Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ruwe stormen mogen woeden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ruwe stormen mogen woeden

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

„Evenwel, het vaste fundament Gods staat..." (2 Timotheüs 2:19a)

ezer dagen herdenken we de Reformatie. Hoe dankzij Gods wondere ingrijpen de Kerk bevrijd werd uit de kluisters van dwaling en bijgeloof. Weer vastgezet werd op de fundamenten door God Zelf gegeven, opdat ze opnieuw zou beantwoorden aan haar roeping om te zijn „een pilaar en vastigheid der waarheid" (1 Tim. 3 : 15). Hoe heerlijk schitterde in die dagen de waarachtigheid van het woord eenmaal door Paulus als bemoediging aan Timotheüs doorgegeven: „Evenwel, het vaste fundament Gods staat!"

De achtergrond van deze bemoediging

Dit woord staat tegen de achtergrond van Timotheüs' verbhjf in Efeze. Geroepen om de kudde Gods te weiden, ondervindt hij in deze heidense stad nogal wat tegenstand en teleurstelling. Enerzijds zijn er allerlei tegenkrachten van buitenaf Er is de zuigkracht van het omringende heidendom. Er is de hst en het bedrog van satan. Nog aangrijpender is echter het gevaar van binnenuit.

We horen van „woordenstrijd" (vs. 14). En er is ook het „ongoddelijk ijdel roepen" (vs. 16). Met dit laatste doelt Paulus op de dwaalleer zoals die verkondigd wordt door Hymeneüs en Filetus. Mannen die de opstanding op de jongste dag ontkennen en beweren, „dat de opstanding reeds geschied is" (2 Tim. 2 : 18). Een dwaling die - zoals Paulus in zijn eerste Korinthebrief al heeft laten zien - de fundamenten van het heil aantast. Immers, als de doden niet opgewekt worden, dan is ook Christus niet opgewekt.

En toch: dit „ongoddelijk ijdel roepen" vindt wel degehjk gehoor. Sommigen in de gemeente zijn reeds in de greep van deze dwaUng. En het is nog maar de vraag of het bij sommigen bhjft. Want, zo schrijft de apostel: „de dwaalleer die Hymeneüs en Filetus verkondigen, zal voorteten als de kanker" (vs. 17). M.a.w.: hij voorziet, hoe dit kwaad zich steeds verder zal verspreiden met alle ontwrichtende en verwoestende gevolgen van dien.

En daar staat Timotheüs nu middenin. Hij begeert de gemeente Gods te bouwen, maar om hem heen: woordenstrijd! Dwaüng! Afval! En we kunnen ons indenken, dat in zijn binnenste de vraag heeft geklemd: wat wordt er van Gods werk in Efeze? En: wat staat mij in de toekomst allemaal nog meer te wachten? Maar nu steekt Paulus hem een hart onder de riem. Hij roept het zijn jonge en bevreesde ambtsbroeder toe: Vrees niet, Timotheüs! Want welke stormen ook woeden en hoezeer de vloedgolven van zonde en dwaling de gemeente Gods ook bedreigen, Gods werk is toch onaantastbaar en onverbreekbaar: „Evenwel het vaste Fundament Gods staat...!"

De actualiteit van deze bemoediging

Het is een woord dat nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. Gehjkt onze situatie niet in tal van opzichten op die van Timotheüs? We herdenken dezer dagen de kerkhervorming. Dat machtige ingrijpen van God dat ook onder ons voor rijke vrucht zorgde. Hij reformeerde Zijn Kerk. Zuiverde haar van dwaling en ongerechtigheid, terwijl het evangehe van vrije genade, van de rechtvaardiging door het geloof alleen als een machtig bazuingeschal vele harten in vrijheid zette.

Krachtig bloeide het geloof op. Gestorven aan alle eigen gerechtigheid werd geroemd in de gerechtigheid van Christus alleen. Vol van de Geest beklommen ouderen en jongeren het schavot. Niet onwiUig, maar gewillig. Guido de Bres noemde zijn gevangenispak zelfs zijn „bruiloftspak", waarin hij uftzag naar het hemelse bruiloftsmaal. Zonder het verleden te ideaUseren mogen we toch zeggen: er was niet alleen sprake van reformatie in kerkhistorische zin, maar er was ook de reformatie van het hart en als rijke vrucht: de reformatie van het leven!

En nu? Is er geen sprake van grote verwarring? Hoe ver is ons volk niet in korte tijd ontzonken aan God en Zijn dienst. Hoe worden Zijn geboden, rechten en inzettingen niet met voeten getreden. Ons staatsbestel heeft zijn christelijk karakter bijna geheel verloren en begint zelfs antichristeUjke trekken te krijgen. Met alle gevolgen van dien. En de kerk, eertijds door God gereformeerd? Is ze nog steeds een pilaar en vastigheid der waarheid? Een profetisch getuige? Een stralend licht? Helaas, er zijn ook vandaag niet alleen de gevaren van buitenaf, maar - duizendmaal erger! - er is ook de uitholling van binnenuit. Ook nu is er de dwaling en de afval. De Schriftkritiek verslaat zijn duizenden. Vraagtekens worden gezet bij dat wat onder ons volkomen zekerheid zou moeten hebben. Het kwade wordt goed en het goede wordt kwaad geheten. Een eenheidsstreven dat niet uit God is, tast de kerk tot in haar grondslagen aan. En hoe is het onder hen die nog wel trouw begeren te zijn aan Schrift en belijdenis? Is het daar beter? Helaas, ook daar zo ontzagüjk veel verwarring en verstening. Woordenstrijd menigmaal. Een verbijten en vereten van elkaar. Met als gevolg: diepe verdeeldheid en verscheurdheid. En ook daar dringt het gif van de wereldgeUjkvormigheid en van het losraken van God en Zijn Woord hoe langer hoe meer door. Maar vooral: hoe Hggen de dingen bij onszelf? We herdenken de Reformatie. Maar is óns hart ge-reformeerd? Herschapen? Vernieuwd door de Heilige Geest? Zijn we gestorven aan onszelf om ons leven alleen te vinden in Christus? Gestorven aan alle eigengerechtigheid om te roemen in Zijn gerechtigheid alleen? En als ik daar weet van mag hebben, is er dan ook het leven met Hem? Wordt de boom aan de vrucht gekend? Immers, het is onmogehjk dat wie Christus door een waar geloof is ingeplant, niet zou voortbrengen vruchten van dankbaarheid. Nooit mag worden vergeten: echte reformatie begint niet bij de ander, maar bij mij!

