Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen reden voor ’groots festijn’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen reden voor ’groots festijn’

Landelijk Dienstencentrum in bedrijf

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Er lijkt mij alle reden om de officiële opening van het LDC op 1 december feestelijk te vieren, met alle medewerkers en bestuurders. Het belooft een groots festijn te worden, dat live wordt uitgezonden door de NOS.'
Aan het woord is ds. W. Barendrecht, voorzitter van het dagelijks biestuur van het interim-samenwerkingsverband van de Samen op Weg-kerken, in Kerkinformatie. Alle landelijke dienstencentra van de drie zich verenigende kerken zijn verhuisd naar de gebouwen in Utrecht, die ooit dienden als Militair Hospitaal. Op 30 augustus 1991 werd de vlag van het hospitaal definitief gestreken, op 1 december a.s. wordt de vlag voor het Landelijk Dienstencentrum van de SoW-kerken geheven. Bij de uitnodiging voor de opening van het complex was een foto van de voorgevel gesloten: een entree zonder naambord. Voorlopig blijft het bij 'SoW-kerken'.

Geen reden
Om maar direct helder te zeggen hoe we tegen deze feestelijke opening aankijken: er is geen reden voor de optochtelijkheid, waarvan de woorden van ds. Barendrecht blijk geven. Sinds de verschijning, hartje zomer 1994, van het rapport Mensen en structuren, waarin de ene arbeidsorganisatie van de drie kerken werd voorbereid, hebben we regelmatig uiting gegeven aan onze zorg, dat de arbeidsorganisatie vooruit liep op de ambtelijke structuur van de SoW-kerken en dat deze organisatie een dwangmatige werking op het verenigingsproces zou krijgen. Hoewel er sindsdien eerst sprake is geweest van enige vertraging in de uitvoering, is nu de verhuizing compleet. Vanaf 1 december zullen de drie kerken worden aangestuurd vanuit de ene locatie in Utrecht. Het Samen op Weg-proces zelf bevindt zich evenwel in een diepe impasse. Het ontbreken van een naam op de gevel van de Utrechtse gebouwen is er slechts een symptoom van.
Alom is er de klacht, dat het verenigingsproces in kerkelijk en geestelijk opzicht muurvast zit. En dan nu 'een groots festijn' bij de opening van het dienstencentrum? Dat moet dan kennelijk wel de schijn wekken, dat er sprake is van een hoopgevend, kerkvernieuwend verenigingsproces. Gesproken wordt van een mijlpaal. Dat alles verdraagt zich echter niet met de spanningen, die het verenigingsproces alom kenmerken.


Intussen nemen bezorgde geluiden over de zich nu al aftekenende dominante functie van de nieuwe organisatie toe. Bij de start van de bezinning op de arbeidsorganisatie sprak enkele jaren geleden prof. dr. J. A. B. Jongeneel; hoogleraar missiologie in Utrecht, van bevelstructuur. Hij spitste zijn kritiek toe op de verdwijning van het zendingshuis in Oegstgeest. Verbolgen is toen op zijn uitlatingen gereageerd. Recent voegde zich echter prof. dr. D. C. Mulder, oud-voorzitter van de Raad van Kerken, onder de kritici; dit vanwege het feit, dat de financiële bijdrage voor de Nederlandse Zendingsraad in een periode van drie jaar wordt teruggebracht met 65 procent. Dat betekent op termijn, aldus Mulder, het einde van deze zendingsraad: 'Machtsspel SoW-kerken zeer onoecumenisch', kopte dagblad Trouw.
Recent heeft ook de Bond van Nederlandse predikanten zich kritisch uitgelaten over de zich aftekenende structuur. Tijdens een recente buitengewone ledenvergadering viel zelfs de roep om 'acties', omdat in de nieuwe structuur 'de overlegstructuur' met de predikanten komt te vervallen, om reden van 'bestuurlijke efficiency'.
Nu is niet alle kritiek onze kritiek. Maar feit is, dat de ene arbeidsorganisatie met vierhonderd werknemers onvermijdelijk een grote impact zal hebben op het kerkelijk 'bedrijf'. De kerkelijke vereniging gaat mede daardoor geforceerd verder!

