Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vloeken in het leger

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vloeken in het leger

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het ijdellijk gebruiken van de naam des Heeren is volgens Gods Woord één van de grootste zonden. In het derde gebod van de Wet Gods wordt het nadrukkelijk verboden met de bijvoeging, dat de Heere niet onschuldig zal houden, die Zijn naam ijdellijk gebruikt. Hoe streng het begaan van deze zonde bij Israël op Cxods bevel moest worden gestraft, leert ons Levitikus 24 : 10 tot en met 16.

In deze verzen wordt melding gemaakt van de zoon van een Israëlietische vrouw en een Egyptenaar. Deze zoon twistte met een Israëliet, wat als een soort ruzie kan worden opgevat, waarbij het zover kwam, dat eerstgenoemde de Naam (des Heeren) lasterde en vloekte. Deomstanders, .diedithadden gehoord, brachten dit ter kennis van Mozes, wat tot gevolg had dat de overtreder van het gebod Gods in de gevangenis werd gebracht, in afwachting van wat met hem gebeuren moest. De Heere Zelf maakte toen Mozes bekend welke straf op hem moest worden toegepast, wat in de volgende woorden geschiedde (vs. 14):

„Breng de vloeker uit buitenhetleger; en allen, die het gehoord hebben, zuUen hun handen op zijn hoofd leggen; daarna zal hem de gehele vergadering stenigen.

En tot de kinderen Israels zult gij spreken, zeggende: Een ieder als hij zijn God gevloekt zal hebben, zo zal itg zijn zoTidétiragen^-en - die-de-naam des Heeren gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden, de ganse vergadering zal hem zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemcj|Mg zijn gelijk de inboorling: als hij de Naam zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden".

Het antwoord dat in de Heidelbergse Catechismus wordt gegeven op de vraag, of het dan zo grote zonde is, Gods Naam met zweren en vloeken te lasteren, dat God Zich ook over diegenen vertoornt, die, zoveel als hun mogelijk is, het vloeken enzwerenniet helpen weren en verbieden, is dan ook geheel overeenkomstig de Heilige Schrift. Dit antwoord luidt:

, , Ja, gewisseUjk, want daar is geen groter zonde, noch die God meer vertoornt, dan de lastering Zijns Naams, waarom Hij die dan ook met de dood te straffen bevolen heeft".

Uit het bovenstaande blijkt wel overduidelijk, dathet vloeken een schrikkelijk kwaad is. Tevens blijkt er uit, dat het dure roeping is om tegen het bedrijven van dit kwaad op te komen, wat zowel geldt voor partikuliere personen, bestuurders van Gemeenten en Staten, als voor volksvertegenwoordigers en overheden. Ons bepalend tot de Kamerleden is het bekend genoeg, dat de S.G.P.-Kamerleden er voortdurend bij de achtereenvolgende regeringen op hebben aangedrongen om tegen het vloeken passende maatregelen te nemen. Ten aanzien van het leger ging er geen jaar voorbij of steeds weer werd op de ministers en staatssekretarissen van defensie sterke aandrang uitgeoefend om toch in deze zo gewichtige aangelegenheid niet werkeloos te blijven toezien door het kwaad van het vloeken maar te laten voortwoekeren zonder daartegen iets te doen.

Tot voor kort kon echter van enige aktie der regeringspersonen helaas niets worden bespeurd. Hierin is nu echter enige verandering gekomen. Zoals de lezers uit het verslag van de behandeling der defensiebegroting in de openbare kommissievergadering reeds hebben kunnen konstateren, werd in het blad , , Allehens", dat voor de Marine bestemd is, een stuk opgenomen, waarin tegen het vloeken wordt opgekomen. De Staatssekretaris van Marine, de heer Van Es, had dit verleden jaar al toegezegd en hij heeft woord gehouden. In het oktobernummer van de 22-ste jaargang, no. 3, 1968 kwam een sprekend vignet voor, dat we hier laten afdrukken met het er onder voorkomende stukje, waarin op de lezers van , , Alle hens", in het bijzonder op de gezagsdragers bij de marine, een dringend beroep wordt gedaan, het vloeken natelaten.

Een paar maal reeds hebt u deze kreet: „Vermijd, bestrijd het vloeken" in AUe Hens kunnen lezen.

Msschien hebt u het helemaal niet gezien, misschien hebt u erom gelachen, misschien dacht u bij uzelf: „Wordt er bij de marine zo gevloekt? " Bij de Koninklijke marine wordt gevloekt. Dit te willen ontkennen, is dwaasheid. Nog altijd zijn er gezagsdragers bij de marine, die helaas hun toevlucht nemen tot een veelvuldig gebruik van krachttermenen vloeken. Zij maken zich daarbij schuldig aan een vernederende behandeling van him ondergeschikten. Hun slechte voorbeeld is soms de oorzaak dat die vloekgewoonten als krachtsbetoon en mannelijke stoerheid worden overgenomen.

De eerlijkheid gebiedt ronduit te erkennen, dat velen in de marine, voordat ze , , erbij" kwamen, al gewoon waren te vloeken. Laat nu echter de marine ook eerlijk proberen hier een verandering in te brengen. Stop zelf met vloeken. Nu. Gteef zo een voorbeeld waardoor u het vloeken ook bij anderen kunt vermijden en bestrijden. M. H. Tromp zei het al:

Waarom zou ik deze eerlijke lieden, die immers hun leven met mij wagen, anders dan wel aanspreken en bejegenen, waartoe zou ik vloeken en schelden? Ik kan immers met een enkel woord meer uitrichten dan een ander met tien kwade. Begin ermee, nu.

Toen de vorige week de begroting van defensie voor de Kamer behandeld werd, deden de Staatssekretarissen van de Kon. Landmacht (KLa) en de Kon. Luchtmacht (KLu) de toezegging, dat in de bladen, die tot hun afdeling behoren, soortgelijke stukken zuUen worden opgenomen, wat ten zeerste gewaardeerd moet worden.

De rede en de repliekrede, die bij deze gelegenheid door Ir. Van Dis werden gehouden, zullen we bij leven en welzijn de volgende week in De Banier opnemen om enige afwisseling aan te brengen, daar reeds tweemaal achter elkaar over defensieaangelegenheden werd gehandeld. Ditmaal vindt men hieronder de door Ir. Van Rossum gemaakte opmerkingen bij de behandeling van de begroting van Ekonomische Zaken in de openbare kommis siever g adering.

Dit zij alleen nog vermeld, dat de begroting van defensie met de voorstellen inzake de verhoging der defensie-inspanning (f 225 miljoen) door de Kamer werd aangenomen met alleen de stemmen van de P.S.P. en de C.P.N, tegen.

Enkele amendementen van de zijde van de P.v.d. A. en D'66 om toch nog een bepaald bedrag van de 225 miljoen af te knabbelen, en20Starfighters alsnog te verkopen, kennelijk met het doel om de pacifisten uit hun partijen enigszins tegemoet te komen, werden verworpen.

Ook de motie Wieldraayer-Dankert (P.v.d.A.) inzake verkorting van de diensttijd haalde het niet. Zij werd evencds de amendementen bij zittenen opstaan verworpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1968

De Banier | 8 Pagina's

Vloeken in het leger

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1968

De Banier | 8 Pagina's