Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verzorgen of .... doden?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzorgen of .... doden?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de maatschappij wordt de vraag opgeworpen of het niet goed zou zijn ons te bezinnen over „het in leven laten" van patiënten die ernstig lijden of vermoedelijk een leven van ernstig lijden tegemoetgaan. Het „Interim rapport inzake levensbeëindigend handelen - deel 1, zwaar defecte pasgeborenen" door een commissie uit de Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunde, onze grootste artsenorganisatie (begin 1990) en het rapport „Doen of laten" van de Ned. Vereniging voor Kindergeneeskunde (november 1989) zijn voorbeelden daarvan. Eerstgenoemd rapport is bedoeld als eerste van meerdere rapporten waarin z.g. levensbeëindigend handelen bij wilsonbekwame patiënten (dat zijn patiënten die niet in staat zijn om hun wil te vormen of te uiten) aan de orde gesteld wordt. Men spreekt zelfs over de zeer ruime groep van patiënten „die niet in staat mogen worden geacht de consequenties van een verzoek om euthanasie te overzien". Het tweede te verwachten rapport zal comateuze patiënten betreffen.

Deze bezinning komt vooral voort uit de sterk vermeerderde medische mogelijkheden om patiënten in leven te houden, wat ook tot gevolg heeft dat zeer gebrekkige patiënten in leven kunnen blijven, die vroeger zonder twijfel een natuurlijke dood zouden zijn gestorven. Dit betekent dat de arts zich nog meer dan vroeger moet afvragen of hij met een behandeling moet doorgaan, dan wei deze moet staken omdat deze „medisch zinloos" is geworden, m.a.w. of hij bezig is het leven zinloos te rekken.

Of beter.... doden?

Nieuw is echter de overweging om over te gaan tot het doden van de patiënt indien op het staken van de behandeling niet het natuurlijke overlijden volgt.

Is dit moreel aanvaardbaar, of misschien zelfs geboden, zoals sommigen stellen? Prof. Spreeuwenberg zegt (Medisch Contact 8.12.1989): „Nu menselijkerwijs vast staat dat het in leven laten van Mevr. Stinissen geen enkel belang dient en alleen ellende oproept, is het professioneel goed te verdedigen en wellicht zelfs geboden dat het leven wordt beëindigd". Het in deze zaak door Prof. Kuikert uitgebracht advies („door de bodem van het bestaan gezakt") wijst in dezelfde richting.

Een nieuw gebod: niet meer „gij zult niet doden", maar „gij zult doden degene wiens leven geen enkel belang dient en alleen ellende oproept"? Het middel is eenvoudig: alleen maar geen voeding en drinken geven. Daarmee maakt immers niemand vuile handen, we doen niets verkeerds, we laten alleen maar iets onnuttigs na!

Verzorging van het geschonden leven

Tot nu toe werd het onze vanzelfsprekende plicht geacht om ook het geschonden leven te verzorgen, te behoeden en te beschermen. En in veel gezinnen en instellingen is dit vanuit een roepingsbesef met enorme toewijding en liefde voor de zieke en gehandicapte medemens dan ook gedaan. Want chronisch zieken en zwaar gehandicapten komen natuurlijk niet nu pas op onze weg. Daarbij werd een beroep gedaan op de beste menselijke eigenschappen en wezenstrekken: ontferming, geduld, opoffering. En men heeft ervaren dat deze inzet „loonde", dat vreugde en levensvervulling eruit voortvloeiden, hoewel dikwijls onder tranen.

Deze verzorging - die uiteraard gegeven dient te worden tot het levenseinde - was niet alleen geheel ingebouwd in de medische ethiek, maar de samenleving heeft het nalaten ervan ook met straf bedreigd. In de artikelen 255 en 257 van het Wetboek van Strafrecht werd namelijk als misdrijf opgenomen het opzettelijk iemand tot wiens onderhoud, verpleging of verzorging men verplicht is, in een hulpeloze toestand te brengen of te laten, met een maximum gevangenisstraf van 9 jaren als de dood het gevolg is. Het is toch zonder meer duidelijk dat het onthouden van voedsel en vocht betekent „het opzettelijk in een hulpeloze toestand brengen", en wel met het oogmerk het veroorzaken van de dood.

Het lijden uitbannen door doden?

De moderne vraag echter is of het niet veel beter zou zijn het lijden radicaal uit te bannen, desnoods door de lijder zelf het leven te benemen indien zijn lijden niet afdoende bestrijdbaar is. Ofwel ervoor te zorgen dat er geen „lijder" geboren wordt.

Dit streven vindt men zowel bij de hulpverlener, de arts en andere bij de gezondheidszorg betrokkenen, als bij de patiënt en het grote publiek. Het is echter duidelijk dat een maatschappij zonder de norm van liefde en medemenselijkheid onvermijdelijk verhardt, vervalt in zelfzucht en ongebondenheid, tot criminaliteit toe. Het geluk dat men tracht te verkrijgen door het lijden uit te bannen, zal blijken steeds verder weg tevluchten.

Geen grens....

Het blijkt, en zal steeds meer blijken, dat het „redelijk" doden geen grens zal hebben:

— doden door de arts op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt bij ernstig lijden;

— doden door de arts van een patiënt die geen verzoek kan uiten, maar wel bewust ernstig lijdt;

— doden door de arts op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt die „het leven niet meer ziet zitten", zonder dat er

van ernstig lijden sprake is; — doden op uitdrukkelijk verzoek van de

patiënt door een familielid of vriend, niet-arts;

— doden door de arts indien de last voor de familie en/of verpleging te zwaar of te langdurig wordt of dreigt te worden, dus terwille van anderen;

— doden door de arts op verzoek van de patiënt die zich gedrongen voelt om levensbeëindiging te vragen omdat hij de last die hij anderen aandoet niet langer verantwoord vindt, al of niet op subtiele aanwijzingen van die anderen daartoe;

— doden door de arts van sterk gehandicapte pasgeborenen die bij het opgroeien vermoedelijk zichzelf maatschappelijk niet zelfstandig zullen kunnen handhaven;

— opzettelijk laten sterven van een patiënt die veel verzorging behoeft en die een levensbedreigende ziekte of kwaal oploopt, welke echter eenvoudig behandeld had kunnen worden;

— doden door de arts zonder verzoek als de patiënt te lang „onnut" een bed beslaat of een te grote financiële last gaat betekenen;

— doden door de arts van een patiënt zonder diens verzoek indien diens leven naar het oordeel van de arts geen enkel belang dient en alleen maar ellende oproept.

Omkeer

Laten we het onszelf bewust maken op welk spoor we terecht gekomen zijn en steeds verder voortgaan, EN NU NOG TERUGKEREN! Mr. H. van der Kolk Laan van Rijnwijk 1 - D06 3709 JL Zeist Dr. J. G. Verhoeven - internist V.d. Duijnstraat 8 3581 JX Utrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1990

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's

Verzorgen of .... doden?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 augustus 1990

Gereformeerd Weekblad | 10 Pagina's