Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Interview met ds R. Kok

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Interview met ds R. Kok

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Gereformeerde Weekblad „Bout-Huizen" publiceerde een interview met ds R. Kok uit een niet met naam genoemde krant. We nemen het in ons blad over:
Dezer dagen zond men mij een krant toe, waarin een interview was opgenomen met ds R. Kok, predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Ameide, die rondom 1950 door de synode van de Gereformeerde Gemeenten werd geschorst als predikant vanwege zijn „aanbod van genade", die zich toen met zijn gemeente losmaakte uit het verband van de Gereformeerde Gemeenten en later christelijk gereformeerd werd. De vragen in het interview waren scherp gesteld, de antwoorden niet minder. Ds Kok is thans 75 jaar oud, maar hij preekt nog elke zondag, meestal driemaal. Geboren in 1890 werd hij predikant te Aagtekerke in 1915. Zijn vijftigjarig ambtsjubileum is reeds achter de rug en hij is nog steeds in actieve dienst. Over roeping tot het predikambt en over zijn overgang naar de christelijke gereformeerden sprak hij openhartig:
Dominee, wat is naar uw mening de kerninhoud van de Bijbel?
Jezus Christus en Die gekruisigd . . .
Voor wie gekruisigd? . . .
Voor de wereld!
Waar staat dat? . . .
Indirect in Hebreen 10: 29. Daar staat dat iemand die het bloed des Verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein acht, zwaarder oordeel verdient, doordat hij de Zoon van God met voeten vertreedt. Hieruit volgt dus, dat dit bloed ook voor zijn heiliging gestort was, al maakte hij er geen gebruik van! Het was dus ook voor hem. Voor de wereld dus, om op uw vraag terug te komen . . .
Heeft u nog meer bewijzen? . . .
Jazeker. Johannes de Doper zegt: Zie het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt . . .
Dat betekent toch de wereld der uitverkorenen? . . .
Niks ervan! Er staat Kosmos, dat is de hele wereld. In de algenoegzaamheid van Zijn offer neemt Jezus de zonde radikaal weg. Trouwens ook de Catechismus zegt in zondag 15 bij vraag 37, dat Jezus de toorn Gods tegen de zonde van het ganse menselijke geslacht gedragen heeft. Nou? . . .
Dus iedereen wordt zalig? . . .
Alleen zij, die Jezus Christus door een waar geloof aannemen!
Dus tóch de uitverkorenen? . . .
Dat woord past niet in dit kader. Daarom gebruik ik welbewust het woord geloof. Het Besluit Gods geeft geen enkel recht op Christus. Maar dan ook geen enkel! . . .
Dat is krasse taaL Kunt u dat staven? . . .
Dat kan ik. Luister: Stel dat mijn vrouw en ik enkele voorwerpen, b.v. een schemerlamp, een boekenkast, een schoorsteenklok enz. willen weggeven aan onze kinderen. Nu horen zij dat en nemen de spullen maar vast weg, omdat het tóch besloten is. Dan is dat diefstal! Zij hebben er pas recht op, als wij het hen aanbieden. Want niet het besluit, maar alleen het aanbod geeft recht, Zo geeft de verkiezing of het Besluit Gods geen enkel recht op Christus, maar alleen het genadeaanbod. Dit Evangelieaanbod komt tot allen. Jezus zegt immers: Predikt het Evangelie aan alle creaturen (schepselen). Bijgevolg durf ik in Gods naam te beweren, dat in dit opzicht een verworpene evenveel recht heeft om tot Christus te komen. En die tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen . . .
