Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Oepke Noordmans gepasseerd in Utrecht

Bekijk het origineel

Ds. Oepke Noordmans gepasseerd in Utrecht

DR. O. NOORDMANS: KATHOLIEK THEOLOOG UIT DE 20E EEUW [2]

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Red de wetenschap'. Onder deze kop verscheen een artikel over de vergrijzing op de Nederlandse universiteiten. 140 miljoen gulden per jaar is uitgetrokken om de vergrijzing voor te zijn en de staf van universiteiten op peil te houden. Hoe was dat in de dertiger jaren van de vorige eeuw? Het lijkt erop dat de leeftijd van hooggeleerde heren en dames een rol speelde om aan hen een hoogleraarbenoeming voorbij te laten gaan. Voor Noordmans ging dit op in 1935: de synode van de Nederlandse Hervormde kerk ging aan hem voorbij en benoemde in een ontstane vacature dr. Berkelbach van der Sprenkel.

Een theologische reus
Noordmans: voor theologie een tien, voor pastoraat een dikke onvoldoende. Zo sprak een ouderling zijn afscheid nemende dominee toe in het Gelderse Laren. Door zijn voorliefde voor de studie miste de ouderling de staf van zijn herder in de harde werkelijkheid van elke dag. De ouderling erkende dat Noordmans een groot licht was, maar dat het aan de voet van de vuurtoren soms 'merakels donker' kon zijn. Noordmans leefde van 1871 tot 1956 en wordt algemeen beschouwd als de meest oorspronkelijke theoloog die Nederland in de 20e eeuw voortbracht. Professor werd hij echter niet. Naar eigen zeggen heeft Noordmans zich gestort op de groten (in theologisch, filosofisch en literair opzicht). De officiële handboekstudie was aan hem niet langer besteed. Hij doorvorste de gebieden van theologie en literatuur, geschiedenis en cultuur. Met veel vrucht schreef hij artikelen, hield hij lezingen, zat hij in kerkelijke commissies en mengde hij zich in het theologisch debat. Uit de biografie geschreven door dr. J. D. T. Wassenaar komt hij niet over als de meest gemakkelijke mens in de omgang. Zijn singuliere begaafdheid blijft onweersproken en onweerlegbaar. Zijn boeken getuigen van eruditie en belezenheid, zijn inzichten schitteren door wijsheid en originaliteit. Zijn totale werk verdient zowel het adjectief breed als diep. Zijn pennenvruchten lezende heb je nooit het gevoel te maken te hebben met iemand die zijn boekenkast om laat vallen en vervolgens zijn kennis etaleert, maar wel met een man die weet waar hij het over heeft en een groots theologisch concept neerlegt.

