Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Arent Cornelisz en het Gebed des Heeren (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Arent Cornelisz en het Gebed des Heeren (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uitspraak verklaring-voor-rechtprocedure uitgesteld
Vrijdag 25 januari jongstleden werden de partijen in de verklaring-voor-rechtprocedure namens de rechtbank in Utrecht officieel geïnformeerd met betrekking tot het feit dat uitspraak in deze zaak niet afkomt op de eerder aangegeven datum van woensdag 30 januari 2008. Het uitstel betreft zes weken. Wel moet daarbij aangetekend worden dat de rechtbank nogmaals kán overgaan tot verdaging van de uitspraak. Ook is het mogelijk dat de uitspraak in een eerder stadium afkomt. Aangegeven is dat de hoge werkdruk oorzaak is van het uitstel. Door rasoptimisten wordt aangevoeld dat de vertraging mag worden geïnterpreteerd als een positief signaal. De zaak is kennelijk niet zo simpel dat er een is-gelijk-teken kan worden geplaatst tussen de voormalige Nederlandse Hervormde Kerk en de nieuwe fusiekerk. Realistisch is het om af te wachten hoe de uitspraak zal luiden. Naar de mens gesproken zullen we binnenkort weten hoe de eerste echte uitspraak uitvalt. Er is veel publiciteit rond het onderhavige thema. Dat weet de rechtbank ook. Het is niet te hopen dat er een publicitair spel gespeeld wordt rond deze zaak. Daar is de materie veel te ernstig voor. Het gaat om de juridische gevolgen die verbonden zijn aan de opheffing van de kerk der vaderen. Door de kerkelijke rechters is beslist dat geen Nederlandse Hervormde kerkenraad het recht heeft gehad met de hem toevertrouwde gemeente buiten de Protestantse Kerk te blijven en dat de naam alsmede alle bezittingen moeten worden losgelaten door hen die onveranderd begeren te blijven bij de oude grondslag van de kerk die door Gods wondere voorzienigheid nooit is gewijzigd, alle verval en verwording ten spijt. De grote vraag is nu of de burgerlijke rechter dit onrecht eveneens voor zijn rekening durft te nemen dan wel of er werkelijk récht zal worden gedaan. Hoe dan ook, het geduld in deze al zo lang slepende kwestie wordt opnieuw beproefd. We zullen nog enige tijd geduld moeten hebben totdat een eerste uitspraak daar is.

Protestantse zegen voor roomse aartsbisschop
Medio december 2007 wenste dominee G. de Fijter als voorzitter van de synode van de Protestantse Kerk de nieuw benoemde aartsbisschop van Utrecht alvast Gods zegen toe bij het vervullen van zijn nieuwe taak. Ook sprak hij de hoop uit op een goede samenwerking met de man. ‘In de komende jaren zullen in Nederland hoe dan ook de Protestantse Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk blijvend met elkaar optrekken. De opstelling van de nieuwe aartsbisschop in dit gesprek is van grote invloed’, aldus de predikant uit Kampen.

Intussen is Eijk geïnstalleerd in de aartsbisschoppelijke zetel van Utrecht. Die gebeurtenis ging uiteraard met de in de Roomse Kerk gebruikelijke eucharistieviering gepaard. Mijn Catechismus belijdt ten aanzien van de paapse mis: ‘En alzo is de mis in den grond anders niet dan een verloochening der enige offerande en des lijdens van Jezus Christus, en een vervloekte afgoderij’ (HC antwoord 80). Een principieel gereformeerde protestant bezoekt de paapse mis bij geen enkele gelegenheid. Die opvatting is niet nieuw. In onze tijd wordt het veelal niet meer begrepen. Dat komt deels doordat protestants Nederland zelf anders denkt en handelt dan vroeger.

Ter gelegenheid van de inwijding van de aartsbisschop van Utrecht voerde dr. Bas Plaisier het woord namens de Protestantse Kerk en de Raad van Kerken in Nederland. Hij wenste hem Gods zegen toe bij zijn roeping, die hij op één lijn plaatste met de roeping tot het ambt in zijn kerk en zei dat God Zijn zegen meegeeft aan mensen van vlees en bloed waarmee ‘God Zijn Kerk bouwt, of die nu orthodox, rooms-katholiek of protestants is’. Er werden geen verschillen benoemd tussen de RKK en de PKN. Wél zei Plaisier: ‘We zijn aan elkaar gegeven. En het feit dat we als kerken met elkaar kunnen optrekken in de Raad van Kerken is met recht een Godsgeschenk te noemen. Dat was misschien wel Gods uiterste krachtinspanning om te redden wat er te redden valt in een steeds meer ontkerkelijkend Europa.’ En: ‘Laten we het om Gods wil verhinderen, dat de huidige ontwikkelingen ons uit elkaar drijven in plaats van bij elkaar brengen in een gemeenschappelijk christelijk huis. U hebt daarvoor één van de sleutels in handen.’ Graag sloot Plaisier aan bij de wens van de secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken ‘dat we binnen 50 jaar gemeenschappelijk de communie kunnen vieren. Ik zeg hem dat graag na’, aldus de PKN-scriba.

