Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Goede moed. Dagkalender 1971. Uitg. v. Brummen, Dordrecht en Semper Agendo, Apeldoorn.
Deze dagboek-kalender is geschreven door 12 predikanten van onze kerken. Zij namen ieder een maand voor hun rekening. Soms over een bijbelboek, soms over een figuur of een gedachte uit de bijbel.
Bij de verscheidenheid, die dit boekje kenmerkt, is er toch een eenheid. Het Woord Gods wordt geopend, de weg des levens gewezen.
Blijkens het „Ten geleide" is het de vraag of dit boekje kan blijven verschijnen. Velen zouden het betreuren, dunkt mij, als het zou verdwijnen, het werd hun een vertrouwde gids.
Volgens de aanwijzing wil er telkens bij de meditatie een gedeelte uit de Schrift bij gelezen worden. Of dit gebeurt in onze jachtende tijd?
Onze excuses dat deze uitgave wat laat in onze boekbespreking verschijnt.
Zij had beter verdiend.

Kremer.


Wat dunkt u van de mens? Een reeks beschouwingen over de mens in bijbel en maatschappij, onder redactie van dr. H. Berkhof en dr. A.S. van der Woude. Kok Kampen 1970. 198 blz. Prijs ƒ 16,95.
In deze bundel vindt men de colleges welke voor de theologische etherleergang in het laatste kwartaal van 1969 en in het eerste kwartaal van 1970 gegeven zijn. Ze kwamen reeds uit in het bulletin van de Theologische Leergang van de N.C.R.V. „Rondom het Woord".
In het hele boek staat de vraag naar de mens centraal. Er wordt door specialisten van verschillende wetenschappen op het thema ingegaan. Niet alleen theologen komen aan 't woord. Ook sociologen en andragogen doen mee. Men kan zich afvragen, waarom niet nog andere faculteiten in deze geweldige discussie betrokken zijn.
Een bundel als deze heeft zijn voor en zijn tegen. Tot zijn plus reken ik, dat men een geweldig stuk informatie krijgt. De een brengt dit te berde, de ander dat. Men wordt in heel wat literatuur wegwijs gemaakt. Tot de nadelen reken ik: de ongelijksoortige opzet van de schrijvers. De een begint op een heel andere manier dan de ander. Hij heeft blijkbaar ook wat anders op het oog.
Bovendien is het totaal-resultaat teleurstellend, als men echt iets verder wil komen. Zelfs de globale overzichten van Jager en Roscam Abbing kunnen de zojuist uitgesproken indruk niet wegnemen. Jager neemt tussentijds de stand op. Roscam Abbing evalueert het geheel.
Mij heeft het meest aangesproken het artikel van de oudtestamenticus Van der Woude. Wanneer zijn bijdrage door anderen verwerkt was, zou het geheel er wat minder problematisch uitgezien hebben. Het overzicht van Berkhof is in zijn beknoptheid knap.
Het viel me op dat een drukfout op pag. 174 ook reeds in het bulletin te vinden was. Overigens is de uitgave keurig verzorgd.
De titel is als een vraag geformuleerd. Ligt daarin de bedoeling dat de lezer zelf maar het antwoord geven moet? Het is hem door de veelheid en verscheidenheid van materiaal niet gemakkelijk gemaakt een antwoord te geven.
Het spijt ons dat er niet duidelijker over het bederf van de mens door de zonde en over de wedergeboorte door de Heilige Geest gesproken wordt in deze bundel. Daaruit is te verklaren dat er sterk optimistisch over de mens en zijn mogelijkheden gesproken wordt.

W.H. Velema.


Veelkoppige monsters, door Ds. Joh. Francke, uitgave Oosterbaan & Le Cointre N.V. Goes, 192 blz. prijs ƒ 7.90.
In dit boekje worden twee reeksen artikelen, die verschenen in het weekblad „De Reformatie", 34e en 35e jaargang, respectievelijk in 1958 en 1959, over mythologische figuren in bijbelteksten en in hetzelfde weekblad, de 38e jaargang in 1962, over de vraag of er strijd was bij de schepping van hemel en aarde, tot een geheel verenigd. Terecht komt de schrijver o.a. tot de conclusie dat ook „in de geïnspireerde bijbeltaal allerlei kanaänietische en andere heidense taalvormen, zegswijzen, beeldsprakige figuren en dergelijke zijn overgenomen, wat met name vergelijking van de in Oegarit gevonden mythen en legenden met vele teksten in de Heilige Schrift heel duidelijk aantoont".
Ook met wat Francke opmerkt over het opvallend verschijnsel dat in Ps. 74 en 89 de schepping en de verlossing van Israël uit Egypte in één adem worden genoemd, omdat de bidder de openbaring van Gods almacht en trouw in beide ziet als de grond voor zijn gebed om hulp in benauwdheid, kan ik instemmen. Dan kan men dus toch zeggen dat in de verlossing van Israël zich iets van de schepping herhaalt.
En de verlossing uit Egypte wordt beschreven met beelden, die zijn ontleend aan wat buiten Israël scheppingsmyten worden genoemd, al stem ik Francke toe, dat daar van eigenlijke schepping geen sprake is.
Met zijn weerlegging van Kroeze's gedachte, dat er strijd bij de schepping is geweest, ben ik het ook helemaal eens.
Francke heeft een goed boek geschreven, dat het inzicht bij bijbellezers in het gebruik van taal en voorstellingswereld uit het oude oosten zeer verhelderen kan. Een verheldering op dit punt is heel nodig.

O.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 maart 1971

De Wekker | 8 Pagina's