Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de jeugd

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste Jongelui!

Het is maandagmorgen. Ik zou willen vragen: Zijn jullie gisteren allemaal twee keer naar de kerk geweest? Voor zover dat mogelijk is, is dat cis van Gods Woord.

Ik zeg: Voor zover dat mogelijk is. Want ik wil er natuurlijk rekening mee houden, dat er ook zieken onder jullie zijn, die niet hebben gekund. Er zijn er misschien wel onder jullie die nooit naar de kerk kunnen, omdat men altijd op bed moet liggen. Dat is heel erg, als men al zo vroeg een zwaar kruis moet dragen. Wc willen jullie niet vergeten. Het is een voorrecht, dat als je niet naaide kerk kunt, dat de Ileere je toch evenwel een zegen geven kan. Hij is aan geen tijd of plaats gebonden.

Hebben jullie daar weet van, beste vrienden? Want als je altijd aan huis gebonden bent, erger nog: aan je bed, dan wil je wel eens graag bezoek hebben. Je zit dan uit te kijken of er niet iemand komt, die je zijn of haar meeleven wil betonen. Het is allemaal heel menselijk en heel begrijpelijk.

Doch het komt nog al eens voor, dat men door mensen op de duur vergeten wordt. En dan wordt het moeilijker. Dan begint de eenzaamheid je te besluipen en te bekruipen. Dan kan er opstand in het hart komen. Want om in alle tegenspoed geduldig te zijn, daar is genade voor nodig. Die genade willen we degenen die met veel tegenspoeden te kampen hebben van harte tocbidden.

Wat is het anders groot, als men door de mensen vergeten wordt, te mogen ervaren dat de Heere je niet vergeet. Het staat in Psalm 40 zo heel mooi:


Schoon ik arm ben en ellendig,
Denkt God aan mij bestendig.


Dat is het grootste wat er bestaat. N.l. te beleven, dat de Ileere je niet vergeet. Dat Hij aan je denkt. Dit wordt ervaren, wanneer Hij door Zijn woord tot je spreekt, zodanig dat het als een woord van God tot je komt. Als dit dan in geloot’ aanvaard mag worden, dan gaat er kracht van uit. Dan wordt ervaren, dat liet evangelie een kracht Gods tot zaligheid is, voor een ieder die gelooft. En dat is een rijke ervaring. Dan kan men wel zingen in de druk:


Hoe groot, hoe vrees'lijk zijt G’ alom,
Uit Uw verheven heiligdom,
Aanbidd'lijk Opperwezen!
’t Is Israëls God, die krachten geelt,
Van Wien het volk zijn sterkte heeft,
Looft God; elk moet Hem vrezen.


Wanneer men in dagen van druk zo gesteld mag zijn, dan is het wel uit te houden. Dan heelt men aan de Heere genoeg en men krijgt van de Heere nooit genoeg. Dat is het geheim van de liefde. Dat kan men in de kerk beleven, en het is groot als het daar gebeuren mag. Doch men kan dat ook thuis beleven. En het is niet minder groot, als het daar gebeuren mag.

En dat is toch heus geen zaak. alleen voor oude mensen, maar jonge mensen kunnen daar ook in delen.

Dit dan ten opzichte van diegenen die niet naaide kerk kunnen, die ..wettelijk” verhinderd zijn, zoals dat genoemd wordt.

Doch als je niet „wettelijk” verhinderd bent geweest, dan hoop ik van jullie te mogen aannemen. dat je twee maal naar de kerk geweest bent. Jullie bemerken wel, dat ik het erg voorzichtig schrijf. Ik schreef namelijk, dat ik „hoopte” te mogen aannemen. dat je twee maal geweest bent. Want ik bemerk het zelf wel, dat er nog al enkelen zijn. om niet te zeggen „velen” die maar één keer gaan. En dan niet om dat ze daar behoefte aan hebben. maar omdat dit nu eenmaal moet. Want anders gingen ze helemaal niet. Een dergelijke houding tegenover de dienst van God, is natuurlijk niet uit God. Maar die is ronduit uit de Boze. Ten deze zou ik willen zeggen: Wedersta de Boze. en hij zal van u vlieden.

Misschien zeggen sommigen van jullie: .la maar. dat kun je niet in eigen kracht, dat gaat zo maar niet.