De Reformatie is toch niet voor niets geweest?
Eerlijk gezegd kijken we er niet meer van op. Plaisier is al jarenlang voorstander van toenadering tot Rome. In de recente kerkgeschiedenis heeft hij dat op meerdere momenten laten blijken. Opmerkelijk is wel dat vanuit de PKN nauwelijks op de rem getrapt lijkt te worden. De landelijk preses, zelf gereformeerde bonder, neemt publiek allerminst afstand van de wens van zijn scriba. Paus Komt Nader, zo zijn de initialen wel uitgelegd. Ik acht de paus wel in staat de afgedwaalde Hollandse protestanten in te lijven in zijn kerkprovincie, maar dat hij tot het herroepen van de roomse beginselen bereid is, daarvoor heb ik geen enkele aanwijzing. De vraag of de Reformatie voor niets geweest is, is op vaderlandse bodem inmiddels klemmend. In de zucht naar eenheid wordt langzamerhand liever gekeken naar Rome dan naar hen die gereformeerd wensen te zijn en te blijven. De woorden van Plaisier die tegenover de aartsbisschop van Utrecht en passant klaagde over ‘een dramatische en onafwendbare teloorgang van het kerkelijk leven van Nederland’ hebben na het opzettelijk doorsnijden van de wortels met de kerk der reformatie in ons land wel iets dubbels. Of heeft het meer iets van een eerlijk programma dat nu gewoon toe is aan het volgende punt: samenwerking met Rome?

Een hervormd-gereformeerd richtinggevend woord
In elk geval houd ik het maar op de woorden die zijn te lezen in de catechismusverklaring van wijlen dominee J. van Sliedregt, in zijn tijd een gezaghebbend predikant binnen hervormd-gereformeerde kringen. Hij schrijft in Waartekenen en zegelen (p.196) geen onduidelijke taal: ‘Waar Gods Woord heerst, daar belijdt men: De dienst van het misoffer is vervloekte afgoderij. Dat zal volmondig beleden worden door allen die maar uit één bron leven kunnen en mogen, namelijk Gods Woord. Wanneer we dit verstaan en als waarachtig protestant hebben we het zo te verstaan, zo zullen we ook aanvoelen welke houding ons tegenover deze leer past als we in het praktische leven ermee in aanraking komen. Het is toch duidelijk dat de protestant tegen beter weten in zondigt en opzettelijk afgoderij pleegt als hij aan de mis deelneemt, ook al gaat het om een bewijs van piëteit en deelneming. Bijvoorbeeld bij de roomsen wordt voor de zielerust van de dode een lijkdienst gehouden, vergezeld van bediening van de mis. Is de dode één van koninklijken bloede, dan eist de hoffelijkheid dat de gezanten, ook van protestantse mogendheden, die lijkdienst bijwonen. Echter, vroeger weigerden onze gereformeerde diplomaten zich hiertoe te lenen. En niemand zag daarin iets krenkends, omdat men wist dat hun geloof de bijwoning van de mis verbood. Hoe moest hierin het voorbeeld onzer vaderen nagevolgd worden. Doch helaas! Een gereformeerde belijder kan en mag niet bij de mis tegenwoordig zijn. Dit geldt ook voor gewoon particulieren, bij begrafenis van een buurman of bij de misdienst van aangetrouwde familieleden die rooms zijn. Doch men telt dit tegenwoordig niet meer. Alles kan en mag. Een ruim hart, verdraagzaam, doch Gods Woord verachtend. Men moest echter bedenken: De mis is bedoeld als hoogaste godvruchtige handeling. Wie nu verstaat wat een waan zij in zich sluit, die kan en mag zelfs geen rustige toeschouwer zijn, waarbij hij zijn hoofd toch moet ontbloten als bewijs van eerbied. Doch die vlucht weg van deze plaats.’ Zo eindigt dominee Van Sliedregt zijn catechismuspreek, na zijn sterven uitgegeven in 1986 in het vierde deel van de serie Uw enige troost en van een voorwoord voorzien door zijn zoon, ds. C. van Sliedregt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 2008

Kerkblad | 12 Pagina's

Arent Cornelisz en het Gebed des Heeren (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 2008

Kerkblad | 12 Pagina's