Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geboorte van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geboorte van Christus

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

"En zij baarde haar eerstgeboren Zoon, en wond Hem in doeken en legde Hem neder in de kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg." Lukas 2 : 7.

Hoe eenvoudig, zonder enig omhaal van woorden, deelt Lukas de komst van Gods Zoon in het vlees mede. En al is dit al een oude gebeurtenis, het is altoos nieuw, wanneer de kerk des Heeren herinnerd wordt aan het feit van de menswording van Gods Zoon.
Alles op de wereld veroudert, verliest zijn bekoorlijkheid en schoonheid. De inhoud van het Kerstevangelie echter blijft eeuwig nieuw.
Waarom? Omdat die inhoud zó schoon, zó verheven, zó oneindig belangrijk, zó onuitputtelijk dierbaar is, dat Gods heilige engelen en de volmaakt rechtvaardigen in de hemel in eeuwigheid niet moede worden, om het aloude onderwerp in een altoos nieuw lied te bezingen. Immers de geboorte van Jezus is een wonder des Heeren. Het persoonlijke en eeuwige 'Woord des Vaders is vlees geworden. Hij is van de Vader gegenereerd en van de Vader uitgezonden. Want: „wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet". De Heere Jezus bleef bij Zijn vleeswording wat Hij was, maar werd wat Hij niet was.
Hij was en bleef God, maar Hij nam ons vlees en bloed aan en werd mens, en dat werd Hij om voor al de Zijnen, Verlosser en Zaligmaker te zijn. Is dat niet een weergaloze verborgenheid en ondoorgrondelijk wonder?
De geboorte van de Zone Gods was een feit der Goddelijke genade jegens het zondig en schuldig menselijk geslacht. Allertreurigst is toch de staat, waarin de mens van nature zich bevindt.
In Adam hebben wij tegen de hoogste Weldoener gezondigd. Wij zijn in zonde ontvangen en geboren, en hebben Gods heilige Wet met voeten vertreden. De Springader des levenden waters hebben wij verlaten, en onszelf bakken uitgehouwen, gebroken bakken, die geen water kunnen houden. Wij zijn ontbloot van de ware gerechtigheid, de ware rust, vrede, troost en zaligheid. Wij zijn arm, ellendig en nooddruftig, ja, door de zonde hebben wij onszelfvan de ware heilgoederen beroofd.
Maar o, welk een zegen! God zond Zijn eigen Zoon, om de ware onzondige menselijke natuur aan te nemen, teneinde als Borg en Middelaar Zijn uitverkorenen van al de zonde met al haar gevolgen te verlossen, en een eeuwige gerechtigheid aan te brengen.
"Alzo liefheeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe".
De geboorte van Jezus is een wonder van Gods wijsheid. Gods raad zal bestaan en doet daaruit komen wat Hem behaagt, en wat Hij reeds van eeuwigheid heeft besloten. De kerstgeschiedenis boodschapt, dat er Eén is, Die de teugels der wereld in handen heeft, ja, Die in alles Zijn doel bereiken zal. Daartoe moet ook het gebod van keizer Augustus mede dienstbaar zijn. Niet te Nazareth, maar in Bethlehem moest de Christus geboren worden, opdat vervuld zou worden wat voorzegd was door de profeet Micha: "En gij Bethlehem Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda, uit u zal Mij voortkomen, die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid".
Gekomen zijnde in Bethlehem, was er voor hen geen plaats. Hoe is de geboorte van Jezus vervuld geworden door een weg van diepe vernedering en door een weg van onmogelijkheid voor Maria. En toch, geliefden, dit is de weg die God met Zijn volk houdt. Door een weg van het onmogelijke, ja, waar onze wegen zijn afgesneden, wil God Zijn heil doen openbaren. Als wij in de diepste vernedering komen, zal de verlossing aanschouwd worden, en dat wel, in het geschenk van Gods alvermogen.
Kerstvreugde, omdat een Kind geboren is en dat onder zulke omstandigheden, is de vrome godsdienstige wereld een dwaasheid en de goddeloze wereld drijft er de spot mee.