De troost van deze bemoediging

Echter, te midden van alle ontkerstening, dwaling en afval klinkt ook vandaag dat geweldige woord van Paulus: „Evenwel!" Het is alsof de apostel wil zeggen: hoe het dan ook is en wat er ook gebeurt... „Evenwel het vaste fundament Gods staat!" Eeuw in, eeuw uit! Onaantastbaar voor de vorst der duisternis. Onvernietigbaar door mensen en machten. Het „staat"! In tijden van bloei en in tijden van inzinking. In tijden van rust en in tijden van strijd. Het hgt daar als een machtig rotsmassief, zelfs dan als de kerk tot niet schijnt gekomen te zijn. Het is onoverwinnelijk en onaantastbaar: „Evenwel het vaste hindament GoA'i staat...!"

En wat is dat fundament? Ik denk aan een ander woord van Paulus. Aan de Korinthiërs schrijft hij: „Als een wijs bouwmeester heb ik het fundament gelegd en een ander bouwt daarop, maar", zo voegt hij er in één adem aan toe, „niemand kan een ander Fundament leggen dan hetgeen er gelegd is, hetwelk is Christus Jezus" (1 Kor. 3). Daar hebt u het. Het „vaste hindament Gods" is Christus. Het is Zijn verzoenend hjden en sterven. Het is het volkomen oiïer door Hem gebracht. Het is alles wat Hij gedaan heeft tot eer van Zijn Vader en tot heil van Zijn Kerk.

En van dat fundament zegt Paulus: het „staat..."! Onwrikbaar en muurvast. Tóen, in de dagen van Paulus en Timotheüs, maar ook nu! En het zal bh'jven staan tot op de jongste dag. Bergen mogen wijken, heuvelen wankelen, maar dit fundament zal staan tot in alle eeuwigheid. En de vastheid van dit fundament mag ook vandaag in al zijn rijkdom verkondigd worden. Als de enige Troost in leven en sterven. Als de enige grond die eeuwig zal bestaan. En dat opdat ook wij ons levenshuis op Hem leren bouwen.

Immers, alles waar wij op bouwen los van Christus en Zijn werk, is zand. Het kan nog zoveel zijn en nog zoveel lijken, maar Gods Geest overtuigt er diep en grondig van, zoals Hij er Paulus van overtuigde en Luther en al die anderen: al het uwe en mijne is eeuwig tekort. Het kan voor de heiÜge God niet bestaan. Zelfs uw beste werken, uw bidden, uw zoeken, uw strijden, uw ijveren, het is „een wegwerpelijk kleed"! En daarom: u bent in leven en sterven aangewezen op het werk van een Ander Op het werk van Christus. Op Zijn gehoorzaamheid. Op Zijn wetsvervulüng. Op Zijn verzoenend Hjden en sterven. Dat alleen is genoeg. Dat alleen redt van de dood.

En we verzekeren u: dit Fundament bedriegt u niet. Niet in uw leven, maar ook niet in uw sterven. Nee, de apostel laat ons weten: wie op dit Fundament leert bouwen, bouwt niet op zand. Die jaagt geen hersenschim na. En die behoeft het in het aangezicht van de dood ook niet met een „misschientje" te doen. Maar die mag bouwen op een Fundament zo hecht, zo vast, zo onwrikbaar, dat het hem of haar nimmer zal begeven. Hij mag bouwen op „de Rotssteen, Wiens werkvolkomen is" (Deut. 32 : 4).

En ja, dan kan er ook in het leven van de waarachtig gelovige veel gebeuren. Vuur en vlam, aanvechting en beproeving zullen de Kerk van Christus niet bespaard worden. Of, zoals het opschrift boven deze meditatie luidt: „Ruwe stormen mogen woeden..." Maar juist in de diepte, juist in de strijd wordt dan toch ondervonden, hoe dit Fundament draagt. Bovenal, dat niet tevergeefs op Christus wordt gehoopt. Ja, dwars door strijd en

verdrukking heen leren we hoe waarachtig, hoe beproefd dit woord van de apostel is: „Evenwel het vaste Fundament Gods staat...!" En die ondervinding doet ook vandaag behjden en zingen:

„Ik heb de vaste grond gevonden Waarin mijn anker eeuwig hecht De dood van Christus voor de zonden Van eeuwigheid als grond gelegd."

En: „Die grond zal onverwrikt bestaan Als aard' en hemel ondergaan."

Monster

L.W. Ch. Ruijgrok

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Ruwe stormen mogen woeden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1999

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's