Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Waar liefde woont

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Waar liefde woont

STUDIEDAG OVER GEMEENTEOPBOUW

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij begreep niet dat de kerk zo'n gebouw kon hebben. Direct bij binnenkomst in de hal had het hem al getroffen. Hij zag een pla/ond van rutve, ongeschaafde planken en in het beton van de muren zag hij nog de naden van de bekisting. Lelijk en slordig. Dat was de eerste indruk van een van de broeders die op donderdag 7 november in het seminarium Hydepark in Driebergen bij elkaar kwamen.

Een vak apart

Voor veel broeders was het de eerste kennismaking met Hydepark. Predikanten kennen dit gebouw allemaal wel van de weken die zij er in hun studietijd en daarna hebben doorgebracht. Maar de predikanten waren deze keer in de minderheid. De studiedag over gemeenteopbouw, georganiseerd door de Gereformeerde Bond in samenwerking met het Instituut voor Gemeenteopbouw en Theologie uit Ede, werd vooral bezocht door ouderlingen(-kerkvoogd) en diakenen. De belangstelling voor deze dag bleek zo groot dat aan de laatste (te late) aanmelders 'nee' moest worden verkocht. Het was vol.

Gemeenteopbouw is dus in. Dat betekent niet dat in vroeger jaren en eeuwen niet werd gewerkt aan de opbouw van de gemeente. Gemeenteopbouw is van alle tijden. Maar sinds de jaren tachtig van de eeuw die net achter ons ligt, is het in de (praktische) theologie wel een vak apart geworden. Predikanten krijgen het mee in hun studie aan de universiteit. Kerkelijk werkers worden erin opgeleid, onder andere aan de opleiding Godsdienst Pastoraal Werk in Ede. Aan deze opleiding is het bovengenoemde Instituut voor Gemeenteopbouw en Theologie verbonden.

Nieuw is ook, sinds een jaar of tien, de bepaling in de kerkorde dat gemeenten een beleidsplan moeten hebben. Kerkenraden zijn daarom genoodzaakt op papier te zetten waar de gemeente in de volgende vijfjaar aan gaat werken. Daardoor is gemeenteopbouw naast een vak apart ook een apart agendapunt geworden. Sommigen vinden dat maar niets en zien het louter als een verplichting. In andere kerkenraden ontdekt men echter dat het goed is om grondig na te denken over het leven en werken van de gemeente.

Gods voorbeeld

Ds. G. D. Kamphuis las bij de opening van de studiedag de eerste vijf verzen van Hebreeën 8. Daar gaat het onder andere over Mozes, die de tabernakel moet bouwen. Hij krijgt nadrukkelijk de opdracht om alles te maken naar de afbeelding die hem op de berg is getoond. Zo moet de gemeente, de bruid van Christus, het beeld vertonen dat God de Vader ons heeft getoond in Christus. Verantwoorde gemeenteopbouw is gemeenteopbouw rondom het Woord. In het Woord toont de Heere ons de afbeelding van de gemeente. Die afbeelding moeten we telkens ontdekken en scherper in beeld krijgen.

Met dit openingswoord werd de toon gezet. Het Woord van God is het uitgangspunt voor verantwoorde gemeenteopbouw. In die lijn ging ook dr. J. Hoek verder. Hij waarschuwde er in zijn inleiding voor dat we niet activistisch achter allerlei gemeenteopbouwplannen aan moeten lopen, in de hoop dat door een nieuwe aanpak alles beter zal worden. In zijn definitie van gemeenteopbouw komt de afhankelijkheid van, en daarmee ook de gehoorzaamheid aan, de Heere God nadrukkelijk naar voren. 'Gemeenteopbouw is samenhangend en doelgericht handelen in afhankelijkheid van de Heilige Geest en met het oog op de eer van God en het heil van mensen, ten dienste van het samenkomen, gestalte krijgen en gezonden worden van Christus' gemeente in de wereld van vandaag.'

Efeze 4 : 1-16 is volgens dr. Hoek de 'magna charta' van gemeenteopbouw, vooral door wat daar wordt gezegd over de verhouding tussen de ambten en de gaven van de Geest. Omdat de Heilige Geest aan de gelovigen gaven geeft, is het belangrijk hen ook in te schakelen in de gemeente. Het is niet goed als ambtsdragers alle taken zelf uitvoeren en gemeenteleden daarbuiten houden. Tegelijkertijd is ook duidelijk uit de Schrift, dat de ambten wel gegeven zijn om leiding te geven aan het leven en werken van de christelijke gemeente.

Gemeenteopbouw met beleid

Drs. M. van Campen had zijn zoon meegebracht om met behulp van een computer en een projector de kernwoorden uit zijn inleiding op de witte muur te projecteren. Dat heet een powerpoint-presentatie. Moderne techniek wordt zo gebruik^om de boodschap over te brengen. De wijze waarop drs. Van Campen zijn boodschap

presenteerde, typeerde tegelijk ook de inhoud.

