Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zij sprak van Hem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zij sprak van Hem

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

’En daar was Anna, een profetes ...' Lukas 2 : 36—38

Hebt u er wel eens op gelet hoe verschillend de mensen reageren op het grote gebeuren van de geboorte van de Heere Jezus Christus? Maria zegt niet zoveel. Alles wat ze hoort bewaart ze in haar hart. Simeon is weer heel anders. Die begint ineens te jubelen. Hij loofde God. En weer anders is Anna, deze oude vrouw die voor ons staat. Ja, dat was ze. Een vrouw op hoge leeftijd. Wat weten we eigenlijk van haar? Wel, Lukas vertelt ons zo enkele dingen. Ze was een profetes. Ze had een diep inzicht in de Schriften ontvangen. Ze kon waarschuwen..., en dan werd er naar haar geluisterd. Ze kon troosten en dan werden er mensen opgebeurd. Haar woorden maakten indruk. Een moeder in Israël. Heerlijk is dat om zulke mensen tegen te komen. Van die moeders in Israël. Anna ... ze was een dochter van Fanuël, uit de stam van Aser. Dat wordt ons nogal precies verteld. Ze kwam dus uit het noorden van Israël. Die stam was afgeschreven. Ondergegaan in de ballingschap. Vergeten. Zoekgeraakt. Maar God heeft Zijn kinderen ook daar waar wij alles hebben afgeschreven. Dat geeft moed. Hier staat een zoekgeraakt Verbondskind. Fanuël, ja, zo heette haar vader. Aangezicht van God, openbaring van God. Dat betekent die naam. Is dat nou zo belangrijk om dat te weten? Ja, want hieruit blijkt dat Anna's grootvader God al gevreesd heeft. Dat haar grootvader al gezegd heeft: Hij komt. Hij komt. Zijn genade zal over ons opgaan. God werkt door de geslachten heen. Onthoudt dat maar. Als u de Heere vreest en beeft voor Zijn Woord, dan is er hoop voor u en voor uw kinderen. Daar mag u de Heere aan houden.

En zij was weduwe ... Het staat er zo kort. Zo heel eenvoudig. Weduwe. Eén woord. Maar wat een eenzaamheid, wat een verdriet gaat er achter dat éne woord schuil. Als de avonden langer worden en de eenzaamheid groter. Alleen! Zoekt u ze wel eens op, de weduwen? Dan doet u een goed werk. Het is de Heere aangenaam. Het is de zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en de Vader: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking.

Geen man, al vier en tachtig jaar niet meer. Geen kinderen. Ik spreek deze vrouw aan: 'U hebt toch wel een doelloos leven, het heeft u niet veel goeds gebracht'. Ja, dat dacht ik ook, horen we haar zeggen. Toen de dood mijn man wegnam. O God, nu heb ik niets meer.

Maar wat mij een weg des doods scheen, dat heeft de Heere gemaakt tot een weg des levens. Toen de wereld mij beklaagde, was God bezig mij mijn levensroeping te geven. Hij heeft mijn weeklacht en geschrei, veranderd in een blijde rei! Ja, dat zegt Anna, deze weduwe, 't Is niet alleen verdriet. O nee! God heeft haar .een belofte in het hart gelegd: 'Zing vrolijk gij onvruchtbare, juich gij die geen barensnood gehad hebt. Want de kinderen der eenzame zijn meer dan de kinderen der getrouwde, zegt de Heere'. Dus toch niet alleen tranen, Anna? Ze schudt van nee.

Het ijzer moet in het vuur en onder de hamer om gesmeed te worden. Vraag dat maar aan een smid. De Heere leidt Zijn kinderen in wegen van afbraak en van dood. Waarom? Om ze dichter naar Zich toe te halen. Dan is het: eenzaam, maar met God gemeenzaam. Dan zijn we in al onze armoede toch rijk. Dan houdt u de Heere over. Of kan het rijker? Dan hebt u een verwachtend leven. Daar herkent u de ware christen aan. Gods kinderen leven in de verwachting. Ze kijken uit of de Heere komt. Ze geloven met vreze en beven dat Hij komen zal. Ze zingen: 'God des levens, ach wanneer? '

