Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een machtige Koning en gedienstige geesten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een machtige Koning en gedienstige geesten

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , En tot welke der engelen heeft Hij ooit gezegd: it aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten? Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om dergenen wil, die de zaligheid beërven zullen? " Hebreeën 1 : 13—14

Bovenstaande woorden vormen het laatste Schriftbewijs, dat de schrijver van onze brief geeft om de heerlijkheid van Christus boven de engelen te bezingen. Immers, niet wat hijzelf denkt, maar wat de Schrift zegt, is voor hem beslissend. Dat moet het ook voor z'n lezers zijn. Evenzeer voor u en mij. Sola Scriptura. De Schrift alleen. Dat is door al de eeuwen heen de enige norm en regel.

Koningsheerlijkheid

Vanuit deze grondhouding weerklinkt dan in vs. 13 de vraag: , , En tot welke der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten? ". Een vraag, die nadrukkelijk een ontkennend antwoord in zich sluit. Dat is nooit tot een van de engelen gezegd, Maar... het is wel gesproken tot de Zoon!

Het zijn woorden ontleend aan psalm 110, een voluit Messiaanse psalm. Slaat u deze psalm op, dan ziet u, hoe David, verlicht en geïnspireerd door de Geest, zingt en profeteert van de komende Messias: „De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: zit aan Mijn rechterhand..."! Spreekt David in deze psalm over „mijn Heere", dan heeft hij hiermee het oog op de beloofde Verlosser, Die uit Davids lenden zou voortkomen. Op de Heerser, Die in de volheid des tijds uit Davids huis zou opstaan. Kortom: op de beloofde Messias. David zingt en profeteert van Diens verhoging. Hoe de Vader tot Hem zal spreken: , , Zit aan Mijn rechterhand... "!

Zoals we al eerder zagen: dat is de ereplaats. Deze oudtestamentische profetie duidt erop, hoe de Christus na Zijn bitter lijden en sterven verhoogd zou worden. Bekleed zou worden met alle macht in hemel en op aarde. Uit hand van Zijn Vader de koningsscepter zou ontvangen. David stond er nog vóór. Wij staan erachter. Het is in Zijn hemelvaart heerlijk vervuld: , , Zit aan Mijn rechterhand..."! Welk een troostrijk perspectief voor heel Z'n Kerk op aarde. Hem daar te weten. Hem zó te zien. Gezeten aan 's Vaders rechterhand. Gekroond met de .kroon der ere. Bekleed met eer en heerlijkheid.

En dat niet eventjes. Voor een ogenblik, zoals dat van aardse vorsten geldt, die zich doorgaans maar een korte tijd in hun macht en glorie kunnen verheugen. Neen, het woordje , , zit" geeft in de grondtekst een voortduur aan. M.a.w.: Hij zit daar voortdurend. Almaar door. Eeuw in, eeuw uit. Wat er ook wankelt op aarde, Zijn troon in de hemelen staat vast! Wat er ook wisselt, Zijn glorie wordt er geen ogenblik door verduisterd! Hoezeer alles op aarde zich ook schijnt samen te ballen tegen Hem, „eeuwig bloeit de gloriekroon op 't hoofd van Davids grote Zoon"! Hij , , zit..."! Koninklijk. Majestueus. Dwars door alle woeden van satan heen, vergadert Hij Zijn Kerk. Richt Hij Zijn koningsheerschappij op in zondaarsharten. Brengt Hij al de Zijnen thuis. Stuurt Hij alles aan op de volle

doorbraak van Zijn Koninkrijk op de dag van Zijn toekomst.

En zeker, nu zijn er op aarde nog altijd de boze machten. Er is de vijandschap. Het brute ongeloof. De vertreding en verachting van Zijn koninklijke rechten en inzettingen. Zijn koningschap is dan ook in zeker opzicht nog altijd een verbórgen koningschap. Toen Hij opvoer ten hemel, onttrok een wolk hem aan het gezicht van Zijn discipelen. In hoofdstuk 2 belijdt ook de schrijver van onze brief: Doch nu zien wij nog niet, dat Hem alle dingen onderworpen zijn" (2 : 8)! Zolang Hij aan de rechterhand Gods blijft, blijft dat voor het natuurlijk oog verborgen en is het alleen te zien met het oog des geloofs.

