Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schepping alleen te geloven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schepping alleen te geloven

ORATIE DR. G. VAN DEN BRINK [2, SLOT]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Oratie dr. G. van den Brink [2, slot]

Toen ik dr. G. van den Brink feliciteerde met zijn oratie, zei ik hem dat deze veel stof tot nadenken gaf, maar mij nog niet op een ander been had gezet. Dat moet ik dan nu, in te kort bestek en ter wille van de lieve lezer ontdaan van vakjargon, verduidelijken. Maar niet na te hebben gezegd dat Van den Brink een doorwrocht, theologisch gedocumenteerd verhaal bood, dat bovendien valide aan de natuurwetenschap was gerelateerd.

Inhoud
Artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis stelt dat er twee middelen zijn om God te kennen, namelijk – kort samengevat – door (…) de wereld (inbegrepen dus de natuur), die voor onze ogen is als ‘een schoon boek waardoor wij Zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zien’ (naar Rom. 1:20), en ‘nog klaarder en volkomener door Zijn heilig en Goddelijk Woord’. Uiteraard houdt Van den Brink beide componenten in het oog. Hij weet ook dat de Godskennis uit de natuur ‘vaag en beperkt’ is en zo ook gemeenschappelijk is voor christen, jood en moslim.
Die Godskennis kan ook nooit tot heil zijn, omdat men er Jezus Christus niet door leert kennen. Sinds Karl Barth heeft artikel 2 bovendien zwaar onder kritiek gelegen, omdat er een ‘natuurlijke theologie’, kennis van God buiten de Bijbel om, uit zou kunnen worden afgeleid. Al deze aspecten honoreert Van den Brink.

Rehabilitatie
Nochtans pleit Van den Brink voor ‘rehabilitatie van de natuur als (beperkte maar zelfstandige) bron van godskennis’. Beperkt maar dus ook zelfstandig. Hoewel hij nergens Intelligent Design noemt, speelt dit nieuwe verstaan in de natuurwetenschap wel mee. Wetenschappers ontdekten dat achter wat ze waarnamen in de natuur een geordend ontwerp schuilgaat, hoewel niet allen die deze theorie aanhangen, tot de conclusie komen dat er dan ook een ontwerper is. Zelf herinner ik me een brief van een van huis uit atheïstisch Duits bioloog, die schreef dat hij na vele jaren onderzoek van de natuur tot de conclusie was gekomen dat achter zo’n groots bouwwerk wel een groot Architect moest schuilgaan. Het zijn met name christenen die achter het ontwerp de Schepper zien.
Van den Brink wijst er op dat vandaag wetenschappers de natuur onderzoeken ‘met een open blik, nieuwsgierig naar de sporen die de Schepper daarin van zichzelf had achtergelaten’. De Schepper dus! Wetenschappers kunnen daarom, zegt hij, beide bronnen ‘los van elkaar’ gebruiken. Bij de natuur als ‘zelfstandige bron’ en beide bronnen ‘los van elkaar’ beginnen toch mijn vragen, al begrijp ik zijn intentie.

R. Hooykaas
Van den Brink zegt naar aanleiding van artikel 2 letterlijk dat wij de bril der Schrift niet nodig hebben om in het boek der schepping (!) te kunnen lezen. Feit is dat de grondleggers van de natuurwetenschap in de zeventiende eeuw onbevangen het Boek der natuur hebben ‘gelezen’. Maar ze hebben dit vooral gedaan, omdat ze wisten van de Schepper en in Psalm 8 hun legitimatie tot onderzoek wisten: De Schepper heeft alle dingen onder onze voeten gelegd. ‘HEERE, onze Heere, hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde’.
In mijn studententijd bracht prof.dr. R. Hooykaas, hoogleraar in de natuurwetenschappen aan de VU, een generatie studenten bij de christelijke grondleggers van de natuurwetenschap en zo ook bij Psalm 8 en bij artikel 2 van de NGB. Dat was bevrijdend. Natuurwetenschap kon en mocht; het hoefde geen conflict met de Schrift op te leveren. Het Boek der natuur en de Schrift spoorden met elkaar. In juli 1934 hield Hooykaas aan de VU een referaat over ‘Natuurwetenschap en religie in het licht der historie’. Daarin verknoopt hij echter Rom. 1:20, ‘de eeuwige kracht en goddelijkheid’ waarnaar art. 2 verwijst, met Hebr. 11:3: ‘Door het geloof verstaan wij dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit de dingen die gezien worden.’ Het geloof is ‘voorwaarde’ voor het verstaan der natuur, zegt Hooykaas. Bij dit Schriftwoord zegt Calvijn: ’Daarom wordt de wereld terecht genaamd een spiegel der Godheid: niet dat het mensenverstand zo kloek is, dat het God bekennen kan door het aanzien der wereld…Maar de gelovigen, welke Hij ogen gegeven heeft, bemerken kleine vonken Zijner glorie in elk schepsel’. Gelovigen zien kleine vonken van Zijn glorie!

Kortom
Zodra wij woorden als schepping en schepsel gebruiken, mogen we dunkt me de twee delen van art. 2 niet los van elkaar zien en het Boek der natuur niet verzelfstandigen. De schepping valt slechts te geloven, slechts de weldaden van de schepping staan open voor onderzoek (C.J. Dippel).
Dit gezegd hebbende, benadruk ik nog eens dat Van den Brink ons veel stof tot nadenken gaf. Zijn oratie was theologisch gedurfd en eigenzinnig, en (natuur)wetenschappelijk actueel.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Schepping alleen te geloven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's