Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zie Mijn Knecht!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zie Mijn Knecht!

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun. Mijn Uitverkorene, in Denwelke ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn geest op Hem gegeven; Hij zal he heidenen voortbrengen. Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op d ren laten. Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken, en de rokende vlaswiek zal blussen: et waarheid zal Hij het recht voortbrengen. Hij zal niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden, tot recht op aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar Zijn leer Jesaja 42 : 1—4

Zie hoe bekwaam Hij is

In dit tekstgedeehe vraagt de HEERE God uitdrukkelijk aandacht voor Zijn knecht.

Wij hebben hier te maken met het eerste hed van de Knecht des HEEREN. We vinden bij Jesaja vier van deze liederen, waarvan dat in Jesaja 53 ongetwijfeld het bekendste is. Veel is er over te doen geweest, wie er toch wel bedoeld zal zijn met deze Knecht des HEEREN, de Ebed Jahwè. Voor de gemeente van Christus is beslissend dat de Heere Jezus Zich in Mattheüs 12 met deze Knecht vereenzelvigt. Met volle vrijmoedigheid lezen wij dit tekstgedeelte met het oog op Christus.

„Ziet"!, zo roept de HËERE uit. Hij geeft ons dus een signaal en wil dat onze aandacht gespannen zal zijn, dat we heel goed zullen opletten.

In de eerste instantie kwam dit woord tot het volk van Israël in ballingschap. Dat volk zat moedeloos bij de pakken neer. Er was geen verwachting meer van de HEERE. Alles zag er even donker en somber uit. Vandaar de klacht in Jesaja 40 : 27 , , ...mijn weg is voor de HEERE verborgen, en mijn recht gaat van mijn God voorbij".

De HEERE ziet niet meer naar ons om. Waar is God? Waarom heeft Hij ons vergeten? Waarom doet Hij geen wonderen meer zoals vroeger? Waarom is Hij de Verborgene, de schijnbaar Afwezige in de wereld van vandaag? Waarom maken allerlei machten de dienst uit, terwijl degenen die op de HEERE hopen beschaamd worden?

Dat is de klacht. Bang en bitter. Opstandigheid die geworden is tot moedeloze berusting. Zouden Zijn beloftenissen, altoos hun vervulling missen? Vruchteloos worden afgewacht van geslacht tot geslacht?

Neen - boodschapt de profeet in opdracht van zijn Zender - , maar de HEE-RE schept een nieuwe toekomst. In weerwil van alle machten is Israël veilig, want God neemt het op voor dat volk. En de Knecht des HEEREN zal het recht voor Israël op aarde tot stand brengen. Uiteindelijk zijn het niet de goden en de machten van deze wereld, die de touwtjes in handen hebben. De HEERE zorgt voor een geheel andere Koning, namelijk Zijn getrouwe Knecht. Van Hem is alle verwachting!

In de tekst wordt Hij aan^ons voorgesteld. Zoals een koning de kroonprins voorstelt aan het hele volk, staande op het bordes, met zijn rechterarm de prins vastpakkend en hem zo naar voren leidend. Zie Mijn Knecht! Hij is Degene die Mij trouw dient. Hij is Degene die door Mij beschermd wordt. Aangesteld en bekwaamd door God Zelf tot Zijn hoge en gewichtvolle taak. Immers, Hij moet niet slechts een tijdelijke verlossing tot stand brengen, zoals de verlossing van de joodse ballingen uit Babel. Hij moet een eeuwige verlossing teweeg brengen. Hij moet een geweldig werk uitvoeren dat door louter menselijke kracht onmogelijk kan worden volbracht.

De HEERE God zegt: deze Mijn Knecht is „Mijn uitverkorene, in Wie Mijn ziel een welbehagen heeft". Later zijn deze woorden herhaald toen de Heiland gedoopt was in de Jordaan en nog weer herhaald bij de verheerlijking van Jezus op de berg.

Hij is de Uitverkorene bij uitstek. Met welgevallen kijkt de Vader naar Hem. Hij aanvaardt Hem volkomen en er is niets in Hem, wat de Vader mishaagt. Gods verkiezend welbehagen is geconcentreerd in deze Knecht.

Ik heb Mijn Geest op Hem gegeven. Ik heb Hem toegerust met bijzondere kracht om Zijn goddelijke opdracht te vervullen. Hij heeft onbegrensd de beschikking over de Geest.