Tot een voetbank

En dat blijft zo, „totdat..."! „Totdat Ik uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten"! Dat ziet daarop, hoe de Vader Z'n Zoon een dag zal bereiden, waarop Hij al Diens vijanden aan Zijn voeten zal doen buigen. Dat zal de dag van Zijn wederkomst zijn. De dag, waarop de Zoon uit Zijn verborgenheid tevoorschijn zal treden. De dag, waarop Zijn koninklijke heerlijkheid aan allen openbaar zal worden. Dat is het ogenblik van Zijn definitieve overwinning. De principiële overwinning, die Hij reeds op

Golgotha behaalde, zal dan aan allen blijken. Al Zijn vijanden moeten dan definitief het onderspit delven en worden gezet , , tot een voetbank van Zijn voeten"! Een echt oosters beeld, wat we ook elders in de Schrift tegenkomen. Als Jozua in de slag bij Gibeon de vijf kanaanitische koningen gevangen heeft genomen, zegt hij tot z'n legeroversten: Treedt toe, zet uw voeten op de halzen van deze koningen" (Jozua 10 : 24). Het bezegelt hun volkomen overwinning. Eenzelfde gedachte komen we ook tegen in psalm 18, waar David de Heere dankt voor de vele overwinningen, die Hij hem schonk: Gij deed onder mij neerbukken, die tegen mij opstonden. En Gij gaaft mij de nek mijner vijanden" (psalm 18 : 40-41). Welnu, van al die overwonnen vijanden wordt hier gezegd, dat ze samen een voetbank vormen. Je zou ook kunnen zeggen: en voetsteun, een stoof, waarop de voeten van de koning rusten. Een machtig beeld om de heerlijkheid van de overwinning te tekenen.

Zo zal het gaan met al Christus' vijanden. Nu is er nog het woeden tegen Hem. Nu moet nog met psalm 2 beleden worden: „De koningen der aarde stellen zich op en beraadslagen tezamen tegen de Heere en tegen Zijn Gezalfde, gezeggende: Laat ons hun banden verscheuren en hun touwen van ons werpen". Nu is er ook in menig zondaarshart nog het pure verzet: Ik wil niet, dat Déze Koning over me wordt. Overal openbaart zich de vijandschap, die sinds Adams val als een dodelijk gif door de mensheid trekt. Maar straks... als de Koning uit Zijn verborgenheid tevoorschijn treedt, dan zullen al Zijn vijanden gezet worden tot een voetbank voor Zijn voeten. Dan zal Christus volledig voor hen triumferen en hen werpen in de poel, die brandt van vuur en sulfer.

Het legt de vraag aan ons hart: waar zullen wij dan staan? Aan de zijde van Z'n vrienden, die met Hem mogen ingaan in de eeuwige heerlijkheid? Of aan de kant van Z'n vijanden, die op die dag geen dageraad zullen hebben? Beproeft uzelf! Want niet slechts de wereld, die van God en Zijn gebod niet wil weten, geldt deze vijandschap. Nee, ze schuilt van nature in elk mensenhart. Ook in het hart van een trouw meelevend gemeentelid. En ze uit zich soms o zo verfijnd. In ongeloof. In zelfhandhaving. In een soms jarenlange stroom van ja-maars, die worden ingebracht tegen de aanspraak van Christus op ons leven. En het wordt soms o zo godsdienstig gecamoufleerd. Door het zondige vlees de schuld te geven. Door weg te schuilen achter het besluit van

Gods verkiezing. Door te wijzen op in onze ogen verontschuldigende omstandigheden en achtergronden. Maar... het is uiteindelijk niets anders dan vijandschap tegen Gods Gezalfde, waarmee we eeuwig te schande zullen worden. En daarom: zalig hij, die dankzij het wedcrbarende werk van Gods Geest van een vijand een vriend werd. Die Z'n wapens leerde inleveren. Zich met hart en ziel leerde overgeven aan Zijn doorboorde handen. Wedergeboren tot een hartelijk onderdaan van deze Koning der eeuwen. Nee, dan behoeft Zijn koningsheerlijkheid u niet te verschrikken of te beangstigen. Maar dan mag ze u vertroosten en verblijden. Dan mag het u een oorzaak zijn van eeuwige vreugde. Want onder Zijn scepter bent u veilig en welbewaard. Hij zegt het: , , Niemand zal Mijn schapen uit Mijn hand rukken"! Hoezeer u nu nog in het strijdperk staat, de eeuwige Koning beschut en bewaart. Beveiligt en beschermt. Door Zijn Woord. Door Zijn Geest. Met Zijn alomtegenwoordige macht cn kracht. En... daarbij staat een heirleger van gedienstige geesten Hem ter beschikking.

