Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gaspard de Coligny

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gaspard de Coligny

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegen het einde van iedere maand augustus gaan de gedachten van een historiebewuste protestant wel eens uit naar het jaar 1572. Toen immers werden van 24 tot 28 augustus in Parijs, en van 25 augustus tot 5 oktober op een twaalftal plaatsen in de provincies, dertig duizend hugenoten op gruwelijke wijze vermoord, door het als gevolg van opruiende toespraken van de clerus gefanatiseerde rooms kerkvolk. (Zie het verzamelwerk van Ph. Joutard en drie andere protestantse historici, die getracht hebben de weerklank vast te leggen van de Bartholomeusnacht, zoals die zich ook nu nog laat waarnemen: religieus, politiek, sociaaleconomisch en cultureel: 'La Saint-Barthélémy, ou les résonances d'un massacre', 1976).

Wij zullen deze stelselmatige uitroeiing van een volksgroep schetsen in het kader van het levensverhaal van het voornaamste slachtoffer, de admiraal De Coligny. Toen diens moeder, Louise de Montmorency voor de tweede maal weduwe werd, nam zij als hofdame van koningin Eleonora, vrouw van Frans I, drie van haar zonen mee naar het hof. Met de koninklijke prinsen werden zij tegelijk opgevoed: Gaspard en François, die voor de krijgsmansstand waren bestemd, en Odet, de latere kardinaal, die protestant geworden in Engeland stierf.

De beide eerstgenoemden namen deel aan de traditionele oorlogen van Frankrijk tegen het Huis Habsburg, waarvan de bezittingen Frankrijk aan drie kanten omsloten. Gaspard vocht in Vlaanderen en toonde zo'n geschiktheid voor het mihtaire leiderschap, dat hij reeds op 24-jarige leeftijd het bevel kreeg over een regiment infanterie.
Als zijn vroegere studiemakker in 1547 koning van Frankrijk wordt, bevordert deze De Coligny tot kolonel- generaal der infanterie.
Enige tijd later sterft zijn moeder, Louise de Montmorency. Trouw aan haar hervormde geloofsopvattingen had zij de geestelijke bijstand van een r.k. priester geweigerd. Tegen het einde van datzelfde jaar trouwt Gaspard met de tien jaar jongere Charlotte de Laval.

Behalve een flinke legeraanvoerder was De Coligny ook een bekwaam latinist, zodat zijn koning hem verscheidene diplomatieke opdrachten geeft. Door het opstellen van een 'Reglement voor de krijgstucht', en het zich daaraan streng houden, reorganiseert hij ook de ongeregelde legerbenden van de koning, die zijn verdiensten beloont door hem in 1553 te bevorderen tot 'Admiraal van Frankrijk'.In 1555 treedt Karei V af als koning van Spanje ten gunste van zijn zoon Filips 11. Opnieuw breekt er oorlog uit tussen Frankrijk en Spanje. Bij Saint-Quentin (N.W.Fr.) lijden de Fransen een zware nederlaag. Maar de Spanjaarden kunnen niet doorstoten naar Parijs, doordat De Coligny zich met een klein garnizoen in de zwakke vesting van S. Quentin weet te handhaven. Uiteindelijk moet hij echter capituleren. Men voert hem gevankelijk naar het kasteel van Gent, waar hij twintig maanden vast zou zitten. Hij leest er de Bijbel en de 'Institutie' van Calvijn. Ondanks censuur zendt Calvijn de gevangene brieven met woorden van geestelijke bemoediging.
Intussen doet Charlotte de Laval energieke pogingen om door het verkopen van landgoederen een losgeld van honderdvijftig duizend gouden daalders bijeen te brengen. Als De Coligny in 1559 vrij komt is hij geestelijk een ander mens geworden: hij is bekeerd. Maar de Franse politiek is ook veranderd en niet ten gunste van de protestanten. Met steun van Spanje wil Hendrik II nu de ketterij in zijn land uitroeien. Ter bevestiging van de nieuwe Spaans-Franse vriendschap trouwt Filips II met Elizabeth van Valois, dochter van Hendrik II. In Parijs worden grote feestelijkheden georganiseerd, waaronder een ouderwets toernooi. Daarbij wordt Hendrik II zo ernstig aan het hoofd verwond, dat hij na tien dagen sterft. Nog op zijn ziekbed had de koning aan paus Paulus IV doen weten, dat hij de ketterij in Frankrijk zou bestrijden zonder iemand te sparen. Enige maanden tevoren had deze 'Stedehouder van Christus' aan de Franse koning geschreven, dat 'ketterij een kwaad is dat alleen met brandstapels kan worden bestreden'.
Paulus IV kon het weten: hij was grootinquisiteur geweest.