Dat is nog krasser taal. Kunt u dit wel verantwoorden? . . .
Het is de waarheid, en anders niet!
Maar kan God zijn algemeen aanbod wel echt menen, vanwege zijn raadsbesluit? . . .
De geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen, terwijl de verborgen dingen voor God zijn. God heeft nooit besloten door Adam de mensheid tot eeuwige heerlijkheid te brengen. Alleen door Christus. Tóch beoogde God, bij de schepping, in Zijn bevelend willen, het heil van elk mens, zoals we ook weten uit zondag 3 vraag 5 van de H. Catech. (verkort): God heeft de mens goed geschapen, opdat hij God zijn Schepper recht zou kennen en met Hem in de eeuwige zaligheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen. Dat was dus Gods oogmerk met elk schepsel, vanuit de wil des bevels. Wij kunnen en mogen niet werken met Gods raadsbesluit. Leert men dit anders, dan komt men in conflict met zondag 3. Gods liefde komt dus tot ieder mens. En God meent het.
Dat is allemaal wel mooi gezegd, maar waar blijven we dan met de uitspraak des Heeren: Jakob heb Ik liefgehad, maar Ezau heb Ik gehaat? . . .
Jezus zegt in Johannes 3: 16: Alzo lief heeft God de wereld gehad . . . Bij die wereld hoort ook Ezau. God had Ezau ook lief. Maar Ezau verwierp het eerstgeboorterecht. God ziet de dingen altijd in zijn geheeL Vandaar deze uitdrukking die alleen maar gezien mag worden in het gehele verband.
Dat lijkt verdacht veel op de oude remonstrantse dwaling dat God verkiest uit voorgezien geloof en goede werken . . .
Dat wijs ik volstrekt af. Niettemin mogen wij nooit de verkiezing los maken van Christus. Noch de verwerping van de zonden. Anders belanden we in het krankzinnigengesticht. God verkiest in Christus en verwerpt in de zonden. Te begrijpen is dit niet allemaal, maar wel te geloven.
Sommigen concluderen uit Lev. 27 vers 32, dat er één op de tien zou uitverkoren zijn. Er staat dat elk tiende stuks vee, dat onder de roede doorgaat, de Heere heilig is, zonder onderzoek naar goed of kwaad . . .
Inderdaad menen velen dat. Het is goed dit even aan te roeren. Zij verwijzen dan naar Ez. 20: 37. Daar staat: Ik zal U onder de roede doen doorgaan en U stellen onder de band des Verbonds. Het gaat hier echter niet over de relatie: zondaar-offer-God. Maar: God-offer-zondaar. In het offer, Christus, verkiest God, zonder te letten op kwaliteiten. Niemand, hoe slecht ook, behoeft te wanhopen. Hoeren, tollenaren, moordenaars, overspelers, dieven, ja voor elk is er redding mogelijk bij God, die in grote barmhartigheid verkiest in het offer van Zijn Zoon, Jezus Christus, die ons tot een volkomen verlossing gegeven is. Hij wil dat allen in Hem geloven, want niet de verkiezing, maar het geloof is primair.
Best, maar in Joh. 17 lezen we toch maar van Jezus: Ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen die . . .
Ho eens even, Jezus bidt wel voor de wereld. Luister maar. Lukas 23: 34. Daar bidt Jezus: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Dat waren toch wel wereldlingen, die Hem kruisigden, dacht ik. Niet soms? . . .
Is Joh. 17 dan foutief geïnspireerd? . . .
Het gaat er maar om in welk verband iets geschreven staat. Het één is niet minder waar dan het ander. In Joh. 17 gaat het over een bepaald aspect van Jezus' Hogepriesterschap.

