Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jacob Hendrik Binnema

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jacob Hendrik Binnema

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Munnekezijl 1 januari 1921 - Edmonton (Canada) 28 mei 2007)
Gereformeerd predikant te Siegerswoude 13 juli 1947 (legerpredikant in Indonesië aug. 1949 - nov. 1950); Oude Pekela 28 sept. 19 52; Lemmer 3 febr. 1957 - 15 rnei 1960. Naar de Christian Reformed Church in Canada 1960: predikant te Rocky Mountain House, Alberta juni 1960; Galt (Cambridge), Ontario juli 1965; New Glasgow, Nova Scotia juli 1969; Cochrane, Ontario dec. 1973; Telkwa, British Columbia okt. 1978; Nobleford, Alberta mei 1983. Emeritus juli 1987.
Gehuwd met Hilda Scholtens. Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren, twee dochters en zes zonen.

Jaap Binnema werd geboren in de gereformeerde pastorie van Munnekezijl, zoon van ds. Hendrik Herman Binnema en Aukje Willemina Kapteyn, als vijfde van zeven kinderen. Niet alleen zijn vader, maar ook zijn beide grootvaders waren predikant. Grootvader Harmen Jacobs Binnema was een van de pioniers van de Gereformeerde Kerken in Noord-Brabant en Limburg, jarenlang predikant in Tilburg; grootvader Willem Kapteyn was de eerste gereformeerde predikant in Breda. Grootmoeder Johanna Kaatje Binnema- Mulder was een zuster van Coenraad Mulder, hoofdonderwijzer en later bibliothecaris van de Theologische School in Kampen.
Over opgroeien in een pastorie schreef Jaap Binnema later: “De kinderen van de dominee zijn bijzonder, of ze willen of niet. In die tijd hielden predikanten nog geen kantoor in het kerkgebouw. Mensen kwam bij de dominee thuis, op zijn studeerkamer of in de woonkamer. De kinderen hoorden en zagen dingen die binnen de vier muren moesten blijven.”
Vader Binnema stond vanaf 19 2 2 in Landsmeer, onder de rook van Amsterdam. Jaap schreef: “We waren niet echt buitenlui. Binnen een half uur was je in het centrum van Amsterdam, op de fiets of met het openbaar vervoer. We konden evengoed genieten van het buitenleven als van de geneugten van de stad: het Concertgebouw, Artis, de parken. Met een open blik op het leven.”
In Amsterdam ging Jaap naar het Gereformeerd Gymnasium en in 1940 naar de Vrije Universiteit. “Mijn vader was van Kampen, de Theologische School in de traditie van de Afscheiding. Mijn vader had gestudeerd bij Herman Bavinck. Hij vroeg me of ik niet in Kampen wilde studeren, waar hij ook had gestudeerd, maar ik wilde liever in Amsterdam blijven. De invloed van mijn vader - en via hem van Bavinck - bleef, en ik ben nooit helemaal een Kuyperiaan geworden, hoewel ik diens visie op het Koninkrijk Gods deelde: “Alles is van Christus!” Maar de dogmatiek van Bavinck en van Berkouwer, mijn favoriete hoogleraar, was mijn basisuitrusting.”
In zijn studententijd maakte Jaap Binnema de Vrijmaking mee. “Wat de leer betreft stond ik dichter bij de vrijgemaakten, maar ik was het niet eens met hun visie op de kerk. Mijn vader moedigde me aan om de Gereformeerde Kerken niet te verlaten, en ik was het met hem eens. Ik vind het ongelukkig, dat deze scheiding ook in Canada is doorgetrokken in de Christian Reformed en de Canadian Reformed Churches.”
Over zijn keuze voor het ambt van predikant schreef Jaap Binnema in een terugblik: “Het was de bedoeling dat ik met Pinksteren belijdenis zou doen, 12 mei 1940. Toen deed het Duitse leger op 10 mei zijn verrassingsaanval. In een korte, vijfdaagse oorlog, zag ik mijn vredige land onder de voet gelopen. In Landsmeer hadden we niet te maken gehad met oorlogshandelingen. We zagen de oorlog in de lucht, en we zagen de brandende olietanks in Amsterdam: dagenlang verduisterde de rook de zon en de lucht. En zo ging mijn belijdenis gewoon door, zoals gepland, aan het begin van de oorlog.
