Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verstaan wij elkaar onderweg?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verstaan wij elkaar onderweg?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2 Enkele hoofdstukken in het boek „Elkaar verstaan" gaan in op de situatie waarin de kerken zich vandaag bevinden. We leven in een tijd van secularisatie, een tijd van , , Godsverduistering" of nog beter gezegd een tijd van verborgenheid Gods. In hervormd-gereformeerde kring heeft prof. dr. C. Graafland deze zaak indringend aan de orde gesteld. In deze

) bundel wordt het Samen-op-Weg proces met nadruk in verbinding gebracht met deze nood der tijden. Met name gebeurt dat in de bijdragen van G. P. Hartvelt, H. Berkhof én C. A. van Peursen.

Gemeenschappelijke verlegenheid

Prof. Hartvelt schrijft over velden van aarzeling en soms ook weerstand die zich

ten aanzien van het SOW-proces voordoen. Zo signaleert hij in de reakties van kerkeraden op de Verklaring van Overeenstemming onbehagen ten aanzien van het tempo van het proces. Er is her en der het gevoel dat SOW teveel van bovenaf gedreven en aan aan het grondvlak opgedrongen wordt. Een meer inhoudelijk bezwaar is dat er te weinig garanties gegeven worden voor het belijdend karakter van de kerk van de toekomst. Zo kan de continuïteit met de „vaderlandse kerk", die als planting Gods wordt gezien, in gevaar komen. Hartvelt wil niet op allerlei weerstanden in detail ingaan, maar beperkt zich tot het aangeven van enige „geestelijke gezichtspunten", in de hoop dat herkenning optreedt. In de geschiedenis - zo betoogt hij - treden tal van breekpunten, diepgaande veranderingsprocessen op. Deze veranderingen leiden tot een andere „blikrichting" onder de mensen, een andere wijze van denken. Meestal treden er ook weerstanden op tegen dergelijke veranderingen en zwenkingen in de tijd. Men zoekt dan het oude vertrouwde op vanuit een verlangen naar stabiliteit en evenwicht. Zo'n breuklijn was de overgang van de Middeleeuwen naar de tijd van de Reformatie (15 en 16e eeuw). In Renaissance en Humanisme ontwaakte een onvoorstelbaar zelfbewustzijn. Een sterke klemtoon kwam te liggen op het individu, de enkele mens met al zijn mogelijheden. Maar deze aandacht voor de enkeling bracht ook nieuwe verlegenheden en angsten met zich. De Reformatie vond en wees een weg van behoud en geborgenheid voor de enkeling. De weg van de vrede met God door de vergeving van zonden, de weg van de enige troost in leven en sterven. Tegenover de „moderne" mens die zich wilde losmaken van alle gezag dat boven hem gesteld was, plaatste de Reformatie de drie sola's als beslissende uitgangspunten: sola fide, sola scriptura, sola gratia. Door het geloof alleen, door de Schrift alleen, door de genade alleen.

In onze eigen tijd doet zich een nieuwe breuklijn voor. Dit „vreemde heden" onderscheidt zich in menig opzicht van alle voorafgaande tijden. De secularisatie speelt zich niet alleen rondom ons, maar ook in ons af. Het lijkt of God voor vele mensen van deze tijd niet meer ervaarbaar is. Al zouden ze het willen, ze schijnen niet tot ervaring van God te kunnen komen. De antenne van de Godservaring werkt niet meer.

Op allerlei terreinen heeft een ongehoorde technische vooruitgang plaatsgevonden. Voor de inrichting van de samenleving heeft men God en de godsdienst niet meer nodig. De kerk staat niet meer in het midden, het geloof wordt meer en meer teruggedrongen naar de privé-sfeer. Temidden van deze cultuurschok zijn de steunberen van een gemeenschappelijke overtuiging, een „samen-weten" weggevallen. Vandaar dat er sprake is van een diepgaande innerlijke verdeeldheid van de kerk. Welnu, heel deze verlegenheid, al die knagende vragen rond de Godsregering en heel die gemeenschappelijke armoede inzake de Godservaring geeft alle aanleiding om ons samen te bezinnen op de vraag wat de kerk van Christus (nog) kan zijn in deze wereld. Zo is dan ook de toonzetting aan het begin van de Verklaring van overeenstemming: „In onze tijd wordt van ons iets gevraagd, dat anders en wellicht meer is dan wat onze kerken tot nu toe aan belijdende antwoorden hebben opgebracht. Hebben wij ook maar een schaduw van een antwoord op de vragen van de jeugd, hebben wij énige voorstelling hoe wij als kerk in de toekomst dienstbaar zullen zijn aan een vrijwel volledig geseculariseerd volk, hebben wij enige remedie tegen de verkilling en verwildering die om zich heen grijpen, tegen de doelloosheid en zinledigheid, die het leven van zo velen zijn gaan bepalen op een wijze en in een omvang, als tot nu toe noch in Europa, noch in ons land gekend zijn? "

