweging was de Bijbelvertaler Jacques Lefèvre d'Etaples, of zoals men destijds in het Latijn placht te zeggen: Jacobus Faber Stapulensis.

Onze Lefèvre was geboren in het stadje Etaples aan de kanaalkust, in het uiterste N.W. van het toenmalige Frankrijk. Wij kennen het juiste jaar van zijn geboorte niet. In zijn werk uit 1976, 'Lefèvre en het juiste verstaan van de Heilige Schrift', zegt G. Bedouelle dat Lefèvre onmstreeks 1460 geboren moet zijn.Na te Parijs te hebben gestudeerd en tot priester gewijd te zijn, werd Lefèvre inwonend docent aan het beroemde, in de dertiende eeuw door kardinaal Lemoine gestichte universiteitscollege van die naam. De jonge leraar onderwijst er enkele van wat men toen de 'Vrije kunsten' noemde, als taal- en disputeerkunde; wis-, natuur- en sterrenkunde. Bij zijn onderwijs breekt Faber met de methode der scholastici, die klassieke auteurs misbruikten om er hun eigen leringen mee te verdedigen. Met zijn leerlingen behandelt Lefèvre de werken van de Griekse filosoof uit de vijfde eeuw voor Christus: Aristoteles. Hij zet hun de woorden van de oude Griek zelf voor. Deze terugkeer naar de onvervalste grondtekst is het principe van wat men het Humanisme heeft genoemd.Van 1490 tot '91 maakte Faber Stapulensis (= Lefèvre) een studiereis naar Italië, het land van de 'goede letteren'. Van 1499 tot 1500 is hij er weer, en met name in Rome. Hij wil de aflaten (kwijtschelding van tijdelijke zondestraffen in het Vagevuur) verdienen, verbonden aan een pelgrimsreis in een Jubeljaar. (Sedert 1475 is elk 25ste jaar zo'n jubeljaar.) Maar de zedeloosheid aan het hof van de beruchte Borgiapaus Alexander VI (1492-1503) wekte bij hem grote verontwaardiging op, waaraan hij in 1512 uiting zou geven in zijn Latijnse commentaar op de Brieven van Paulus.
Terug in Parijs hervat Lefèvre studie, lessen en publicaties. Volgens Renaudet in een boek uit 1953 ('Préréforme et humanisme'), was zijn kennis van de oude schrijvers vóór Erasmus ongeëvenaard. Een zijner oud-leerlingen Brigonnet, die bisschop van Lodève was geworden, bood hem een verblijf aan in de Parijse abdij van Saint-Germain-des-Prés. Dat klooster lag buiten de muren van het toenmalige Parijs. Lefèvre kreeg er de beschikking over een welvoorziene bibliotheek en had veel gelegenheid voor persoonlijke studie.

Gedurende de volgende kwarteeuw geeft hij, met toepassing van zijn beproefde tekstkritische methode, zijn beste krachten aan Bijbeluitgaven en - commentaren. Want, zal hij in 1530 schrijven: 'De heilige Schrift wijst alle dwalingen af en weerlegt deze; zij (de H.S.) maakt haar ware hoorders onderlegd, en klaar voor elk goed werk'.
In 1509 verscheen bij de Parijse drukker, Henri Estienne, Lefèvre's 'Psalterium Quincuplex', .een psalmbundel in vijf oude talen, waaronder Grieks en Hebreeuws, voorzien van verantwoorde commentaren. Terwijl men tot dusver een zinnebeeldige exegese van de psalmen had gegeven, laat Lefèvre de oude teksten voor zichzelf spreken. Zijn invloed op Luther staat vast: men heeft een psalterium uit 1513 gevonden, met eigenhandige aantekeningen van de Duitse hervormer.