Gedane zaken
Gedane zaken nemen geen keer. De verhuizing is geschied. De schepen van de afzonderlijke dienstencentra heeft men achter zich 'verbrand'. De Regionale Dienstencentra staan daarbij overigens nog maar aan het begin. Ze zijn in het algemeen nog slechts 'in oprichting'. Hier loopt de landelijke structuur vooruit op de regionale structuur en staan de regionale ambtelijke vergaderingen (de classes) voor een voldongen feit.
Hoe men ook tegen deze ontwikkeling moge aankijken, we realiseren ons zeer wel, dat de dienstverlening voor de gemeenten voortaan zal plaatsvinden vanuit het Landelijk Dienstencentrum (LDC) en vanuit de (toekomstige) Regionale Dienstencentra (RDC's). In de periodiek van de RDC-Gelderland ('in oprichting') schreef ds. W. Meijer (Kootwijkerbroek), n.a.v. een bezoek van het Projectteam Gelderland aan de classis Nijkerk, dat het mogelijk moet zijn om los van Samen op Weg na te denken over de opzet van het RDC. Hij sprak er nochtans ook zijn zorg over uit, dat de organisatie van de nieuwe kerk straks een feit is, nog voordat er overeenstemming is over de kerkorde. 'Dat geeft een gevoel van onvrede en wantrouwen en dat remt mensen af om mee te denken over de structuur van bijvoorbeeld het RDC.' Hij liet overigens wel doorstralen in zijn bijdrage, dat deze structuur momenteel een gegeven is, die daarom om kritisch meedenken vraagt. Temeer ook omdat de modaliteitsorganisaties (GZB, IZB en HGJB) een eigen plaats hebben in de dienstverlening. We beamen dit.

Terug
Maar nu terug naar de opening op 1 december. Het feit, dat deze opening als een 'festijn' wordt opgevoerd, in aanwezigheid van NOS-televisie, betekent het opwaarderen van een verenigingsproces, dat verder in het slop zit.
Het feit, dat Hare Majesteit de koningin is uitgenodigd om bij de opening aanwezig te zijn, onderstreept alleen maar deze op-waardering. Enerzijds wordt het volk zo een beeld opgedrongen van de kerk als een bedrijfsmatig gebeuren. Anderzijds is het kennelijk de bedoeling om wat de een-wording betreft naar buiten toe meer te suggereren dan met de feiten overeenstemt. Hare Majesteit mag weten, dat niet allen in de Hervormde Kerk gelukkig zijn met de publieke koninklijke opwaardering van de start van de nieuwe arbeidsorganisatie van de kerken. Het hoge woord moet er dan ook maar uit: wij zullen, aan de fes­tiviteiten niet deelnemen. En we zijn nog wel zo koningsgezind!


Daar komt nog bij, dat de opening wordt omflankt met een liturgische viering. In Kerkinformatie wordt gezegd: 'De officieIe opening vindt plaats tijdens een liturgische viering, die op verschillende plaatsen in het gebouw plaatsvindt… De aanwezigen zingen tijdens de rondgang een speciaal voor deze gelegenheid geschreven liturgisch lied. De viering wordt besloten in de kapel van het LDC'. Afgezien van de vraag welke inhoud de liturgie en de afsluitende viering in de kapel zullen hebben: zingende door de gangen is wat ons betreft te optochtelijk.

Jeremia
Er is in het algemeen genomen en ook in concreto geen aanleiding tot 'een groots festijn'.
Laat ik een ander uiterste noemen. En dan zie ik op de stand van ons kerkelijk leven in het algemeen. Eenmaal per jaar herdenken religieuze joden de verwoesting van de tempel. Ze zouden dan letterlijk 'in zak en as' moeten zitten. In plaats daarvan dragen ze (symbolisch) pantoffels of sloffen en zitten ze in groepjes op een mat bij de klaagmuur in Jeruzalem, reciterend de Klaagliederen van Jeremia.
Welnu, de 'tempel' te onzent is nog niet verwoest. Maar hoeveel is in de kaalslag van de secularisatie al niet afgebroken? Van plaatsen en streken in het land geldt de levende klacht van Jeremia: de wegen naar Sion treuren omdat niemand op het feest komt' (1 : 4).
De nieuwe arbeidsorganisatie is toch ook bepaald geen luxe of een teken van gezond kerkelijk leven?! Was er ook niet pure economische noodzaak?
Hoeveel is er ook al niet letterlijk of in overdrachtelijke zin afgebroken onder de permanente druk van SoW? Er is ook de laatste tijd door velen geducht pijn aan geleden.
Wat vanuit voorgeslachten tot ons is gekomen wordt steen voor steen in de ontwikkeling van het kerkelijk leven prijsgegeven. Van een nieuwe, geestelijk vernieuwde kerk is daarbij geen sprake. Is er daarom niet meer reden om met sloffen in groepen op de mat te gaan zitten in het voormalige Militair Hospitaal dan liturgisch-optochtelijk de opening van een bureau te vieren? Wie het vatten kan, vatte het.


Uit deze kritische noties mag niet worden geconcludeerd, dat we het nieuwe complex niet zouden erkennen als het komende werkterrein voor de kerken. Bij de eerstkomende ambtelijke vergadering zullen we er zijn. Maar de huidige openingsceremonie is ons toch te machtig. Meer ingetogenheid zou op z'n plaats zijn geweest.

v. d. G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Geen reden voor ’groots festijn’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 november 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's