Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een denkend riet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een denkend riet

Blaise Pascal

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een beroemd natuurkundige wordt christen en stelt zijn vermogens in dienst van de verdediging van het christelijk geloof. Wereldse geleerden, die hem voor de wetenschap verloren zien gaan, spreken van een verknoeid genie. Blaise Pascal, de uitvinder van de rekenmachine, de ontdekker van het vacuüm, de bedenker van de waarschijnlijkheidsberekeningen, kent na een aangrijpende Godsontmoeting slechts één verlangen: God dienen met héél zijn hart en met héél zijn verstand.

Blaise Pascal ziet op 19 juni 1623 het levenslicht. Het gezin Pascal woont in de provinciehoofdstad ClermontFerrand, waar vader Etienne een positie bekleedt als hoge ambtenaar bij het belastingwezen. Blaise is nog maar drie jaar oud als zijn moeder sterft. Het zwakke knaapje moet met zijn gevoeligheden naar zijn drie jaar oudere zus, Gilberte, die hem graag bemoedert. Wat zijn speelsheid betreft, is hij aangewezen op Jaqueline, het twee jaar jongere zusje. In 1632 verhuist het gezin naar Parijs. Blaise Pascal, wiens naam later in geen enkele encyclopedie zal ontbreken, heeft nooit een school, college of universiteit bezocht. Vader Etienne onderwijst hem in alle vakken. Met succes. Het relaas over Pascals wetenschappelijke prestaties is een indrukwekkende reeks van successen. Als jochie publiceert hij tot ieders verbazing al wiskundige verhandelingen. Negentien jaar oud is hij wanneer hij de wereld opnieuw perplex doet staan met zijn rekenmachine. Hij stuurt een exemplaar van deze ingenieuze uitvinding naar koningin Christina van Zweden. Met behoorlijk gevoel van eigenwaarde vertrouwt hij haar in een begeleidende brief toe dat de macht van koningen toch wel verbleken moet vergeleken met die van het verstand. Zijn wetenschappelijke geestdrift kent geen grenzen. Ook zijn trots lijkt haast onbedwingbaar. Gods rekenkunde is echter van hogere orde. Deze superbegaafde wis- en natuurkundige zal zijn uitzonderlijke genialiteit moeten stellen in dienst van de verdediging van de christelijke waarheid.

Ommekeer
Vader Etienne is ten gevolge van een ontwrichte heup geruime tijd aan huis gebonden. Twee vrienden bezoeken de weduwnaar trouw. Deze beide heren voeren een totaal andere conversatie dan men bij de Pascals gewend is. De bezoekers brengen ook andere boeken in huis. Godsdienstige werken vanjansenius, SaintCyran en Arnauld, die alle geheel in de geest van de grote kerkvader Augustinus geschreven zijn. In haar beide levensverhalen over Blaise en Jaqueline heeft Gilberte beschreven welk een diepe indruk deze werken op het gemoed van haar broer en zus gemaakt hebben. De 20-jarige Jaqueline besluit radicaal met de wereld te breken. Een jaar later zal zij als religieuze tot het klooster van Port-Royal toetreden. Ook de 23-jarige Blaise ziet helder in dat hij zijn talenten moet besteden in dienst van zijn grote Schepper. Deze wending wordt algemeen als de eerste bekering van Pascal aangeduid. Maar was het wel een echte bekering? Spoedig is hij weer geheel in beslag genomen door zijn wetenschappelijke passie. Met zijn faam als wetenschapper beweegt hij zich thans in hogere kringen. Hij ontmoet er vrijdenkers en levensgenieters, die aan God noch duivel geloof hechten.
Wanneer hij ten gevolge van de intensieve geestelijke arbeid overspannen raakt, weten geraadpleegde artsen maar één therapie: vermaak en ontspanning. De jonge Pascal stort zich in het mondaine leven. Evenwel schreeuwt zijn hart. Totdat hij in de nacht van de 23e november 1654 wegzakt in een ontzaglijke crisis, om na een bange zielestrijd en gevoel van uiterste verlatenheid, evenals Jakob in Pniël, zijn leven opnieuw terug te krijgen.