Tijdens een studiereis langs de Rijn bezoekt Lefèvre tal van kloosterbibliotheken, wat van belang zal zijn voor verdere bijbelstudie en publicaties. In 1512 verscheen, weer bij Estienne, zijn 'Commentaar op de Brieven van Paulus'. Lefèvre belijdt er de absolute autoriteit der H. Schrift in, en benadert het principe van de 'rechtvaardiging door het geloof', de theologische grondslag der Reformatie. Aan de sacramenten van de kerk kent hij slechts zinnebeeldige betekenis toe. Diep betreurt hij het morele verval en de verwording van de pauskerk. Reeds in 1500, tijdens zijn verblijf in Rome ter gelegenheid van de viering van het z.g. Jubeljaar, was Lefèvre daar pijnlijk door getroffen. Nochtans zou hij niet, zoals Luther, met de pauskerk breken.Op initiatief van onze Lefèvre hervormde bisschop Brigonnet zijn abdij, waar, zoals in veel kloosters het geval was, kerkelijke tucht en ware godsdienstzin ver te zoeken waren. Om de schriftuurlijke ongerijmdheid van roomse legenden aan te tonen, bewijst hij in drie verhandelingen (1517-'19), dat Maria- Magdalena, Maria de zuster van Martha en Lazarus, èn de zondares uit Lucas 7, drie verschillende vrouwen zijn en niet, zoals de liturgie leerde één en dezelfde persoon. Het onderwerp mag ons onbelangrijk toeschijnen, de zaak waarom het gaat, is dat niet. Lefèvre had de moed om, steunend op het gezag der H. Schrift, legenden aan te tasten, die door de liturgie geconsacreerd waren.
Het antwoord liet niet op zich wachten. In 1521, het jaar waarin de Sorbonne (theologische faculteit van Parijs) zich tegen Luther uitsprak, veroordeelde die faculteit op instigatie van haar voorzitter Noël Bédier, Lefèvres geschriften over de drie Maria's. De machtige beschermers die hij had, koning Frans en vooral diens zuster prinses Margaretha, voorkwamen verdere sancties.

Evenals Erasmus bepleitte ook Lefèvre terugkeer tot de oorspronkelijke tekst van de H. Schrift. Zijn exegese is echter uitgesproken religieus, die van de Rotterdamse humanist meer rationalistisch. Nog voordat de denkbeelden van Luther in Frankrijk bekend werden (1520), was daar reeds wat E. Doumergue in deel I van zijn kapitale Calvijnbiografie (zeven delen 1899- 1927) noemt: 'un protestantisme fabrisien'. Daaronder verstaat men de door Lefèvre gepropageerde terugkeer tot de ideeën van de onvervalste tekst van de Bijbel. Na het openbaar optreden van Luther krijgt het 'fabrisme' ook meer wervingskracht, wat tensjotte leidt tot het opkomen van het Calvinisme. In 1900 gaf Ds. C. van Proosdij dan ook een boekje uit, getiteld: 'Jacques Lefèvre d'Etaples, voorganger van Calvijn'.

Brigonnet die, na Lodève, bisschop van Meaux was geworden (44 km ten N.O. van Parijs), deed in 1521 een beroep op Lefèvre om naar Meaux te komen. De nieuwe bisschop wilde het religieuze en morele klimaat van zijn diocees verbeteren. Door onkunde of gebrek aan geloofsijver, werd het Evangelie niet of slecht verkondigd. Lefèvre, Farel, Roussel en anderen gaven gehoor aan de roepstem van Brigonnet, en vertrokken naar Meaux om daar, onder het kerkvolk, de kennis van de H. Schrift te gaan verbreiden. Men zou hen de 'groep van Meaux' gaan noemen. Er ontstond ook een groep van Poitiers (333 km ten Z.W. van Parijs).
Op verzoek van prinses Margaretha vertaalde Lefèvre, in 1523, het N.T. in het Frans. In 1524 stelde hij ten behoeve van de geestelijkheid homilieën samen, tekstverklaringen voor de 52 zondagen van het jaar. Opvallend detail: lofspraak op Maria en de andere heiligen was in de homilieën weggelaten! Tot voldoening van de volijverige Lefèvre, die vicaris-generaal van het bisdom Meaux was geworden, werd het Evangelie alom verkondigd.