Een vacature te Utrecht
In de twee laatst verschenen delen van het verzameld werk van Noordmans (deel 9a en 9b) worden de brieven gepubliceerd die Noordmans schreef aan anderen en die anderen schreven aan hem. In deze uitgave wordt ons een uniek stukje theologie in briefvorm geboden. De brief is langere tijd uit de gratie geweest door het gebruik van de telefoon en de mobiliteit in de tweede helft van de 20e eeuw. De aanschaf van deze briefwisseling is de moeite waard. Theologiegeschiedenis en persoonlijke ontboezemingen gaan hand in hand. De redactie heeft goed gehandeld deze twee delen uit te laten geven als aanvulling op de eerdere delen van Noordmans' Verzameld werk. De brieven bevatten een schat aan gegevens. Theologie en leven trekken broederlijk en geïntegreerd op. O.a. wordt een boekje opengedaan over het passeren van Noordmans voor de vacante hoogleraarstoel in Utrecht. Gezocht werd een professor die zowel de praktische theologie als de vakken ethiek, kerkrecht en dogmatiek zou gaan doceren. De praktische theologie was niet een specialiteit van Noordmans, in de andere vakken was hij doorkneed als geen ander. Hij zou een sieraad voor de Utrechtse universiteit zijn. Noordmans laat in enkele brieven zijn geraaktheid blijken, hij voelt zich tekort gedaan. S. F. H. J. Berkelbach van der Sprenkel werd benoemd en Noordmans werd gepasseerd. De benoemde heeft minder school gemaakt dan Noordmans. Berkelbach liet ons enkele commentaren na en liet publicaties het licht zien op het gebied van de praktische theologie (o.a. catechese en pastoraat). Hij leefde van 1882 tot 1967 en ontpopte zich als een actief voorstander van de oecumenische beweging. Hij was o.a. predikant te Haarlem, Rotterdam en Amsterdam. Dat aan hem de voorkeur gegeven werd boven Noordmans, wekte bevreemding. Voor de benoeming uitte K. H. Miskotte zijn zorg al. Hij is er niet gerust op en schrijft aan Noordmans : 'Ik ben zeer teleurgesteld, dat er nu toch iets tussen kan komen en de stoel u toch nog zou ontgaan. En u, Noordmans - in nationale stijl tot het bittere eind! - zegt alleen dat 'we zullen afwachten wat de synode doet.' In 1935 valt het besluit van de synode: Berkelbach is het geworden. Opnieuw is het Miskotte die de rij opent van hen die meeleven met Noordmans. Hij gunt Berkelbach de stoel en wenst de Amsterdamse predikant geluk, hij voelt zich tevens gedrongen om Noordmans de inhoud van de gelukwens mee te delen. Zonder omwegen schreef hij namelijk aan Berkelbach 'het een groot onrecht tegenover Noordmans te vinden'. De daad van de heren van de synode noemt hij oneconomisch. Noordmans blijft voor hem de zeer vereerde meester en de gevoelens van teleurstelling kan hij niet onderdrukken. Prof. dr. A. H. de Hartog (de vader van de bekende schrijver Jan de Hartog) is ook verre van gelukkig met het voorbijgaan van Noordmans. Hij heeft de behoefte Noordmans de hand te drukken en acht het voor hem een vergoeding veel waardering te ontvangen over het door hem geschrevene. Met een prachtige volzin schrijft de Hartog: 'Naar het geschreven en gesproken woord zijt ge veel voor velen.' Het koor van meelevenden groeit. Het wonderlijke en tegenstrijdige gebeurt dat niet de benoemde felicitaties ontvangt, maar de gepasseerde een stroom van sympathiebetuigingen verkrijgt. De praktische vaardigheden van Berkelbach worden erkend; gevreesd wordt dat hij echter niet in staat zal zijn de colleges bevredigend te doordenken. Het wetenschappelijke werk door Noordmans geleverd verleende hem het recht op het hoogleraarsambt. Het feit dat hij nog geen doctor was in de theologie doet hier niets van af. Het beleid van de synode wordt als onrechtvaardig betiteld. 'Dat de paarden die de haver verdienen...' Het is voor de predikant van Laren de tweede keer dat men hem passeerde. Ook in 1926 kwam zijn naam al voor op een drietal voor een professoraat te Utrecht. De medekandidaten waren Maarten van Rhijn en dr. A. H. de Hartog. Ook toen werd hij voorbijgegaan. In 1932 werd hij niet alleen voor een vacature in Leiden gepasseerd voor een benoeming tot kerkelijk hoogleraar, zelfs bij de noeming genegeerd. Miskotte zag in deze door hem betreurde beslissing drie achterliggende oorzaken: 1. Het verzet tegen het genie, 2. de hegemonie van de ethische theologie, 3. het qualitatieve plus dat aan deze richting niet kan worden ontzegd.
In 1935 bezorgde het Noordmans meer pijn. De omstandigheden gaven daar aanleiding toe.

Noordmans versus Brouwer
De gepasseerde schrijft in een reactie op de brief van Miskotte: 'Waarde vriend, ge hebt een goed werk gedaan met uw schrijven. De brief heeft me waarlijk getroost op een moment waarop ik dat wel nodig had. Laat mij dadelijk zeggen, dat ik geen moeite had met de gedachte aan Berkelbach. Er was en is geen rimpel van jaloersheid op zijn persoon in mijn ziel en er zal geen spoor daar van zijn op mijn gezicht als ik hem ontmoet.' Noordmans erkent de pastorale kwaliteiten van Berkelbach. Hij gunt Miskotte een diepere blik in zijn ziel: 'Het heeft niet zo mogen zijn. De eigenlijke bitterheid voor mij ligt hierin, dat de voorzitter van Kerkopbouw, mijn academievriend Brouwer, meende tegen mij te moeten prae-adviseren.' Het manuscript van Brouwers advies is bewaard gebleven in zijn dagboek. Hij noemt in zijn aantekeningen de drie kandidaten, te weten dr. G. Oorthuys, ds. O. Noordmans en dr. S. F. H. J. Berkelbach van der Sprenkel. De voorkeur voor Berkelbach komt voort uit zijn leeftijd en uit zijn gebleken capaciteiten en vaardigheden in de praktische theologie. Brouwer (zelf hoogleraar in Utrecht) acht hem een goed leider en een helder docent. Hij durfde het volgens eigen zeggen niet aan Noordmans voor te dragen vanwege zijn leeftijd (bijna 64) en vanwege het gebrek aan prestaties op praktisch theologisch gebied. Hij brengt de spanning tussen de amicitia en de verantwoordelijkheid als synodaal adviseur als volgt onder woorden: 'Ik durf daarom niet te zeggen: neem ds. Noordmans. Maar meent de synode dit te moeten doen, dan zal ik hem hartelijk welkom heten.' We merken uit de aantekeningen dat dit advies hem strijd kostte. Sinds de studententijd in Utrecht was hij innig met Noordmans bevriend. Zij onderhielden intensief briefcontact en zaten samen in verschillende commissies. Rond hoogte- en dieptepunten in hun leven leefden zij met elkaar mee. Hun omgang was zeer vertrouwelijk. Zij zijn beiden overtuigd van het belang van het schrijven van lange brieven. Noordmans' goede vriend acht echter Berkelbach vanwege de leeftijd en als praktisch theoloog het meest geschikt. Zijn advies luidt dan ook: 'Dr. Berkelbach heeft de voorkeur boven de beide anderen.' Enkele weken voor de benoeming hadden Brouwer en Noordmans van gedachten gewisseld over de vacature. In zijn dagboek biedt Brouwer ons het volgende verslag: 'Ik zei, dat ik het heel moeilijk vond om nu te adviseren, omdat ik het betreuren zou, als het onze vriendschap zou kosten.' O. Noordmans: 'Is daar dan kans op? ' Ik zei: 'Dat weet ik niet; van mijn kant niet, maar de grote moeilijkheid is te adviseren om iemand van deze leeftijd te benoemen.' Brouwer deed datgene wat hij ellendig vond: adviseren tegen een vriend van jaren her. Noordmans kan na het teleurstellende synodebesluit het niet opbrengen om een conferentie op Woudschoten bij te wonen. Hij zal er tegenop gezien hebben om mensen te ontmoeten na het voor hem frustrerende verloop rond de vacature. Hij ontvangt van Brouwer een kort briefje eindigend met 'met hartelijke groeten'. Of Noordmans dat overneemt blijft de vraag.

