„Eerst gemeentevisie, dan pas kerk ontwerpen”
UTRECHT. Een kerkgebouw moet een boodschap uitstralen naar de samenleving. Kerkenbesturen en bouwcommissies in de gereformeerde gezindte moeten daarom eerst nadenken over het gemeente-zijn en pas daarna een architect een opdracht geven voor het ontwerpen van een kerk.
Die mening onderschreven veel deelnemers van de bijeenkomst ”Cultuur in reformatorische kerkarchitectuur” gisteren in Utrecht. Het symposium in Museum Catharijneconvent was een initiatief van het Biblebelt Netwerk, een groep wetenschappers die onderzoek doet naar ontwikkelingen in de gereformeerde gezindte.
Bij de huidige kerkarchitectuur wreekt zich dat –sinds dr. Abraham Kuyper erover schreef– er in protestantse hoek vrijwel geen grondige doordenking heeft plaatsgevonden van de vraag waaraan een protestants kerkgebouw –en nog specifieker: een kerkgebouw voor een reformatorisch eredienst– moet voldoen.
Bouwcommissies moeten gestimuleerd worden over architectuur na te denken, stelde ook ir. Hans Teerds, architect en onderzoeker van de Technische Universiteit Delft gisteren in de hoofdlezing van de dag. Elke kerkbouwopgave vraagt om theologische bezinning, aldus Teerds. „Een kerkgebouw kan per definitie niet puur functionalistisch zijn.”
Dat veel nieuwe kerken aan de rand van dorpen worden gebouwd, ziet Teerds als een kwalijke ontwikkeling. Dit gebeurt soms veel te gemakkelijk, vindt ook de Staphorster kerkenarchitect J. Huls. „Er wordt vaak gezegd dat er geen plek is in de kern. Dat is meestal niet waar. Voor een bibliotheek en een theater is er ook plaats.”
Teerds reageerde in zijn lezing op de resultaten van veldonderzoek dat wetenschappers die bij het Biblebelt Netwerk betrokken zijn in Barneveld deden. Zij bestudeerden het ontstaan van de kerkgebouwen van de gereformeerde gemeente (Zuid), gereformeerde gemeente in Nederland en de hersteld hervormde gemeente.
Deze kerken domineren het landschap door hun grootte, hoogte en uitgestrekte parkeerterreinen, constateerde dr. J. Exalto. De kerkgebouwen zelf kennen echter een „zeer beperkte vormentaal en hebben nauwelijks symboliek.”
Er is bij de bouw van deze Barneveldse kerken sprake van een strikte scheiding tussen geloofsbeleving en kerkgebouw, stelde onderzoekster Anneke Pons MSc in haar analyse. „De bouwcommissie hield zich met het gebouw bezig; de kerkenraad en predikant met de geestelijke zaken.”
Onderzoeker dr. M. Wisse –gisteren niet aanwezig in Utrecht– zocht naar een theologische verklaring voor de soberheid, zo vertelde dr. J. Roeland. „Er ligt mogelijk zo veel druk vanuit het eerste stuk, van de ellende, op de dankbaarheid, dat de taal van de eer van God onvoldoende doorklinkt in de kerkontwerpen. Maar de notie van de zondigheid mag nooit het „doet het al ter ere Gods” overwoekeren”, aldus Wisse.”
In Utrecht klonk kritiek op nieuwe kerken in een oude, soms zelfs middeleeuwse stijl.
Zie ook Puntkomma pag. 13.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 2014
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 2014
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's