Wilt u weten of u een kruimel geloof hebt? Vraag u af of u een verlangen hebt met verwachting! Wanneer is dat verlangen goed? Als het zich meer naar de Heere Jezus Christus uitstrekt dan naar enig ding in de hele wereld. Gods kinderen — en je hoeft echt niet in de tachtig te zijn om een kind van God te zijn — ze leven uit de beloften, van klein tot groot. Die houden mij op de been, de beloften van God. Zo is het bij deze vrouw. Waar gaat ze heen? Naar de tempel. Al jaren. Elke dag. 's Morgens bij het morgenoffer, 's avonds bij het avondoffer. Ze was er. Door genade. Met hart en ziel. Met vasten en bidden. Is dat geen saai leven, Anna? Ze schudt van nee. Deze vrouw kent de verrukkingen die er zijn in de gemeenschap met God. Daar bleef ze ... in de tempel. Ze was geen geestelijke fijnproever, die dan deze spreker achterna liep, dan die. Nee, naar de tempel. Dat is nou echte godsvrucht.

Naar de tempel. Nota bene, een plaats waar het er niet zo bar best uitzag met het geestelijk leven. Ze verwachtte het daar, in Jeruzalem, waar alles was vol huichelarij, vol afgoderij, vol overtreding van de wet. Zonde en misdaden. Maar toch verwachtte zij het in Jeruzalem. Want de Heilige Geest leert een mens verwachten waar het oog niets ziet! Dan is er ook nog hoop voor de kerk van vandaag.

Hoop voor onze hervormde kerk! Loop er niet te gauw uit weg. De Heere wil er nog mensen bekeren en Zijn volk vergaderen.

Naar de tempel! Voelt u het niet? Deze oude vrouw hunkert naar de Zonne der gerechtigheid. De Heilige Geest dreef haar uit naar de Christus. Daar waren haar oude ogen op gericht. En dan gebeurt het wonder. Ze wordt getrokken, gezet naast Simeon. Bij Christus. Haar Christus. Anna's God is een verrassend God, die armen met goederen vervult. Die een hoorder is van het gebed. Ze mag de Heere belijden. Zijn Naam op de lippen nemen. De verhoring in handen nemen. Luister goed en kijk. Twee hoogbejaarde mensen, ze zingen, met verschraalde stemmen ... Gij hebt door uw vermogen, o Heer mijn hart verheugd, ik zal verrukt van vreugd, uw grote daan verhogen. Hier hoort de hemel twee verloste zondaars zingen. En het lied van verloste zondaars klinkt de levende God oneindig dieper en schoner in de oren dan het lied der engelen. De Heere belijden ...

Hoeveel keer hebt u al Kerstfeest gevierd? Hebt u al, net als Anna, de Heere beleden? Toe zeg het eens. Och, je hoeft geen Anna te heten om toch een Anna te zijn. Anna ... dat betekent begenadigde. Maar wat maakt genade jong. Zonder deze genade is de ouderdom zo'n zielig bestaan. De gebreken komen. De mond is vol klachten. Maar hoor Anna nou eens. Ze gaat spreken. Ik zie haar gaan door de kronkelende straten van Jeruzalem. Ze is de Koning te rijk. En maar vertellen. Waarover? Over haar ervaringen? Welnee! Wat hebben de mensen eraan. Over Hem! Ze sprak over Hem tot allen die de verlossing in Jeruzalem verwachtten.

Hebt u wel eens een brandstichter bezig gezien? Vreselijk! Daar gaat een brandstichtster door Jeruzalem. Heerlijk! Ze maakt brandende harten. Genade maakt mededeelzaam. Dat is waar. Maar ook spraakzaam. Over Hem. En Anna, de evangeliste maar vertellen van haar Koning. Had ze er een opleiding voor gehad? Welnee. Ja toch wel. Ze had gezeten op de leerschool van de Heilige Geest. Daar zat ze nog op. Anna sprak. Dat is het laatste wat we van deze vrouw lezen. Ze sprak.

’t Is Kerstfeest geweest. Christusfeest! Voor u? Zult u het onthouden. Er is geen gebrek aan dominees. Er is gebrek aan levende christenen. Aan Anna's, die spreken. Over Hem. Daar hoeft u niet oud voor te zijn. Uw Koning is het waard. Hij de Vorst der aard, is die hulde waard.

 

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 december 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Zij sprak van Hem

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 december 1971

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's