Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Recht gewetensbezwaarden in feite uitgehold

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Recht gewetensbezwaarden in feite uitgehold

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De RMU is teleurgesteld over de uitspraak van de CommissieGelijke Behandeling (CGB) naar aanleiding van een klacht van eensollicitante die is afgewezen door de Isalaklinieken te Zwolle.

door van der Zwan

De RMU is van mening dat de Commissie zich heeft geconcentreerd op één uitspraak van de sollicitante ten aanzien van één specifieke handeling. Op basis van het oordeel van de Commissie kan worden geconcludeerd dat het weigeren van indirecte handelingen bij abortus en euthanasie kan leiden tot het afwijzen van gewetensbezwaren.

Vorig jaar juni heeft de RMU namens een verpleegkundige een klacht ingediend bij de CGB. Als leerling-verpleegkundige had het betreffende RMU-lid gesolliciteerd bij de Isala-klinieken te Zwolle. Tijdens het sollicitatiegesprek werd de sollicitante geconfronteerd met een diepgaand gesprek over medischethische onderwerpen. Ze kreeg verolgens een aantal voorbeelden voorelegd met de vraag hoe zij in die concrete situaties zou handelen. Een van de voorbeelden was het ophalen van een vrouw uit de operatiekamer die net een abortus heeft ondergaan, in feite een handeling die indirect gerelateerd is aan abortus. Bij dit voorbeeld heeft de sollicitante aangegeven dat ze hieraan geen medewerking zou kunnen verlenen. m

Klacht

Hoewel de sollicitante na afloop van het gesprek te horen kreeg 'een kei te zijn', werd ze niet aangenomen. Voor de sollicitatiecommissie was het antwoord op het praktijkvoorbeeld reden om haar af te wijzen. Ze zou niet flexibel genoeg zijn in verband met haar geloofsovertuiging. In overleg met de RMU besloot de leerlingverpleegkundige een klacht in te dienen bij de CGB. Doel was een uit­ spraak te krijgen over de wijze waarop tijdens sollicitatieprocedures omgegaan moet worden met levensbeschouwelijke standpunten en gewetensbezwaren. Bij de RMU leefde al enige tijd het vermoeden, op basis van ervaringen en reacties uit de praktijk, dat er tijdens procedures geselecteerd wordt op de bereidheid om aan levensbeëindigend handelen mee te werken.

Oordeel

Op 22 maart heeft de CGB een uitspraak gedaan. De Commissie heeft haar oordeel gebaseerd op één aspect: het ophalen van een patiënt van de operatiekamer. Dat de indienster van de klacht hier later op terug kwam, was voor de uitspraak van de Commissie niet van belang. Volgens de CGB is het ophalen van een patiënt van de operatiekamer "een reguliere handeling die in het algemeen los staat van de soort ingreep die de patiënt heeft ondergaan. De verpleegkundige behoeft in een dergelijk geval niet aan een ingreep deel te nemen en wordt evenmin met de gevolgen geconfronteerd". In feite zegt de Commissie hiermee dat het aftialen van een patiënt uit de operatiekamer geen gewetensbezwaar is of kan zijn. Een onhoudbaar standpunt, zoals RMU-directeur R Schalk dit verwoordde in het Reformatorisch Dagblad, want als de lijn van de Commissie wordt doorgetrokken zou ook het toedienen van verdoving of het toedekken van de patiënt op de operatietafel los staan van de ingreep. Bovendien is het de vraag of het de taak is van de Commissie om een uitspraak te doen over de grenzen en de relevantie van gewetensbe­ zwaren. Op basis van de uitspraak van de CGB kan worden geconcludeerd dat het weigeren van indirecte handelingen bij abortus en euthanasie kan leiden tot het afwijzen van gewetensbezwaarden en dat daarmee de beschermingsomvang van gewetensbezwaren is uitgehold.

Winstpunten

Aan de andere kant kan het als winst worden gezien dat met de uitspraak van de Commissie is aangegeven dat het niet direct mee willen werken aan abortus en euthanasie geen grond kan zijn om gewetensbezwaarde sollicitanten af te wijzen. Een ander belangrijk winstpunt is de uitspraak dat de aard van de bezwaren en het verband met een godsdienstige levensovertuiging met zich meebrengt dat zorgvuldigheid geboden is bij sollicitatieprocedures. De RMU is het volmondig eens met de aanbeveling van de CGB dat het betreffende ziekenhuis een handleiding zou moeten opstellen waarin duidelijk is vermeld wat er van de verpleegkundigen die gewetensbezwaren hebben verwacht wordt. Deze handleiding dient vooraf aan de sollicitanten voorgelegd te worden. Hierdoor krijgen sollicitanten de gelegenheid hun houding te bepalen ten aanzien van concrete handelingen.

Naar aanleiding van de uitspraak van de Commissie zal de RMU nog meer energie steken in het voorbereiden van jongeren op situaties waarin ze dienen aan te geven waaraan ze in de praktijk principieel niet kunnen meevi'erken. Op korte termijn zal de RMU nader uitgewerkte voorstellen presenteren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorische Maatschappelijke Unie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 2000

RMU Contact | 24 Pagina's

Recht gewetensbezwaarden in feite uitgehold

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 2000

RMU Contact | 24 Pagina's