(II) Na 1525 was er een reactie gekomen. Koning Frans I voerde weer oorlog met keizer Karei V, wiens gebieden Frankrijk aan drie zijden (N/O/ZO) omsloten. Bij een inval van de Fransen in N.W. Italië werden zij verpletterend verslagen bij Pavia. Koning Frans werd gevangen genomen en naar Madrid gevoerd, waar de keizer hem ruim een jaar vasthield.
Tijdens de gedwongen afwezigheid van hun vorst, maakten tegenstanders van Lefèvre daarvan gebruik om op te treden tegen de z.g. 'bibliens' (bijbelvrienden), zoals men de nieuwlichters noemde. Ook werden zij wel - overigens ten onrechte - 'luthériens' genoemd. Op 28 augustus 1525 veroordeelde een commissie uit het parlement (hoogste rechtscollege) van Parijs, het vertalen van het Nieuwe Testament en van de Brieven van Paulus. Dat was een directe aanval op Lefèvre en op de groep van Meaux. Deze viel uiteen. In oktober vertrok Faber, eerst naar Straatsburg, later naar Bazel, om rustig te kunnen werken aan de vertaling in het Frans van de Heilige Schrift. Geestverwanten als Farel en Roussel hielden hem gezelschap.

Op 12 november 1525 kreeg het parlement een brief uit Madrid waarin koning Frans, gelet op de goede naam van Lefèvre in het buitenland en op de heiligheid van diens leven, de hoge rechters gelast om alle procedures tegen de geleerde op te schorten tot na zijn terugkomst in Parijs. Volgens Bedouelle in diens eerder geciteerde werk moet men in de brief van 12 nov. de goede invloed zien van prinses Margaretha, die van 19 september tot 2 oktober en van midden oktober tot 2 november bij haar broer in Madrid was geweest.

Bij het verdrag van Madrid (jan. '26) zag de Franse koning af van zijn aanspraken op gebieden in ZWBelgië en NW-Itahë, waarna hij zijn bewegingsvrijheid herkreeg (mrt '26). Lefèvre die uit de ballingschap teruggeroepen wordt krijgt een functie aan het koninklijk hof. Zo wordt hij bibliothecaris in het koninklijk kasteel van Blois aan de Loire (172 km ten ZW van Parijs) en leermeester van drie van de kinderen van koning Frans. Dank zij de koninklijke bescherming kan hij zich nu verdedigen tegen Noël Bédier, de voorzitter van de Sorbonne (theologische faculteit) van Parijs, die hem scherp aangevallen had in een Latijns geschrift. Volgens zijn vrienden deed Faber dat met teveel matiging. Verder zweeg hij om gestaag voort te kunnen werken aan de vertaling der H, Schrift, Ook vreesde hij zijn zwervend bestaan weer op te moeten nemen.
In 1525 verscheen anonym, bij Lempereur te Antwerpen, Lefèvre's vertaling van het Oude Testament. In 1530 kwam de ganse Heilige Schrift uit, weer bij Lempereur. Nadat het parlement van Parijs uitgaven van de Bijbel in de landstaal verboden had, durfden Franse drukkers hun persen niet meer ter beschikking te stellen van Faber. In 1534 zou de laatste door hem verzorgde, verbeterde versie van de bijbelvertaling het licht zien. Deze ligt ten grondslag aan alle, latere, bijbelvertalingen in het Frans.