Reacties
De benoeming veroorzaakt onrust in kerkelijk Nederland en wekt de sympathie op voor Noordmans. Hij ontvangt brieven vanuit warme sympathie en oprechte bewondering. De kwaliteiten van Berkelbach voor de pastorale vakken worden erkend, maar 'niemand zou zo zeer een sieraad voor deze leerstoel geweest zijn als gij', aldus Ph. A. Kohnstamm. G. van der Leeuw noemt de eerlijkheid van Brouwer 'tot in het lompe toe'. Tevens wijst hij op de misschien schrale troost voor Noordmans 'dat je als boerenpastor in Laren voor Kerk en theologie meer betekent dan diverse hoogleraren samen.' Hij stimuleert de gepasseerde om zijn theologische arbeid voort te zetten. Zowel hij als W. J. Aalders roemen de rijkdom en de oorspronkelijkheid van gedachten bij Noordmans. Hoewel zij zijn standpunten niet delen, kunnen zij niet om zijn theologische eruditie heen. Noordmans wordt de 'steeds genoemde, nooit benoemde'. Het blijft pijnlijk voor deze grote denker. Enigszins wordt de pijn verzacht door de ondervonden hartelijkheid en de brede erkenning. De dogmatische rijpheid van Noordmans zou voor de universiteit van Utrecht een aanwinst geweest zijn. De kerk zou goed af geweest zijn met zo'n kerkelijk hoogleraar. De studenten zouden in de zes jaar dat Noordmans nog kon dienen veel van hem hebben opgestoken. Het mocht echter niet zo zijn. Vanuit het bekende 'providentia Dei, confiisione hominum' (Gods voorzienigheid door de verwarring van mensen heen) moet het passeren van Noordmans door alle partijen worden aanvaard.

Synodaal zwijgen
Het blijft gissen naar de werkelijke achtergrond van de genomen beslissing. Was het echt de leeftijd die de doorslag gaf? Of vreesde men de grootheid van Noordmans waarbij de anderen in het niet zouden vallen? Waren de kerkelijke hoogleraren beducht voor hem vanuit een concurrentiepositie? Of besefte men niet genoeg hoe breed katholiek de theologie van de dorpsdominee van het Gelderse Laren was? Speelde misschien zijn niet altijd gemakkelijke karakter een rol?
In 'Onder eigen vaandel' verzorgt prof. Haitjema de kroniek in januari 1935. Hij gaat uitvoerig in op de synodezitting van 8 en 9 januari 1935. Over de benoeming van Berkelbach zwijgt hij. Wil hij Noordmans niet onnodig kwetsen of spreekt zijn geweten? Leggen we er te veel in als we beweren dat dit een bewust zwijgen was? De geschiedenis kan niet worden overgedaan. De sympathisanten van Noordmans hebben gelijk gekregen: Noordmans theologie is onderwerp van onderzoek, zijn verzameld werk verscheen in 10 prachtig gebonden delen en zelfs verscheen over hem een goed leesbare theologische biografie. In de gedachtewisseling rond de kerk en de orde der kerk valt de naam van Noordmans regelmatig. Deze visionair blijft boeien en aantrekken. Van Berkelbach wordt weinig meer gehoord, buiten dat zijn naam verbonden blijft aan de 'Berkelbach lectures', lezingen gehouden rond de oecumenische beweging. Naar Berkelbach toe heeft Noordmans geen nare gevoelens gehad. Later zat hij met hem in één commissie, waarin zij beiden benoemd werden door de generale synode. In 1953 schreef Berkelbach een brief waarin hij Noordmans als volgt typeerde: 'Wees ervan overtuigd, dat ik één van de velen ben, die dankbaar zijn voor het werk van deze 'vader' in onze kerk'.

H. WESTERHOUT, KRIMPEN AAN DEN IJSSEL

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Ds. Oepke Noordmans gepasseerd in Utrecht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's