Velen zijn er, die op een remonstrantse wijze, met een verlichte boom en wat versierselen, het kerstfeest vieren en menen Gode welbehagelijk te zijn. Hoe noodzakelijk is het, zal men iets van de kerstvreugde smaken, om door het geloof en met opgeschorte lendenen des verstands in de kribbe te blikken. Daar in die kribbe is Hij geboren willen worden, om de zonde te verzoenen, om de schulden te betalen, om van de vloek te verlossen, en een eeuwig leven te verwerven, ja, om Zijn volk te schenken, wat nimmermeer kan verspeeld worden. In die kribbe te Bethlehem is een onuitputtelijke bron van heil geopenbaard, inhoudende een eeuwige gerechtigheid, rust, vrede, troost en blijdschap. Ja, in dat Kind is al datgene, wat de behoefte van een arm zondaarshart bevredigen kan.
In die kribbe ligt, o onwetenden, uw Profeet en Leraar der gerechtigheid, Die de weg der zaligheid verklaart, en Zichzelf als de enige Weg der zaligheid openbaart. Hier is de Zon om uw duistere ziel te verlichten en uw koude hart te verwarmen. Leert gij u kennen als een dorre en uitgedroogde amandelroede, in de kribbe ligt Hij, Die is de Fontein des Levens. In die kribbe is uw zaligheid, want Jezus, Zaligmaker is Zijn Naam. Hij is de Zaligmaker van verdienste. Daartoe kwam Hij op deze lage zondige aarde, en wilde geboren worden in een beestenstal. Maar Hij is ook een Zaligmaker van toepassing, en maakt de zaligheid door de kracht van Zijn Geest, de gegevenen van de Vader, deelachtig.
In die kribbe is het bloed, dat reinigt van alle zonden. Hier is de Fontein, waar u met al uw schuld van bedrijf en nalatigheid, uit boos opzet en onwetendheid, tegen de Wet en tegen het Evangelie, van de erf- en dadelijke schuld terecht kunt, om gewassen en gereinigd te worden. In dat Kind wordt de gebroken gemeenschap met God weer hersteld, ja, de volkomen verzoening gevonden.
Voor een biddeloos volk ligt hier uw Voorbidder, Die steeds voortreedt voor het aangezicht Zijns Vaders, zeggende: "Ik wil, dat waar Ik ben, ook diegenen bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt". Hier ligt de Parel van grote waarde, om u, o arm volk, te verrijken. Hier ligt de Koning der koningen, om een krachteloos volk te beschermen en te bewaren. In die kribbe ligt die God, Die alles is in allen.
In dat Kind is de vrede voor veroordeelden, klederen voor naakten, ogenzalf voor blinden.
Ja, al wat u ontbreekt, is in Hem te vinden.
Als wij maar bedelaar zijn en met ledige zakken tot die meerdere Jozef gaan, dan zullen uw ogen zalig zijn van zien. Maar dat wordt ook de grote vraag, waar het ons om te doen is? Bij de mens van nature is er voor alles plaats, behalve voor Hem, de Koning der ere. Voor dit Kind was geen plaats in de herberg. Geen plaats in ons huis. Geen plaats in de maatschappij. Geen plaats op de scholen. En het ergste, voor Hem is geen plaats in ons hart.
Maar nu het grote voorrecht, ondanks dat er voor Hem geen plaats was op de wereld, bereidde Hij Zichzelf een plaats, en dat wel in een beestenstal. En daarom, mijn onbekeerde medereiziger, vraag of God voor Zichzelf, in uw hart, nog plaats bereiden wil. Is het van onze zijde voor eeuwig afgedaan, Hij is de machtige Jacobs. Eenmaal zult u voor dit Kind gesteld worden als de dood komt, en in de grote dag der dagen. Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op de weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden.
Bedrukten, armen, ellendigen, blinden, naakten, schuldigen en verlorenen, die met een heimwee in uw ziel"over de wereld gaat, en het steeds minder kunt bezien hoe gij zalig moet worden, weet, Gods weg gaat door het onmogelijke heen. Hoe bang zal het Maria gevallen zijn, in de weg waarin zij geleid werd. Een weg van diepe vernedering naar de beestenstal.
Daar werd Jezus geboren. Daar heeft zij dit Kind mogen omhelzen.
Volk des Heeren, hebt u in de kribbe mogen blikken met een oog des geloofs, of door het geloof het Kind mogen omhelzen, het was zoet en zalig. Hoe groot zou het zijn, dit bij vernieuwing weer eens te doen, tot een nadere kennisneming van Hem. Op die school komt u nooit uitgeleerd, maar is het steeds weer terug naar de laagste klas. Dan mag er weer ervaren worden met Maria:
Mijn ziel verheft Gods eer;
Mijn geest mag blij den Heer'
Mijn Zaligmaker noemen,
Die, in haar lagen staat,
Zijn dienstmaagd niet versmaadt,
Maar van Zijn gunst doet roemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1986

De Saambinder | 8 Pagina's

De geboorte van Christus

Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 december 1986

De Saambinder | 8 Pagina's