Het Mémorial
Enkele dagen na de dood van Pascal bemerkt een huisknecht een verdikking in de voering van de jas van de overledene. Voorzichtig tornt hij de voering los en met trillende handen haalt hij er een stukje perkament uit. Het is een soort gedenkschrift (Mémorial), dat Blaise Pascal altijd zorgvuldig bewaard heeft. Boven aan het blad staat een kruis, omringd door stralen. Daaronder het volgende:
Het jaar der genade 1654.
Maandag 23e nov. dag van de heilige Clemens,
paus en martelaar en van anderen.
Vanaf ongeveer half elf in de avond
tot ongeveer een half uur na middernacht

VUUR

God van Abraham, God van Izadk, God van Jakob.
niet van de filosofen en geleerden.
Zekerheid. Zekerheid. Gevoel. Vreugde. Vrede.
God van Jezus Christus.
"Mijn God en uw God."
"Uw God is mijn God".
Vergeten de werelden alle dingen, behalve GOD.
Hij wordt slechts gevonden in de weg van het Evangelie.
Grootheid van de menselijke ziel.
"Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend, maar Ik heb U gekend". Vreugde, vreugde, vreugde, tranen van vreugde.
Ik heb Hem verlaten.
"Mij hebben ze verlaten, de Bron van levend water."
Mijn God, zult Gij mij verlaten?
Mocht ik niet eeuwig van Hem gescheiden zijn!
"Dit is het eeuwige leven dat zij U kennen, de enige, ware God, en Jezus Christus die Gij gezonden hebt."
Jezus Christus
Jezus Christus
Ik heb Hem verlaten, ontvlucht, verloochend, gekruisigd.
Moge ik nooit van Hem gescheiden zijn.
Hij blijft slechts bij ons in de wegen die in het Evangelie onderwezen worden. Volkomen en zoete loslating.
Volkomen onderwerping aan Jezus Christus en mijn geestelijke leidsman.
Eeuwig in de vreugde, in ruil voor één dag kwelling op aarde.
"Uw woord zal ik niet vergeten." AMEN.

Jansenisme
Wie zal ooit in staat zijn ook maar enigszins te bevroeden wat voor een diepte
van Godsverlating en Godsomhelzing achter dit samengeperst proza schuilgaat?
Na deze "nacht van vuur" wil Pascal heel zijn genie inzetten om God te dienen. Hij heeft grootse plannen om een apologie te schrijven en begint met het noteren van allerlei gedachten. Maar eerst zal hij de vrienden van de waarheid gaan verdedigen. Een dringend beroep gaat tot hem uit om de jansenisten te steunen, die scherpe aanvallen hebben te verduren. Het jansenisme is een opwekkingsbeweging uit de 17e eeuw. De jansenisten hebben de genadeleer van de grote kerkvader Augustinus herontdekt en willen nu de Roomse Kerk van binnenuit reformeren. De beweging is genoemd naar de Vlaamse bisschop Cornelis Jansen (1585-1638). Jansenius, zoals de Latijnse verbastering van zijn naam luidt, kwam na bestudering van Augustinus met zijn opvattingen "gevaarlijk" dicht in de buurt van het protestantisme. Bekend is dat hij de beraadslagingen van de Dordtse Synode met veel belangstelling volgde en de vaderen in Dordt "op een haartje na echt katholiek" vond. Na de dood van Jansenius verschijnt in 1640 zijn levenswerk, een driedelig boek over Augustinus. Daarin wordt de theologie van de grote kerkvader ontvouwd en de afwijking van de Roomse Kerk meedogenloos aan de kaak gesteld. Onmiddellijk grijpt Rome in. Paus Urbanus VIII verbiedt de "Augustinus" van Jansenius en dreigt ieder die het waagt dit werk te verdedigen met de ban.

Conflict
In Frankrijk wordt de "Augustinus" gewoon gedrukt, zelfs met een aanbeveling van een aantal doctores van de bekende Parijse Universiteit de "Sorbonne". De vurigste aanhangers van Jansenius zitten in het vrouwenklooster Port-Royal. In dit klooster ligt een zwaar accent op 's mensen zondigheid. Onder leiding van moeder-overste Angélique Arnauld wordt dit thema diepgaand besproken. De religieuzen onderhouden intensieve contacten met vele sympathisanten buiten het klooster. Onder hen zijn ook Blaise Pascal en Antoine Arnauld, een broer van de abdes, die door zijn boeken het jansenisme in Frankrijk publiek gemaakt heeft. Zijn opvattingen over genade en berouw zijn vooral voor de jezuïeten een ergenis. In 1646 schrijft Antoine Arnauld een voorwoord in een nieuwe uitgave van de "Augustinus". Hij bepleit daarin dat het bestuurlijke Petrus-ambt in de kerk (de paus) zich door het theologische Paulus-ambt (de bijbelse genadeleer) moet laten corrigeren. Deze stelling is zelfs de heren van de Sorbonne al te gortig. Zij veroordelen het voorwoord van Arnauld openlijk. Enkele jaren daarna weet een jezuïet de leer van Jansenius in vijf stellingen samen te vatten en listig te verdraaien, waarop de paus het jan senisme als een "calvinistische ketterij" in de ban doet. De verweerschriften van Arnauld kunnen alleen nog maar woede en tumult verwekken. Op dat moment richten de wanhopig geworden jansenisten het verzoek tot hun briljante vriend Pascal om zich in de strijd te mengen en zijn talenten voor de verdediging van de waarheid in te zetten.