Hij zal het recht de heidenen voortbrengen. Hij zal door Zijn optreden het recht doen zegevieren onder de volkeren. Chrisstus is gezonden - zo schrijft Calvijn bij deze plaats - om heel de wereld onder Gods macht en tot gehoorzaamheid aan God te brengen. Zijn werk strekt zich verder uit dan tot Israël alleen. Hier komt bij de evangelische Jesaja de grote doorbraak van Pinksteren al in het vizier: vanuit Jeruzalem zal het gaan naar de einden der aarde, opdat het koninkrijk Gods wordt opgericht in de harten van joden en heidenen.

Allereerst gaat het om het koninkrijk Gods in ons. Door de val in Adam zijn wij totaal verdorven en ontaard. Christus is gekomen om ons te vernieuwen door Zijn Geest. Maar die vernieuwing treedt ook naar buiten. Er komt een nieuwe levenswandel. Er komen nieuwe verhoudingen tussen mensen onderling. Er komt een

rijk van vrede. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid woont.

Zie de Christus de Knecht des HEE-REN, in Zijn bekwaamheid. Ons hier aangewezen en aangeprezen door God de Vader zelf. Bij Hem moeten wij zijn, om verlossing te ontvangen. Zonder Hem kunnen wij Gode niet behagen. De HEERE God kan ons niet liefhebben buiten Christus om. Maar wie zich aan de Heere Jezus houdt, wie in het geloof op Jezus ziet, die staat in het licht van Gods genade. Die staat in de stroom van Gods verkiezend welbehagen. Zie deze Jezus! Zie hoe bekwaam Hij is.

Zie hoe zachtmoedig Hij is

Wij luisteren nog steeds naar de introductie van de Knecht des HEEREN door de HEERE zelf. In vers 2 en 3 horen wij van Zijn zachtmoedigheid. De stijl van Zijn optreden wordt aangegeven., , Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten. " Er waren vanouds in Israël allerlei verwachtingen van de komende Messias. Vooral stond voorop dat Hij regeren zou als de grote zoon van David.

Nu wordt deze verwachting van de komende Koning hier ingrijpend gecorrigeerd. De komst van de Knecht des HEE-REN gaat niet gepaard met pracht en praal. Aardse vorsten dingen vaak naar de gunst van de massa. Ze willen populair zijn bij het volk en luidkeels toegejuicht worden.

Zo is het niet met Hem die vrijwillig de dienstknechtgestalte heeft aangenomen. Hij maakt geen reclame voor Zichzelf. Hij is zachtmoedig en nederig van hart. Zijn optreden wordt gekenmerkt door grote bescheidenheid.

We lezen vaak in de evangelieën dat de Heere Jezus niet wilde dat het werd doorverteld, wanneer Hij een genezing had verricht of een ander wonder had gedaan. Hij vermeed publiciteit en bestreed sensatiezucht.

Eigenlijk ligt in deze woorden al iets aangeduid van Zijn lijden, van Zijn kruisweg. In de volgende liederen van de Knecht des HEEREN zal dat nog veel duidelijker naar voren komen. Deze Knecht zoekt Zichzelf niet. Hij komt niet om te ontvangen, maar om te geven. Hij komt niet om te heersen, maar om te dienen.

Daarmee is dan ook de ergernis gegeven aan deze Messias. De ergernis van het joodse hart, maar niet minder de ergernis van óns, heidense hart. Als er dan eindelijk iets zichtbaar wordt van God in deze wereld, dan is het in een kruisgestalte. In een Man van smarten, zonder gedaante of heerlijkheid. Jezus van Nazareth, het gezicht van God in deze wereld. Een bespuwd gezicht, een geslagen, een doorwond gezicht...

Zó gaat het er dus aan toe met het koninkrijk van God in deze wereld. Kruiselings. Niet met vliegende vaandels en met slaande trom. Niet met fanfare geschetter en met saluutschoten. Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest (zal het geschieden), zegt de HEERE der Heerscharen.

Zalig wie aan deze kruisgestalte van Christus, zalig wie aan deze verborgenheid van het koninkrijk Gods niet geërgerd wordt!