In het licht van deze aangrijpende situatie vraagt Hartvelt naar de bereidheid om echt samen op weg te gaan. Om de ander echt te willen ontmoeten, ook in datgene wat hem of haar ten diepste beweegt. „Wellicht hebben wij veel meer van de ander in huis, dan wij geneigd zijn te denken". In de diepte van ons bestaan heeft de „Godsvraag" toegeslagen. Daar wandelen wij vaak „temidden van de gordijnen". Onze eigenlijke armoede heeft ons gelijk gemaakt aan elkaar. Laten wij in ootmoed en nederigheid voor God, maar dan ook ten opzichte van elkaar samen in de diepte komen. Zijn pleidooi loopt uit op de woorden: „Daar krijgt dan het getuigenis van de Reformatie een nieuwe echo: God rechtvaardigt zondaren; God kiest voor zondaren. Tegelijk echter krijgt dit alles dan een ongehoorde verbreding: het schept niet alleen nieuwe mensen, andere mensen ten overstaan van God, maar ook ten overstaan van elkaar. Want als tot onze verwondering God ons aanvaardt - hoe zouden wij dan achter kunnen blijven ten opzichte van elkaar? "

Enig commentaar

Met name het slot van Hartvelts betoog is indrukwekkend. Als ik het geheel van het door hem geschreven hoofdstuk overzie, moet ik toch zeggen dat het zeer te betreuren is dat hij niet diepgaand op velerei inhoudelijke bezwaren van kerkeraden

die op de verklaring van overeenstemming gereageerd hebben, is ingegaan. Die reacties waren dikwijls breedvoerig en wel doordacht. Kan er dan volstaan worden met zo globale beantwoording? Ik meen van niet.

Terecht stelt Hartvelt dat onze tijd een nieuwe breuklijn in de cultuur te zien geeft. Toch weet ik nog zo niet of hij ons een goede weg wijst door te suggereren dat wij nu een nieuwe Reformatie zouden behoeven. De Reformatie van de 16e eeuw vond een antwoord voor de geïndividualiseerde en daardoor ontwortelde mens van toen. Maar wij komen er volgens Hartvelt niet meer met de antwoorden die toen door bange worsteling heen gevonden zijn. Ik zou zelf eerder zeggen dat de beslissingen die in de Reformatie genomen zijn, de richting die toen is ingeslagen, - overigens in hernieuwde aansluiting bij het oorspronkelijk christendom - , van bepalende betekenis blijven voor de kerk van alle tijden. Maar dit eenmaal verworvene en aan de kerk geschonkene is geen rustend bezit. Het moet altijd weer vernieuwd worden en ook ingedragen in steeds veranderende situaties. Hoe ingrijpender de veranderingen, hoe groter de uitdaging van de , , vertaalslag". Alleen maar klakkeloos herhalen wat vroeger gezegd is, leidt tot toenemende vervreemding. Bovendien zeggen we dan alleen maar schijnbaar hetzelfde als vroeger, aangezien het toen in een andere situatie gezegd is. Dus vertolking is nodig, maar dan wel van dezelfde kernboodschap die in de tijd van de Reformatie zo zuiver gepredikt mocht worden.

Tenslotte naar onze eigen kring toe deze vraag: zijn we bereid de door prof. Hartvelt toegeworpen handschoen op te pakken? Wat denken we als kerkeraden van een gesprek met de gereformeerde kerkeraden, dat nu eens niet zal gaan over wederzijdse behoudende of progressieve stelligheden en stellingnames, maar over de gemeenschappelijke verlegenheden? Hoe dragen we het toevertrouwde pand over aan de jongere generaties, hoe bereiken we onze van het evangelie vervreemde tijdgenoten? Hoe houden we het gelovig uit temidden van de aanvechtingen rond het belijden van de voorzienigheid Gods? Hoe geven we gestalte aan de praktische geloofsgehoorzaamheid in eigen omgeving en in wereldwijd perspectief? Ik vraag me af of een ontmoeting waarin we ons niet groot houden voor elkaar, maar waarin we elkaar onze zwakheid durven tonen niet verrassend zou kunnen zijn.