Lettres Provinciales
Pascal neemt deze taak op zich. Het lijkt hem uit tactische overwegingen het beste de theologische kwesties uit de academische sfeer te halen en de publieke opinie te mobiliseren. Hij verhult zich achter de schuilnaam Louis de Montalte en schrijft de eerste "Brief aan een man uit de Provincie, over de twistgesprekken aan de Sorbonne". Gedurende vijftien maanden zullen deze open brieven verschijnen. De zogenaamde "Lettres Provinciales", die clandestien gedrukt worden, slaan in als een bom. In de Parijse salons vormen ze het gesprek van de dag. Met al zijn scherpzinnigheid neemt Pascal, in vloeiend Frans, doorspekt met geestigheid, de jezuïeten op de korrel. Zijn aanval, in de vorm van een klucht, is vooral gericht op hun dubbele moraal. Zij zijn meesters in het vinden van een passende theologie-op-maat, die als dekmantel voor leugenachtige praktijken moet dienen. Als Pascal met de negentiende "Provinciale" wil beginnen, stopt hij plotsehng met deze brieven. Het gerucht gaat dat vanuit Port-Royal pressie op hem is uitgeoefend om niet verder te gaan. Was men daar immers niet fel gekant tegen elke vorm van toneel?

Calvinist?
Tegenwoordig worden de "Lettres Provinciales" algemeen aanvaard als meesterwerken in de Franse literatuur. Vooral in de eerste vier zet Pascal zijn visie op de genade uiteen, tegenover die van de jezuïeten. Van de zijde der tegenstanders krijgt hij steeds het verwijt naar zijn hoofd geslingerd dat hij "calvinist" zou zijn. Hoewel Pascal dit ten stelligste ontkent, zien zij hier mogelijk scherper dan hij wil toegeven. Hij vindt Calvijn te deterministisch en schuwt zelfs niet over die "wrede leer" te spreken. Door middel van een ingewikkeld woordenspel tracht hij het verschil duidelijk te maken. Graag wil hij Cal vijn erin bijvallen dat een mens alleen door krachtdadige genade tot het zoeken van God bewogen wordt. De natuurlijke mens staat onder de "bekoring" van de tijdelijke dingen. God werkt met krachtdadige genade in het hart van de uitverkorene en "verlokt" hem ertoe zelf God te zoeken. Dan volgt de mens "vrijwillig" deze genade. Hij kan ook weigeren. Pascal wil hiermee ruimte laten voor de menselijke wilsvrijheid. Het is echter de vraag of hij de calvinistische leer wel goed begrepen heeft. Zou hij geweten hebben dat ook de calvinisten erkennen dat de gevallen mens niet tot een "stok en blok" verworden is? Een ander punt van verschil is de leer van de volharding en zekerheid des geloofs. Pascal meende ook de begenadigde mens op het allerdiepst te moeten vernederen, door te stellen dat de genade zó onverdiend is, dat zij ook ingetrokken kan worden. Naar eigen zeggen heeft hij nooit geloofszekerheid gekend. Zeer opmerkelijk is dat het woord "zekerheid" in het "Mémorial" toch wel twee keer voorkomt.

"Gedachten"
Eindelijk kan Pascal werken aan zijn ideaal. De grote geleerden zullen overtuigd moeten worden van de waarheid van het christendom. Diepgravende gedachten zet hij op papier. Ieder weldenkend mens zal toch moeten toegeven dat de mens iets groots heeft en tegelijkertijd iets ellendigs. Zijn Apologie is nooit klaar gekomen. Op 19 augustus 1662 sterft hij, nog maar 39 jaar oud. Na zijn dood worden de bundeltjes "Gedachten" gebrekkig en zelfs verminkt uitgegeven onder de naam "Pensees". Pas in deze eeuw kon na zorgvuldig onderzoek een betrouwbare orde, zoals Pascal had bedoeld, aangebracht worden. Een van de gedachten luidt: „De mens is slechts een riet, en wel het meest broze uit heel de schepping, maar het is een denkend riet". Pascal zelfwas zo'n „denkend riet", maar dan wel door de Geest des Heeren aangeblazen. Hij wordt tot de grootste apologeten gerekend. Altijd zullen zijn "Gedachten" de grote geesten blijven aanspreken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 september 1996

Terdege | 88 Pagina's

Een denkend riet

Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 september 1996

Terdege | 88 Pagina's