Als je daar dan maar goed van overtuigd bent. dat je het niet in eigen kracht kunt en dat het zó maar met gaat. Want dan gebruik je deze vrome ..goedkope” uitdrukking niet. om er jezelf achter te verschuilen, zoals dit zo menigmaal gebeurt door jongeren en ook ouderen!’ Doch dan drijft je dit uit naar God. de Bron van kracht, om van Hem kracht te begeren. En als je werkelijk kracht van de Heere begeert in de strijd tegen de Boze, dan zal de Heere je niet beschaamd laten staan.


Welzalig is hij, die al zijn kracht
En hulp alleen van God verwacht.
Die kiest de welgebaande wegen


En deze wegen lopen ook naar de kerk. Het is „levensgevaarlijk” om ten deze z'n „plicht” te verzaken, terwijl ik dit schrijf, denk ik aan Hebr. 10:24-27: „En laat ons de onderlinge bijeenkomsten niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer. als gij ziet dat de dag nadert. Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid verkregen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden, maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.” Ik hoop, beste vrienden, dat jullie dit ernstig m overweging zullen nemen. Dan zul je zeker niet onnodig thuisblijven. Waar zou je trouwens de moed vandaan halen, om dit te doen, als de Heere je roept.’ Je kunt gewis nergens beter verkeren, dan „in het heiligdom, waar het volk vergaderd is”. Daar wil de Heere Zelf ook wezen Want waar twee of drie in Zijn Naam vergaderd zijn, daar is Hij in het midden van hen.

Als je nu trouw naar de kerk gaat, dan heb je natuurlijk ook met de preek te maken. Daar waren we met elkander over aan het denken. We hebben al vastgesteld, dat een preek niet bepaald twee uur behoeft te duren. Maar we hebben ook gezegd niet op die „goedkope-uur-preekjes,’ gesteld te zijn. Degenen, die daar de zaak mee denken te kunnen redden, moeten ontdekken in heel veel gevallen, dat dit de kerk in „versneld tempo” op weg naar haar faillissement helpt. Doch nu genoeg hierover.

Als je in de kerk zit, gaat het over de „inhoud” van de preek. Jonge mensen hebben ook oren gekregen. Jonge mensen luisteren vaak heel kritisch. Op zichzelf is dat helemaal niet erg. Het is zelfs te prijzen, wanneer iemand kritisch luistert, als de kritiek maar met uit een verkeerde bron voortkomt. Dat is uit een hart dat vol vijandschap zit tegen de waarheid.

Want als dit het ges al is, dan kan er door de beste dominee kwalijk wat goeds gezegd worden. Men heeft dan overal kritiek op. Men heeft knliek op z'n houding, op z'n stem, op z'n tekstkeuze, op z'n tekstverklaring en op de preek, die daarop gebaseerd is. kortom, op alles en nog wat.

Wat gezegd wordt, spreekt dan ook helemaal mei aan. Men heeft zich van te voren, onder leiding van de duivel, gepantserd tegen het „tweesnijdend scherpe zwaard des woords” van God. Het gaat er dan niet „in„, zoals dat heet. liet woord vloeil van de zodanigen al. net als het water van de rotsen.

Als een dominee scherp de zonde veroordeelt en naar het woord van God door de schrik des 1 lee-ren zoekt te bewegen tot het geloof, dan noemt men zulk een dominee onmenselijk zwaar. Het is dan een man zonder evangelie. Hij preekt allemaal „hel en verdoemenis”. Althans, men hoort met anders, omdat men „eenzijdig” luistert.

Hiermede wil ik natuurlijk niet zeggen, dat een dominee met „eenzijdig” kan preken. Dat kan natuurlijk ook voorkomen en dat zal ook wel eens voorkomen. Ik vraag mij zelf zelfs wel eens al. of het met eens een keer nodig kan zijn. om op bepaalde zaken eens „eenzijdig” de nadruk te leggen.

Ik denk bijvoorbeeld aan Jona. Die moest naar de goddeloze stad Nineve, om te prediken de prediking. die de Heere tot hem spreken zou. En wat moest Jona nu prediken? „Nog veertig dagen en dan zal Nineve worden omgekeerd”. Dat was niet het woord van Jona. maar dat was het woord van God. Dat moest hij zeggen en meer niet. Hij mocht het ook niet anders zeggen.

Dat was toch ook een boodschap. En dan tot die „arme heidenen”. Zo doet men het tegenwoordig niet meer. Men weet het nu beter. Dit is geen „manier” om de heidenen te lijf te gaan. Je moet het anders doen, zegt men! Maar ik zeg het ze nog niet na.

Maar denken jullie er ook eens over, dan gaan we de volgende keer weer verder.

Jullie aller Vriend,

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's

Voor de jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 1971

Bewaar het pand | 4 Pagina's