Juist zó, als de Knecht die niet schreeuwt noch Zijn stem verheft, is Jezus toegankelijk voor arme zondaars.

Zie hoe zachtmoedig Hij is: , , Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en de rokende vlaswiek zal Hij niet uitblussen" (vers 3). Dat is wel heel ontroerend getekend! Immers, wat is nu een gekrookt, een geknakt riet? Het heeft geen enkele waarde. Het dient nergens meer toe. Het kan ook niet meer hersteld worden. Een rietstengel die recht overeind staat, met een sierlijke pluim - ja, dat stelt tenminste nog wat voor! Je kunt hem in een vaasje zetten op de tafel als een sieraad in de huiskamer.

Maar een gekrookt riet - geknakt door de stormwind, gooien we weg. En dat geldt ook van een rokende vlaswiek, zo'n smeulende lampepit; zo'n walmend geval, dat geen licht meer geeft, alleen nog wat rook verspreidt. Een mooi brandende lamp of een kaars - daar héb je wat aan en daar kun je nog wat mee. Maar een rokende vlaswiek deugt nergens toe.

Wat nu niemand zou doen, dat doet de Knecht dés HEEREN. Hij gaat teder en zorgzaam om het gekrookte riet en Hij buigt zich over de rokende vlaswiek, om het vuur nog weer nieuw leven in te blazen.

Het is een prachtig beeld om de vriendelijkheid te tekenen, waarmee de Heere Jezus de zwakken en gebrekkigen ondersteunt.

De kanttekening van de Staten-Vertaling zegt hier: Hij zal geduld hebben met de zwakheden van de arme zondaren, en Hij zal hun verslagen gewetens verkwikken en hen vertroosten door de belofte van de vergeving van hun zonden". Hierbij wordt verwezen naar Psalm 34 : 19: , De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, en Hij behoudt de verslagenen van geest". Historisch moeten wij bij dit geknakte riet en bij deze kwijnende vlaspit denken aan Israël in de babylonische ballingschap. Dat volk denkt de dood nabij te zijn, door de mensen veracht en door God vergeten.

Maar dat volk vergist zich! De Knecht des HEEREN zal Zich over hen ontfermen door het gekrookte riet niet te verbreken en de rokende vlaswiek niet uit te blussen.

Wat ligt hierin een troost voor hen die zichzelf voor Gods aangezicht leren kennen als een gekrookt riet en een rokende vlaswiek. Een gekrookt riet, dat eenmaal een sierlijk riet met prachtige pluim is geweest. Geschapen naar Gods beeld en gelijkenis in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid. Een pronk ter ere van de Schepper. Maar nu geknakt door de zonde, nu geheel zonder nut geworden, onbekwaam tot enig goed, geneigd tot alle kwaad. Vroeger een stralende kaars, nu een walmende vlaspit! Een mens die niet aan zijn doel beantwoordt, die niet leeft tot Gods eer, die geen licht van gérechtigheid verspreidt, maar slechts een walm van ongerechtigheid.

Zeg eens, kunt u de breuk zelf nog helen? Meent u als een riet dat boog onder de stormwind, zich weer te kunnen opheffen? Steekt u trots de pluim van uw eigen godsdienst en vroomheid omhoog? Meent u zelf die rokende vlaswiek weer te kunnen aanblazen? Dan hebt u deze Heiland nog niet nodig. Er zijn „gezonden" die de Medicijnmeester niet van node hebben. Ze voelen zich opperbest! Maar er zijn ook mensen die wel eens wat kwakkelen en dan een beroep doen op hun eigen huismiddeltjes. Daarmee houden ze zich op de been. Maar de hemelse Arts der zielen hebben ook zij niet nodig!

Maar nu dat gekrookte riet en die rokende vlaswiek... Zo'n mens moet zeggen: „Ik ben, o HEERE, Uw gramschap dubbel waardig. Het zou recht zijn, HEE-RE, ik zou er niets tegen in kunnen brengen, wanneer U mij voor eeuwig zou verstoten. Maar nochtans zal ik hopen op Uw goedertierenheid. Want in al mijn nood en schuld is mijn verwachting alleen van de Borg, van de lijdende Knecht des HEEREN, die het onmogelijke mogelijk maakt. Als een gekrookt riet en als een rokende vlaswiek wens ik in Zijn handen te vallen en door Hem behandeld te worden"!