Verkiezing en aanbod van genade
Het conflict rondom ds R. Kok dat tenslotte tot zijn schorsing leidde, trok zich wel samen in de vragen rondom de verkiezing en het aanbod van genade. Daarvan lezen we in bovengenoemd interview het volgende:
Moet iemand een extra-ordinaire roeping hebben tot het predikambt, of is begeerte daarnaar reeds voldoende? . . .
Het één noch het ander! Wat baat het een gemeente als ik zeg bekeerd en geroepen te zijn? Het gaat om de bediening van het Evangelie. Als het de gemeente blijkt dat de dominee een boodschap heeft van Godswege, wordt deze vraag niet eens gesteld. Zelf heb ik 25 jaar in het Curatorium gezeten en ik zag de aangemelden bij bosjes struikelen over hun veel te lange bekeringen en uitgebreide roepingsverhalen. Soms ijselijk om aan te horen . . .
Voelde u zich wel door God gezonden om te prediken? . . .
Beslist we!l. Vanuit het boek Richteren werd ik bepaald bij de kracht van het offer. De kracht van Christus dus. Ik bedoel deze tekst; Ga heen in deze uw kracht! . . .
Nu bent u chr. gereformeerd. Hoe maakte u toen die keuze? . . .
Ik heb in 1958 die keus niet gemaakt, maar de gemeente. Er was de mogelijkheid van Hervormd of Chr. Geref. De gemeente koos Chr. Geref. Ik kwam achter de gemeente aan . . .
Dat klinkt wel mooi, maar verschillende mensen geven een geheel andere lezing over dit verloop . . .
Best mogelijk. Maar geloof me, het verliep zoals ik daarnet zei en niet anders. En ik geloof dat ik er nog best af gekomen ben toen, want de meerderheid bleef bij elkaar. Dan had Mozes het er kwaaier mee, want de Israëlieten wilden onderweg allemaal terug naar Egypte.
Bent u geheel los van de Ger. Gemeente? . . .
Ik heb de Ger. Gem. lief, maar nu ben ik Chr. Geref. En dat ben ik van harte . . .
Dat zegt u nu wel, maar hoewel u pas een „blauwe maandag" aangesloten bent, zit u nu alweer in de oppositiehoek, door uw medewerking aan het blad „Bewaar het Pand". Vindt u dat niet op zijn zachtst gezegd, knap onbescheiden? . . .
Wie zegt dat dit een oppositieblad is? . . .
Het eerste nummer ervan liet zich nogal laatdunkend uit over DE WEKKER. Niet dan? Waarom ging u eigenlijk in oppositie? . . .
Maar ik ging en ga helemaal niet in oppositie. Hoe komt men erbij. Luister: Er kwamen diverse ontevreden ambtsdragers bijeen te Sliedrecht. Men was niet gelukkig met de besluiten van de Synode en er dreigde scheuring. Ook ik kreeg een uitnodiging voor de bijeenkomst. De kerkeraad van Alphen a.d. Rijn stond op het zelfde standpunt als het mijne, om daar niet aan mee te werken, ondanks enkele bezwaren die ook wij hadden. Wij wilden geen oppositie, dus bleef ik thuis . . .
Maar u bent er toch geweest naar wij vernamen . . .
Inderdaad. Dat ging zo: Er kwam een telefoontje met het dringend verzoek tóch te komen, om de dreigende scheuring te helpen voorkomen. Toen gingen we en adviseerden de aanwezigen om elkaar positief te vinden. Men kan het immers onmogelijk in alles met elkaar eens zijn in een kerkgemeenschap. Niet scheuren dus! Toen kwamen we tot de oprichting van het blad „Bewaar het pand". Mij werd het redacteurschap aangeboden, maar ik nam dat niet aan. Van scheuring werd gelukkig afgezien. Ik heb er later contact over gehad met Apeldoorn. Tenslotte hadden we er een openhartig en aangenaam gesprek over achter gesloten deuren.