Wegen in de wildernis

, , Het landschap der secularisatie, wegen in de wildernis", zo luidt de titel van het boeiende hoofdstuk geschreven door de emeritus-hoogleraar van Leiden, prof. dr. H. Berkhof. Hij benadrukt dat wij wachten op nieuwe werkingen van de Geest. Onze tijd is te vergelijken met anderhalve eeuw geleden, de tijd na de Napoleontische oorlogen, toen er ook schraalheid en kilte heerste. , , De gelovi-gen vormden toen overal gebedsgroepen die God smeekten om een „réveil", een , , revival", een , , Erweckung"... Tegenwoordig moeten we niet alleen bidden om vernieuwing, maar ook en eerst bidden om opnieuw het bidden te leren. Wij beginnen dus op een veel dieper punt. , , De erkenning van onze onmacht kan juist een toegang tot de zo noodzakelijke vernieuwing worden. De moderne mens kan zoveel zelf organiseren en manipuleren. Hier staat hij echter machteloos. Het gaat Berkhof erom dat we niet licht zullen denken over onze geestelijke nood. Wij moeten niet denken dat wij deze nood kunnen weg-organiseren. Anderzijds moeten we de secularisatie niet langer als een noodlot of natuurverschijnsel ondergaan, maar als een oproep om de wapenrusting van God aan te trekken en daarmee weerstand te bieden in de boze dag (Efeze 6). Berkhof analyseert niet alleen' de oorzaken waardoor het tot deze , , verwoestijning" van het leven gekomen is, maar wijst ook op tegengestelde tendensen. De wal lijkt het schip te keren. Maar een zeer religieuze beweging als de , , New Age movement" brengt weer nieuwe gevaren met zich mee, die evenmin onderschat mogen worden.

Berkhof geeft een korte schets van de ontwikkelingen binnen de Ned. Herv. Kerk en de Geref. Kerken in Nederland gedurende de afgelopen eeuw. Hij besluit met een aantal aanbevelingen voor het kerk zijn nu. Daarbij ligt de nadruk vooral op de apostolaire opdracht van de kerk: , , Wij die de weg kennen, staan in dienst van de ontelbaren om ons heen die hun koers verloren hebben" en heel concreet: , , Laat ieder gemeentelid persoonlijk, als gezin of als familie in eigen intiemere kring minstens één niet-gelovig mens of gezin ongedwongen ais vriend(en) hebben." Terecht heeft ds. Westland in zijn recensie opgemerkt: , , Bij zijn aanbevelingen miste ik wel de oproep van persoonlijke bekering en vernieuwing tot een bijbels geloofsleven". Gezien Berkhofs inleiding en inzet zou je zo'n oproep zeker verwacht hebben, maar het komt er uiteindelijk toch niet uit. Om het in Berkhofs eigen taalveld te zeggen: het is toch nodig krachtig verticaal terug te koppelen om horizontaal vooruit te kunnen komen?

Leerproces

Ook prof. dr. C. A. van Peursen wijdt een beschouwing aan secularisatie. Terecht wijst hij erop dat de voortgang van het secularisatieproces geleid heeft tot een veel hardere werkelijkheidservaring. Materialisme en egoïsme is het gevolg van het vervlakte en afgeplatte leven in het hier en nu. De kerken moeten terwille van heel de samenleving weer zoeken naar verruiming van de horizont. Dat zal een moeizaam leerproces zijn. Het gaat erom dat de concrete en directe ervaringen weer in een bredere samenhang gezien worden. Het door Van Peursen gestelde blijft naar mijn besef toch wat afstandelijk en zweverig. Maar misschien mogen we dat de wijsgeer niet kwalijk nemen.

Mijn conclusie is dat in het boekje , , Elkaar verstaan" terecht uitvoerig aandacht gevraagd wordt voor de secularisatie. Bij onze bezinning op en beoordeling van het SOW-proces zullen wij de gezichtspunten van de gemeenschappelijke verlegenheid en opdracht zwaar mee moeten laten wegen. Beslissend is dan wel dat de verlegenheid verdiept wordt tot schuld: , , Wij hebben God op 't hoogst misdaan, wij zijn van het heilsspoor afgegaan - ja, wij, en onze vaderen tevens". Dan is er gemeenschappelijke verootmoediging en leren we elkaar verstaan in de diepte coram Deo, voor het aangezicht van de heilige en genadige God.

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Verstaan wij elkaar onderweg?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's