Hier is uit Gods eigen mond de vaste en zekere belofte dat de Heiland zulke ellendigen en onwaardigen niét verstoot. Integendeel, Hij neemt het voor ze op!

Hij handelt niet met hen naar hun verdienste of waardigheid... Dan zou Hij ze als waardeloos materiaal moeten wegwerpen. Hij draagt en ondersteunt hen zo-

lang, totdat ze sterker worden en zich beter staande kunnen houden. Hij heelt de breuk door in hen te leven als de Wijnstok in de ranken. Zo wordt in Christus het gekrookte riet tot een rijk beladen rank. En aangevuurd en verlicht door de Geest van Christus wordt de rokende vlaswiek tot een lichtende lamp. Maar in zichzelf blijven de gelovigen zo arm, zo behoeftig, als een gekrookt riet en als een rokende vlaswiek. Onze gerechtigheid en onze vrijmoedigheid, onze sierlijkheid en onze waardigheid ligt alleen en volkomen in Hem! Zie dan hoe zachtmoedig de Knecht des HEEREN is!

Zie hoe krachtig Hij is

Wij lezen nu de tekst uit: , , ...met waarheid zal Hij het recht voortbrengen. Hij zal niet verdonkerd worden (nl. als een rokende vlaswiek) en Hij zal niet verbroken worden (nl. als een gekrookt riet), totdat Hij het recht op aarde zal hebben besteld, en de eilanden zullen naar Zijn leer wachten".

Christus zal helder en klaar lichten en schijnen, zegt de kanttekening. Hij zal onder de zware last van Zijn bediening niet bezwijken. De Knecht des HEEREN mag dan bescheiden zijn en zachtmoedig. Hij is niet zwak of week. Hij faalt niet. Hij is alles behalve een mislukkeling. Als een Held zal Hij de taak des Vaders uitvoeren. , , Met waarheid het recht voortbrengen", dat wil hier zeggen: wérkelijk recht tot stand brengen. Wérkelijk gerechtigheid realiseren. Niet maar een poging doen of een aarzelende stap in de goede richting. Neen, Hij slaagt daarin. Hij brengt dat werkelijk tot stand. Via het kruis gaat Hij naar de kroon en door lijden heen kómt Hij tot de heerlijkheid. Op de Goede Vrijdag volgt de Paasmorgen en eenmaal zal Zijn verborgen heerlijkheid onthuld worden, wanneer Hij komt op de wolken.

Met een onoverwinnelijke moed zet Christus door en overwint Hij alle moeilijkheden. Dat betekent dan ook dat Zijn hardnekkige vijanden in het stof zullen bijten en dat Hij ze zal verbrijzelen, zoals aardewerk verbrijzeld wordt met een ijzeren staf. Ook dat is de Christus, ook zó is de Knecht des HEEREN. Zachtmoedig, niet zoetsappig. Liefdevol, niet liefig. Hij zal recht doen door ellendigen te bevrijden, maar ook door verdrukkers te verbrijzelen. Het ziet er niet best uit voor hen die Hem tot het einde toe verwerpen...

De eilanden zullen naar Zijn leer wachten. De verre en vreemde volkeren uit de heidenwereld zullen zich laten gezeggen door Zijn tora, door Zijn onderwijzing. Elk der vorsten zal zich buigen voor Zijn heilige rijksgeboden. Hier wordt een venster opengestoten naar de grote toekomst van het koninkrijk Gods. Wat een wereld zal dat zijn, waar geleefd wordt volgens de leer van Christus! Een wereld zonder godslastering, zonder hoererij, zonder uitsluiting, zonder discriminatie, zonder oorlogsgeweld, zonder martelpraktijken.

Daar gaat het heen door het werk van deze Knecht des HEEREN. Het zal worden één kudde onder één Herder. De naties verenigd door te hangen aan de lippen van deze Leraar der gerechtigheid. Zahg die naar Zijn stem horen. Zalig die door Zijn Woord en Geest zich laten leiden.

Wat vijand tégen Hem zich kant'

Mijn hand. Mijn onweerstaanb're hand zal hem bekleen met schaamt' en schand'.

Maar eeuwig bloeit de gloriekroon op 't hoofd van Davids grote Zoon. Psalm 132 : 12

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Zie Mijn Knecht!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's