In de praktische theologie, en dus ook bij het vak gemeenteopbouw, wordt dankbaar gebruikgemaakt van inzichten uit de sociale wetenschappen. Sociologen informeren ons over ontwikkelingen in de samenleving en over bijvoorbeeld de jongerencultuur. Organisatiedeskundigen laten ons zien hoe mensen met verschillende verantwoordelijkheden het best kunnen samenwerken. Marketingdeskundigen vertellen ons wat we kunnen doen om mensen te bereiken met de boodschap van het Evangelie. Daar schuilt ook een gevaar in, het gevaar dat de kerk zich gaat aanpassen aan de mensen, aan de cultuur, aan ontwikkelingen in de samenleving. Drs. Van Campen pleitte er daarom voor deze adviseurs niet als goeroe, maar als dienstmaagd te zien. Op dit punt bestaan in kerkenraden en gemeenten best wat aarzelingen bij de aandacht voor gemeenteopbouw. De vrees leeft dat gemeenteopbouw gelijkstaat aan het doorvoeren van allerlei veranderingen en vernieuwingen. De broeders uit Ede zijn zich van deze zorg bewust. Drs. Van Campen heeft in zijn inleiding echter laten zien dat met gemeenteopbouw niets meer en niets minder wordt beoogd dan een planmatige en doelgerichte manier van werken. Dat is naar de Schrift. De tempel werd niet zomaar lukraak neergezet. Daar lag een bouwplan, door God aangereikt, aan ten grondslag. Daarom moeten we ook in de gemeente vandaag telkens weer de bouwtekeningen erbij pakken en nadenken over de manier waarop we te werk gaan. Drs. Van Campen noemde hier de veelheid van activiteiten die elk jaar in september weer van start gaan en stelde de vraag naar de onderlinge samenhang daarin. Hij gaf vervolgens aan hoe een kerkenraad in de praktijk bezig kan zijn met deze vragen. Daarbij moeten we luisteren naar de Schrift, maar ook kijken in de spiegel om te ontdekken waar dingen goed gaan in de gemeente en waar niet. Op grond daarvan worden dan de lijnen uitgezet voor de toekomst. Wie hier meer over wil weten, leze het boekje 'Gemeenteopbouw rondom het Woord' van de hand van drs. Van Campen.

Aantrekkelijke gemeente

Zowel dr. Hoek als drs. Van Campen gebruikte de uitdrukking 'vitale en aantrekkelijke gemeente'. Dat ontlenen ze aan dr. J. Hendriks, die veel over gemeenteopbouw heeft geschreven. De Edese school legt daarbij echter wel eigen accenten. Het aantrekkelijke (naar buiten toe) van een gemeente is voor hen onlosmakelijk verbonden met het vitale, het levende geloof. Gemeenteopbouw en geloofsopbouw kunnen niet van elkaar gescheiden worden.

Het was mooi om dat ook te horen van deelnemers aan deze studiedag. In de workshops die na de inleidingen werden gehouden en in het forumgesprek aan het eind van de dag, werden veel inzichten en ervaringen uit de praktijk uitgewisseld. Het was goed om zo als broeders (en enkele zusters) bij elkaar te zijn. Dat was, zo bleek bij de korte terugblik aan het eind van de dag, het gevoelen van velen. Dr. Hoek stelde in zijn inleiding dat ook het ambt een gave is. Voor mij werd dat ter plekke bevestigd door het getuigenis van broeders die de gemeente liefhebben, worstelen met de vragen die op hen afkomen en op een geestelijke wijze hun weg daarin zoeken. Ik denk aan de broeder die uit ervaring vertelde hoe de gemeente allereerst wordt gebouwd door een doorleefde en schriftuurlijke prediking en aan broeders die blijk gaven van hun bewogenheid met jongeren, met de ongelovige naaste, met mensen in nood. Zulke ambtsdragers zijn inderdaad een geschenk van Christus aan Zijn gemeente. Dr. W. Verboom, die met drs. Van Campen en dr. Hóek het forum vormde, ging in op de vraag of we als gemeente wel aantrekkelijk genoeg zijn. Hij betoogde dat de gemeente zich niet aantrekkelijk hoeft te maken, maar gewoon bezig moet zijn met de inhoud. Als we elkaar in de gemeente werkelijk liefhebben, zullen mensen dat zien.

Terugkijkend op deze volle middag en avond op Hydepark moest ik weer denken aan de broeder die zich zo verwonderde over de afwerking van het gebouw. Is dat het ook niet wat mensen vaak zien als ze naar de christelijke gemeente kijken? Ruwe ongeschaafde planken en grijs beton. Een gemeente van zondige mensen die levenslang hun ruwe kanten blijven houden. Het zal in dit leven niet lukken om de planken glad te schaven en het beton van een frisse kleur te voorzien. We kunnen ons niet presenteren als een gemeente waar alles glad en gepolijst is. Een levende gemeente leeft van genade en van vergeving, van de liefde van Christus. Ruwe mensen, soms hard als beton, leren van Hem wat liefde is. En waar liefde woont, daar gebiedt de Heere Zijn zegen.

H. VAN GINKEL, GOES

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Waar liefde woont

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 2002

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's