Maar nu komt de crux: een jaar na mijn belijdenis - en dat is altijd een cruciale periode, denk ik - na het eerste jaar van de bezetting, toen steeds duidelijker werd hoe wreed de bezetting zou worden, na het eerste jaar van mijn studie, stelde ik mezelf de vraag: “Wat heb ik gedaan? Ben ik zeker van mijn belijdenis en van mijn keuze voor het ambt?”
Ik ging bij mezelf te rade in die dagen. Ik kan me niet herinneren dat ik met iemand over deze zaken gesproken heb. Misschien niet, omdat we in ons gezin vrij gesloten waren over persoonlijke dingen. Mijn moeder probeerde meer open te zijn, maar was ook bang al te sentimenteel te worden, en mijn vader was altijd een rustige, zelfverzekerde persoon. M aar op de een of andere manier kwam ik tot de conclusie, dat mijn keuzes de juiste waren geweest, ook al hadden die bevestiging nodig, zoals ik na een jaar ervoer.”
Na de oorlog, in 1947, voltooide Jaap Binnema zijn studie en trouwde hij met Hilda Scholtens. Samen begonnen ze in hun eerste gemeente, Siegerswoude- Frieschepalen. “De ouderlingen en de gemeente hebben ons met veel liefde ontvangen. Ik moest nog veel leren, en van alles proberen. Maar de kerkenraad stond aan mijn zijde om me op te vangen als ik iets doms gedaan had. Er waren een paar kenmerkende gebeurtenissen, voor ons. Er waren nog de napijnen van de oorlog, die in onze gemeente zo hard had toegeslagen. Daar was nog veel nazorg nodig.”
Als jongste predikant in de classis werd Jaap Binnema in 1949 gevraagd om voor twee jaar als legerpredikant naar Indonesië te gaan. Het werden uiteindelijk veertien maanden. “Het moest even wennen, in de gemeente bedoel ik. Je kon niet met soldatentaal op de preekstoel komen.”
Jaap Binnema schreef over de tijd in Siegerswoude: “ In die tijd gingen er ook veel mensen uit Friesland en Groningen naar Canada. Ik kreeg daar toen ook wel zin in. En zo is dat later gebeurd.” Vanuit zijn derde gemeente, Lemmer, vertrok het gezin Binnema in 1960 naar Canada.
Na zijn emeritaat deed Jaap Binnema onder meer uitgebreid onderzoek naar de geschiedenis van zijn voorgeslacht. Dat bracht hem en zijn vrouw, toen zij in 1995 op familiebezoek waren in Nederland, ook in Tilburg, op zoek naar sporen van zijn grootvader Harmen Jacobs Binnema. Kerk en pastorie waren inmiddels in gebruik als schilderswinkel, maar nog duidelijk herkenbaar in het straatbeeld. Het onderzoek mondde uit in een boek A Tale o f Four Families, over de families Binnema, Mulder, Kapteyn en Zijlstra. In het nawoord daarvan beschreef hij zijn eigen leven, zijn eigen keuzes en de invloed daarop van ouders, voorouders, omgeving en tijdsomstandigheden.
Ds. Louis M. Tamminga karakteriseerde hem in The Banner (oktober 2007) als volgt: “Ds. Binnema was een bedachtzame, vriendelijke pastor, met liefde en begrip voor zijn gemeenteleden. Maar hij wilde het evangelie ook brengen in de wijken rond de kerk. Hij was een bescheiden man, maar ook een bijbelgeleerde en talenkenner, thuis in niet minder dan acht talen. Hij zette zich in voor het Koninkrijk Gods in wetenschap en samenleving.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2008

Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's

Jacob Hendrik Binnema

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2008

Historisch Tijdschrift GKN | 56 Pagina's