Gedienstige geesten

Na de koningsheerlijkheid van Christus bezongen te hebben, vestigt de schrijver van onze brief weer zijn aandacht op de engelen. Nee, tot geen van de engelen is ooit gezegd: , , Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten. Maar wel zijn zij allen , , gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden om dergenen wil, die de zaligheid beërven zullen"! Christus als de eeuwige Koning is als zodanig ook , , der engelen Heer' "! Hun Hoofd en Aanvoerder. En Hij zendt ze uit , , tot dienst dergenen, die de zaligheid beërven zullen"! Hier verstaan in de zin van , , vólle zaligheid"! Het ingaan in de eeuwige vreugde. Het declkrijgen aan dc eeuwige heerlijkheid.

Zeker, elk die door het geloof met Christus werd verenigd, is reeds zalig. Immers, , , U mag men zalig heten, die 's Heeren vrees bekoort"! In Christus heeft zulk een deel aan de vergeving der zonden, aan de verzoening met God, aan de aanneming tot kinderen, aan de inwoning van de Geest. Onmetelijke schatten. Niet uit te zeggen wonder van Gods genade. En toch: de vólle zaligheid staat nog uit. Nti sta ik nog in het strijdperk. Nu zijn er nog de vleselijke begeerten, die krijg voeren tegen de ziel. Er zijn gevaren van verzoeking en verleiding. Er is moeite en verdriet. Er is afdwalen en struikelen. Maar Gode zij dank: dc Koning waakt! Naar Zijn eigen belofte: , , lk ben met u alle de dagen tot aan de voleinding der wereld"! En... een machtig leger van tienduizend maal tienduizend engelen staat Hem daarbij ter zijde.

Zij worden uitgezonden , , tot dienst", zo staat er. M.a.w.: een onafzienbaar leger van hemelse troongeesten staat Gods verkorenen ter zijde. Ze haalden Lot uit Sodom. Ze zwermden om Jakob heen, toen hij moest vluchten naar Paddaii-Aram, Ze legden een beschermende haag om Elisa en z'n knecht. Menigmaal zond God hen uit om de Zijnen een boodschap van de troon te brengen. Petrus werd door een engel uit de gevangenis verlost. Elia kreeg van een engel eten en drinken in de woestijn enz. enz. Bladert u de Schrift er maar op door. , , Gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden om dergenen wil, die de zaligheid beërven zullen"! Ook vandaag. Hoezeer we ook de roomskatholieke leer van de beschermengel verwerpen, nochtans geloven we ook vandaag onvoorwaardelijk in Gods eigen belofte: , , Hij zal Zijn engelen van u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen"! We zien ze niet, nochtans geloven we, dat ze er zijn. Dienend. Bewarend. Beschermend. Ook de Kerk van het nieuwe verbond mag het met de hand op het Woord Elisa nabelijden: , , Zij, die bij ons zijn, zijn meer dan die bij hen zijn"! Welk een vorstelijk geleide. Dwars door alles heen. Ook als mijn weg moeilijk is. Kohlbrügge tekent aan: , , En gij, arme Lazarus, stoor u niet aan de onbarmhartigheid der mensen, laat dc honden uw zweren lekken, - heb nog 'n weinig geduld!... dc engelen kennen u zoveel te beter, - zie, daar worden zij uitgezonden, - en gij wordt door hen gedragen in Abrahams schoot"!

Gedienstige geesten tot in het uur van mijn dood toe! Ja, want zij , , zullen" de zaligheid beërven, allen, die in Christus hun leven leerde zoeken en vinden. Dat is

vast. Daar staat de Koning Zelf garant voor. Daar zijn de engelen dienstbaar aan. Dat werkt de Heilige Geest onfeilbaar zeker uit. Dat welt op uit het welbehagen van de Vader. En... in en door Christus wenkt de erfenis mij toe. Zodat het gaat zingen in mijn hart, soms onder

de bediening van het Woord, soms bij de tekenen van brood en wijn, soms in de binnenkamer op de knieën voor God... „O heerlijk erf, gij kunt mijn ziel vervoeren"!

M.

L.W.Ch.R.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Een machtige Koning en gedienstige geesten

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 november 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's