Prinses Margaretha de trouwe beschermster van Lefèvre - sinds 1527 weduwe - was hertrouwd met Hendrik van Albret, de koning van Navarre. Dat was een klein Frans gebied, aan de noordzijde van de Pyreneeën, en een stuk van het oude koninkrijk Navarra, waarvan de Spaanse koning, Ferdinand van Aragon, in 1512 het grootste, zuidelijke gedeelte had veroverd. Daar men het de oude Lefèvre weer lastig begon te maken, wendde koningin Margaretha van Navarre zich in 1530 tot de grootmeester van de hofhouding van haar broer Frans I. Zij verzocht deze dignitaris te willen bevorderen, dat Faber eervol ontslag kreeg als bibliothecaris, daar hij de catalogisering van de boekerij in het kasteel Blois voltooid had.
Dat Margaretha dat verzoek niet rechtstreeks tot haar broer gedaan had, wijst er volgens Bedouelle op, dat in diens houding t.o.v. de religieuze nieuwlichters een verharding was opgetreden. Oorspronkelijk stond Frans I, een levensgenieter, vrij onverschillig tegenover religieuze zaken. Maar dat zou veranderen, toen de Franse koning bij zijn gewapende conflicten met keizer Karei V politieke en militaire steun zocht bij de paus. (Wereldlijk heerser over een gebied van meer dan 42000 vierkante km in Midden-Italië).
Onder deze politieke omstandigheden had koning Frans I, ondanks een verzoek van zijn zuster koningin Margaretha, om gratie voor Perquin - de 'arme Perquin' schreef zij - hem in 1529 in Parijs laten verbranden als ketter. En er zouden nog heel veel slachtoffers van geloofsvervolging op de brandstapel komen!

Nadat Lefèvre verlof gekregen had om zijn werk in Blois te staken, bood Margaretha hem gastvrijheid aan in haar residentie te Nérac (154 km ten ZO van Arcachon). Daar bracht hij zijn laatst zes levensjaren door. Hij polemiseerde niet meer, maar bleef voortdurend actief als vertaler van de H. Schrift in het Frans. In 1534 kreeg hij bezoek van de 25-jarige Calvijn. Faber werd gekweld door wroeging over zijn halfslachtige houding in de strijd voor de hervorming van de kerk. Hij verweet zichzelf dat hij niet, met de inzet van zijn leven, openlijk partij gekozen had voor de zaak van het ware Evangelie. Diep moet hij dan ook geschokt geweest zijn, toen hij bericht kreeg van de gruwelijke geloofsvervolging in Parijs van 1534/'35 (zie P.N. van juni/juU 1985).

Toen koningin Margaretha van Navarre Faber eens vroeg waarom hij toch zo bedrukt was, antwoordde hij, dat hij zich 'de slechtste mens ter wereld voelde, omdat hij nimmer voor de zaak van het Evangelie zijn leven had ingezet'. Daarop gaf hij te kennen dat hij wat wilde gaan rusten. Toen men hem later ging roepen, bleek hij in alle stilte overleden te zijn. De juiste datum van zijn heengaan is onbekend, het moet nu 450 jaar geleden zijn.

Als geleerd humanist en wegbereider van de hervorming in Frankrijk, is Lefèvre d'Etaples een belangrijke figuur in de kerkgeschiedenis. Daar zijn optreden nog voor dat van Luther viel, is de Hervorming in Frankrijk een inheems, en dus niet van buitenaf gekomen verschijnsel geweest. Met zijn religieus standpunt hield Faber het midden tussen Erasmus die geen consequenties trok uit zijn kritiek op de roomse kerk, en Luther en Calvijn, die met haar braken. Onze Lefèvre 'heeft niet willen kiezen', schrijft Bedouelle, maar in de 'Encyclopédie Larousse' lezen wij dat 'zijn volledige vertaling van de Bijbel in het Frans en zijn commentaren de weg hebben gebaand voor de hervorming'.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 1986

Protestants Nederland | 8 Pagina's

De wegbereider der Franse hervorming

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 1986

Protestants Nederland | 8 Pagina's