In het sterfjaar van Hendrik II hadden, op advies van Calvijn, de reeds zeer talrijke Franse hervormden (20%), in het diepste geheim, te Parijs hun eerste nationale synode gehouden. Door het organiseren van deze bijeenkomst met meer dan tweeduizend afgevaardigden van plaatselijke kerkgemeenten, kreeg de Franse hervormde kerk landelijk gestalte.

Hendrik II werd opgevolgd door zijn oudste zoon, de vijftienjarige Frans II, die getrouwd was met Maria Stuart, een twee jaar oudere Schotse prinses, nicht van de gebroeders De Guise. Deze heren, leiders van de ultra-roomse en spaansgezinde partij (Frans de legeraanvoerder en Karei de kardinaal en minister van financiën), voerden een schrikbewind tegen de protestanten. De dood van de ziekelijke koning Frans II maakte een einde aan de terreur van de gebroeders De Guise.
Daar de nieuwe koning Karei IX pas tien jaar oud was, werd de koningin-weduwe Catharina de Medici regentes. Het was een gewetenloze vrouw, die tot elke prijs wilde regeren. Daar zij, niet geheel ten onrechte, meende dat Frankrijk wel eens een overwegend protestants land zou kunnen worden, zocht zij als tegenwicht voor de invloed van de De Guises steun bij leiders van de hugenoten: de koning van Navarra Antoine de Bourbon, diens broer Condé en De Coligny. Deze zegde Catharina militaire steun toe van 2150 protestantse gemeenten, mits deze vrijheid van godsdienst zouden krijgen.
Door de goede invloed van haar eerste minister Michel de L'Hopital, die 'geen papisten of lutheranen kende, maar alleen christenen', liet de regentes haar zoon Karei IX in januari 1562 het eerste (!) tolerantieedict tekenen. Het verleende aan de hervormden het recht om, buiten de muren van de steden, hun godsdienstige samenkomsten te houden. De kerkhistoricus Léonard zag het als een 'veelbelovend uitgangspunt'. Helaas luidde het jaar 1562 de numerieke neergang in van het Franse protestantisme. Het edict was op 17 januari uitgevaardigd, maar reeds op zondag 1 maart 1562 overviel legerbevelhebber Frans de Guise met zijn soldaten in het Lotharingse Vassy een groep van vijfhonderd ongewapende protestanten, die voor een kerkdienst bijeen waren in een grote schuur. Er vielen veertig doden en honderd gewonden.
Toen het alras bleek dat de schuldigen niet gestraft zouden worden, besloten de leiders der hugenoten om de wapens op te nemen. Zij wilden het recht op verzet tegen tirannie in praktijk brengen, dat door de theoloog Beza en de jurist Hotman in Genève geleerd werd. Van 1562 tot 1593 hebben acht godsdienstoorlogen in Frankrijk gewoed. Gedurende de eerste tien jaren was De Coligny de onbetwiste leider van de hugenoten.

Sinds 1570 vertoefde De Coligny weer aan het hof, waar de jonge koning (20) hem als 'zijn vader' beschouwde. De Coligny drong er bij Karei IX op aan om oorlog te gaan voeren tegen de Spanjaarden, zoals zijn vader en grootvader hadden gedaan. De jonge Franse vorst, die graag gebiedsuitbreiding wilde in de Zuidelijke Nederlanden, had wel oren naar deze politieke adviezen, omdat er onder leiding van Willem van Oranje een opstand was uitgebroken in de Nederlanden.
Op 18 augustus 1572 was, als een verzoeningspoging tussen roomsen en protestanten, het huwelijk gesloten tussen 's konings zuster Margaretha van Valois en de protestantse prins Hendrik van Navarra, de latere koning Hendrik IV.
Het gerucht ging, dat Karei IX nu de oorlog zou verklaren aan Spanje. De sluwe Catharina de Medici begreep, dat zij in dat geval elke invloed zou verliezen op haar zoon de koning. Daarom bedacht Catharina een misdadig plan om haar politieke inspraak te behouden.
Daar De Coligny na het huwelijk van Margaretha en Hendrik nog enkele dagen in Parijs zou blijven, wilde Catharina van die gelegenheid gebruik maken om de admiraal te laten doden door partijgangers van kardinaal De Guise. (Diens broer was in 1563 gedood). Om ook haar tweede politieke concurrent kwijt te raken rekende deze gewetenloze vrouw erop, dat wrekers van de admiraal op hun beurt de kardinaal zouden liquideren. Het boze plan zou mislukken maar uitlopen op een gruwelijke slachting onder de Franse protestanten: de Bartholomeusnacht of Bloedbruiloft. De aanslag op De Coligny mislukte: hij loopt verwondingen op aan rechterhand en linkerarm (22 augustus). Reeds na enkele uren bezoekt de koning zijn vaderlijke vriend en raadsman. Als hij in de kamer van De Coligny is, ontsteekt Karei IX in grote woede en hij zweert een dure eed 'de schuldigen zo te straffen dat men het nimmer vergeet'. (Erlanger: Le massacre de la Saint Barthélémy, 1960).
De volgende dag (23 augustus) bekennen Catharina en haar jongste zoon Hendrik (de latere koning Hendrik III), dat zij beiden de aanslag op De Coligny hadden doen plegen, om te voorkomen dat er een protestantse samenzwering tegen het leven van de koning zou plaatsgrijpen. Na urenlange felle discussies geeft de onevenwichtige jonge koning zijn moeder en broer verlof om een aantal protestantse leiders te laten doden. Er wordt nog afgesproken, dat Hendrik de Guise (neef van de kardinaal) een lijst zal maken van de te doden slachtoffers. . .