Doodsstaat, roeping en gebed
In dit interview kwamen ook andere onderwerpen ter sprake, zoals de doodsstaat van de mens, de roeping, het gebed en dergelijke. Ik geef hier nog iets uit dit gesprek door:
Wat dunkt u van des mensen doodsstaat? . . .
De doodsstaat is wel totaal, maar een mens is toch actief in zijn doodsstaat. Hij blijft een redelijk schepsel met een onuitroeibaar besef dat er een Goddelijk Wezen is. Ook mannen als Achab en Saul kenden gebedsverhoringen. Maar veel meer nog is God bereid alles te geven wat tot het leven en de zaligheid nodig is aan ieder die er Hem in ootmoed om vraagt. Dat gold ook voor Achab en Saul. De Heere wacht om ons genadig te zijn.
Waaruit concludeert u dat? . . .
Jezus weende over de onwil van Jeruzalem, waarvan Hij de inwoners zo graag had willen bijeenvergaderen als een hen haar kuikens. Dit waren liefdestranen en geen krokodilletranen. De bewogenheid van Jezus is even echt als de mogelijkheid die Hij biedt . . .
Wat beschouwt u als uw voornaamste taak, als dominee? . . .
Om net als Paulus, in arbeid te zijn om allen voor Christus te winnen.
Allen? Daar moeten dus wel alle uitverkorenen mee bedoeld worden? . . .
Welnee. Dat zou toch onzin zijn, dat Paulus zich uitsloofde om Gods Besluiten maar uitgevoerd te krijgen. Daar zorgt God, met eerbied gesproken, heus Zelf wel voor. Onze taak is het om allen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd, voor Christus te winnen. Dat bedoelt dus Paulus.
Houdt u er dan geen rekening mee dat er tweeerlei roeping is? . . .
God roept de mens door het Evangelie ernstig en waarachtig. God kan niet roepen tot uitwendige vroomheid. Er is dus maar één roeping, echter met tweeërlei uitwerking. Niet ieder beijvert zich om zijn roeping en verkiezing vast te maken, helaas.
En de beloften dan, gelden die ook voor allen? . . .
Op een jeugdavond in Harderwijk had ik hierover een scherpe discussie met een jongeman die op het standpunt van dr. Steenblok stond. Hij vond dat we wel mochten bidden, maar niet pleiten op Gods beloften, want die waren alleen voor Gods volk. Toen loofde ik ƒ 25,— uit voor elk gebed dat hij kon opschrijven, zonder daarbij, bewust of onbewust, te pleiten op Gods beloften. Aan elk gebed immers dat wij bidden moet noodwendig een belofte (toezegging) van God voorafgaan. Het werd stil in de zaal... Ik kon mijn portemonnee dicht houden... Want inderdaad, zonder beloften kunnen wij niet bidden.
In welk geloof moet er dan gebeden worden? . . .
In het geloof dat voorhanden is. Niemand is 24 uur per dag actief in het zaligmakend geloof. Het zogenaamde historische geloof (hoewel geen strikt bijbelse uitdrukking) moeten we productief maken. Ook Agrippa wordt door Paulus in zijn historisch geloof aangesproken. Het echte geloof is nooit los te denken van het historische. Het is a.h.w. een bedding, waardoor het zaligend geloof stroomt. En God hoort naar elke bidder (behalve als wij bewust kwalijk bidden om het in wellust door te brengen).
Hebt u nog een slotopmerking? . . .
Ik heb opgemerkt dat de scherpste tegenstanders nog wel eens een gelukkige vergissing maken. Eens hoorde ik dr. Steenblok om de bekering bidden van een hele familie, tijdens een begrafenisdienst. Ik haakte daarop in, maar toe we terugkwamen van het kerkhof, was dr. Steenblok nergens meer te vinden. Toen heb ik de begrafenis maar verder geleid. Later schreef ik hem er over. Ik hoorde niets. Toen schreef ik nog een keer. Ik kreeg antwoord. Dr. Steenblok argumenteerde dat hij gebeden had, niet vanuit het besluit, maar vanuit de gunning. Hoe het ook zij, ik was daar toch blij om . . .
Hebt u nog iets? . . .
Ik wil graag besluiten als volgt: Wij weten en geloven dat God de mens geschapen heeft naar Zijn beeld, opdat hij in de weg der gehoorzaamheid met Hem in de eeuwige zaligheid leven zou. En dat geloven wij uit kracht van Gods bevelend willen. En zo houden wij de prediking van het Evangelie, dat is de prediking van Gods beloften, eveneens voor waarachtig. Waarom dan ook de beloften van het Evangelie gepredikt moeten worden met bevel van bekering en geloof. En de Heere belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven . . .

We leren duidelijk het standpunt van ds Kok kennen én zijn plaats in onze kerken. Men zet hier en daar vraagtekens b.v. over de verhouding zaligmakend— historisch geloof.
Zwart op wit staat hier dat er een scheuring dreigde in onze kerken. Dat is een droeve zaak, die met zorg vervult. Niet gelukkig zijn met de besluiten van de Synode behoeft toch geen scheuring tot gevolg te hebben? Er is een andere weg, de kerkelijke, waaraan we krachtens ons ambt gebonden zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1966

De Wekker | 8 Pagina's

Interview met ds R. Kok

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1966

De Wekker | 8 Pagina's