Catharina, die gedacht had de gebeurtenissen in de hand te kunnen houden, zal bedrogen uitkomen. Als in de nacht van 24 augustus - de Bartholomeusnacht - soldaten van de koning protestanten gaan vermoorden, slaat het Parijse gepeupel, dat allang was opgeruid door de bloeddorstige taal van fanatieke r.k. kanselredenaars, ook aan het moorden en.. . plunderen. In drie dagen tijds worden er alleen al in Parijs 10.000 protestanten letterlijk afgeslacht.
Overal in de straten lagen verminkte lijken, de Seine zag rood van het bloed. Van Parijs sloeg de slachting over naar de provincies, waardoor het totale aantal vermoorde hugenoten op 30.000 kwam.

Al is Catharina de Medici de eerste schuldige aan de genocide die men Bartholomeusnacht heeft genoemd, het feit dat de misdaad zó uit de hand gelopen is, komt door het khmaat van bUnde haat en geloofsfanatisme, gevolg van de bloeddorstige taal van tal van roomse geestelijken. Zo herinnert Viénot (Histoire de la réforme française, I) eraan hoe pater Picart vanaf de kansel zijn koning aanspoorde, om de lutheranen zich overal te laten verzamelen en hen daarna te vatten en te laten doden 'om er het koninkrijk voor altijd van te zuiveren'. Ziedaar reeds het moordplan van de Bloedbruiloft, vijf jaar voor de uitvoering ervan.
Iets dergelijks lezen we over bisschop Sorbin, de hofprediker. En Pilips II raadde zijn zwager Karei IX herhaaldelijk aan om de ketterij uit te roeien. Niet anders deed paus Pius V (in 1712 heilig verklaard): op 6 maart 1569 wees hij de Franse vorst op zijn plicht 'om de ketters met de uiterste gestrengheid te bestraffen'. En op 13 april 1569 schrijft de H. Vader aan Catharina de Medici: 'Daar wij vernomen hebben dat er moeite gedaan wordt om enige ketters vrij te laten, vermanen wij u er voor te zorgen, dat deze vloekwaardige lieden hun verdiende ondergang zullen vinden'. Tenslotte op 20 oktober 1569 schrijft deze paus aan Karei IX: 'De vrucht van uw overwinning op de ketters zal zijn, dat er na hun verdelging vrede en rust zullen heersen. Wacht u voor misplaatst medelijden jegens degenen die de dood verdiend hebben'. (De Potter: Lettres de Pie V, 34/46/86/87). Ook deze paus is grootinquisiteur geweest.
Zijn opvolger op de Heilige Stoel is Gregorgius XIII, die zijn vreugde over de Bartholomeusnacht op velerlei wijze uitte: Te Deum, dankprocessies, vuurwerk. De schilder Giorgio Vasaro kreeg opdracht om in de Sala Regia van het Vaticaan drie fresco's aan te brengen met voorstellingen uit de Bartholomeusnacht. Ook liet Gregorius XIII een gedenkpenning slaan met aan de voorzijde zijn beeltenaar en op de keerzijde een met kruis en zwaard gewapende engel die terneergeworpen hugenoten doodt. Het Latijnse inschrift luidt: 'Ugonottorum Strages' (vermoording der hugenoten).

Niet ver van de plaats in Parijs - 144, rue de RivoH - waar De Coligny de dood vond, herinnert voor de protestantse Oratoire-kerk een monument aan Admiraal de Coligny. Op 2 juni 1912 legde koning Wilhelmina een krans voor het beeld van haar voorvader, met deze woorden: 'Admiraal de Coligny heeft het geheim gekend van heldhaftigheid, geworteld in een vast Godsvertrouwen, en hij heeft ons een voorbeeld gegeven van een leven dat geheel gewijd was aan God en Zijn zaak... Gaspard de Coligny, Admiraal van Frankrijk, ik breng u mijn eerbiedige hulde'.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1986

Protestants Nederland | 8 Pagina's

Gaspard de Coligny

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1986

Protestants Nederland | 8 Pagina's