Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Moeilijkheden met de grote boodschap...

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Moeilijkheden met de grote boodschap...

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

<br />Het is geen prestatie van de ouders als een kind al heel vroeg zindelijk is. Een kind moet eraan toe zijn en zijn sluitspieren kunnen beheersen. Maar wat moetje doen als een kind van drie of vier jaar in zijn broek blijft drukken? Een overzicht van onderzoeken, mogelijke oorzaken en remedies.

Kinderen worden meestal zo rond hun tweede jaar zindelijk. Nee, ze worden niet zindelijk gemaakt, al lijkt dat soms wel eens zo. Een kind moet eraan toe zijn. Het moet zijn sluitspieren, waarmee blaas en darmen worden afgesloten, Het is geen prestatie van de ouders als een kind al heel vroeg zindelijk is. Een kind moet eraan toe zijn en zijn sluitspieren kunnen beheersen. Maar wat moetje doen als een kind van drie of vier jaar in zijn broek blijft drukken? Een overzicht van onderzoeken, mogelijke oorzaken en remedies. kunnen beheersen. En juist rond het tweede jaar is het zenuwstelsel zó ver ontwikkeld, dat het kind macht krijgt over deze sluitspieren. Nu kan hij reageren op het signaal, dat zijn blaas of darmen vol zijn en pas dan volgt de fase, dat het kind leert zijn urine of ontlasting op te houden. We kunnen als ouders dat proces niet versnellen, al kan het wel zo lijken. Er zullen zeker ouders zijn, die zeggen: ,,Mijn kind was met anderhalfjaar al dag en nacht droog." Een kind kan echter pas zindelijk worden, als hij daar lichamelijk aan toe is. Plast en drukt een kind al ver voor zijn tweedejaar regelmatig op het potje, dan is dat meestal nog geen zindelijkheid, maareen bewijs van regelmatige spijsvertering! Het ene kind moet om zindelijk te worden wel meer geholpen, gestimuleerd worden, dan het andere kind. Het resultaat van alle inspanning is ten slotte, dat de meeste kinderen van ongeveer zes jaar plassen en drukken op de wc en ook 's nachts geen problemen hebben. Deze regel gaat helaas niet op voor alle kinderen. Er zijn bij voorbeeld heel wat jongeren die nog iedere nacht nat zijn.

Encopresis
Een ander probleem, waarvan 1 a 2 procent van de Nederlandse bevolking ouder dan drie jaar last heeft, is het niet kunnen ophouden van de ontlasting. Ook hiervoor bestaat een medische benaming, nl. "encopresis' ' - niet zindelij k zijn voor ontlasting na het vierde levensjaar. Het gebeurt niet veel dat een kind op school in zijn broek drukt. Meestal is dat thuis, of onderweg naar school of huis. Voor moeder is het nogal eens duidelijk dat het kind "bezig" is. Soms zoekt het een stil plekje -Hanneke kroop bij voorbeeld het liefst achter de bank— of het is juist erg ongedurig. Natuurlijk spoort moeder het kind aan om naar de wc te gaari, maar het kind protesteert: ,,Ik hoef helemaal niet!" En als het dan toch onder dwang op de wc wordt gezet, komt er inderdaad niets. Maar pas op, zodra moeders aandacht verslapt, zit de grote boodschap in de broek. Is dat ondeugd? Misschien is dat wel eens zo, maar lang niet altijd is dit voor het kind een bewust gebeuren! Zit er meer achter? Het wekt in ieder geval veel schaamtegevoelens op bij het ouder wordende kind, als het zijn ontlasting niet goed op kan houden. Al heel snel trekt het zich terug. Het is bang voor de scherpe kritiek van de andere kinderen. Ze wijzen hem na, roepen: ,,Viezerd! Jij stinkt!" en niemand wil met hem spelen. Ook moeder ervaart deze onzindelijkheid vaak als een groot probleem. Veel vuile kleren en beddegoed wassen, moeilijker op vakantie kunnen gaan, altijd rekening houden met de handicap en toch geen aanwijsbare oorzaak kunnen vinden van dat steeds maar in de broek drukken van het oudere kind. Waarom doet Hanneke dat? Wat is er met Kees aan de hand? Zou er een lichamelijke oorzaak te vinden zijn?

Onderzoeken
En zo komen Hanneke, Kees en duizenden andere kinderen bij de dokter terecht. De huisarts onderzoekt de lichamelijke toestand. Als het kind aan verstopping lijdt, aambeien of scheurtjes in de anus heeft, dan is er immers een oorzaak aan te wijzen, en dan is het wellicht mogelijk door middel van medicijnen van de kwaal af te komen. Helaas is bij echte "encopresis" zoiets niet te vinden. Maar hoe komt het dan? Natuurlijk zijn er in de loop der jaren al verschillende onderzoeken gedaan naar deze vorm van onzindelijkheid. Al in 1684 verscheen er een'' verhandelinge van de opvoedinge en ziekten der kinderen'', door artsfilosoof Stephan Blankaart. Een van de hoofdstukken heeft als onderwerp: ,,Van het beddepissen en kakken, en dat se hare Kak en Pis sonder weten laten aflopen." Oorzaak van de klacht was volgens Blankaart het tekortschieten van de ouders en van andere opvoeders. Dienstmeisjes waren bij voorbeeld te lui om de kleine 's nachts wakker te maken en op de po te zetten. Ook zag Blankaart, dat er een groep kinderen was die door uitval van het zenuwstelsel niet in staat waren hun urine en ontlasting op te houden. Bij deze "kinderen van steen" helpt dreigen niet, ,,al sloeg men se dood, dan konden se het niet laten."

Verstopping
Uit een recenter onderzoek (1970) blijkt, dat het in-debroek-drukken in alle lagen van de bevolking voorkomt, dat meer jongens dan meisjes dit probleem hebben, dat gezinsgrootte, plaats in de kinderrij of leeftijd van de ouders er geen invloed op hebben, en dat vaders van kinderen met "encopresis" er vroeger in hun jeugd ook last van hadden. Sommige onderzoekers denken, dat chronische verstopping leidt tot het-inde-broek-drukken. De ontlasting wordt hard, het kind moet persen en er ontstaan scheurtjes en aambeien rond de anus. Dat brengt weer pijn mee, zodat het kind liever zijn ontlasting ophoudt. Het onderste stuk van de darmen wordt dan echter zo uitgerekt, dat er verslapping van de sluitspier kan optreden, en het nare gevolg is, dat het kind vieze broeken maakt. Soms is dat maar één keer in de week. 't Kan echter ook wel drie keer op een dag zijn!

Gauw afgeleid
In de psychiatrie deed men nog een ontdekking: een groot deel van de kinderen met "encopresis" was heel gauw afgeleid, kon zijn aandacht niet lang bij iets bepalen, was snel boos, overactief en had moeite met schrijven, iets uitknippen of prikken. ,, Wordt het zenuwstelsel van deze kinderen soms later rijp?'', vroeg men zich af. Dat zou betekenen, dat het vermogen tot controle over de spieren en om te reageren op signalen van het lichaam nog niet voldoende ontwikkeld was. Anderen dachten echter, dat al die psyschische problemen niet de oorzaak maar het gevolg van de onzindelijkheid waren. Het kind schaamt zich immers voor zijn handicap. Hij probeert dat zo veel mogelij k te bedekken en moeder vindt dan ook nogal eens de vieze kleding in een hoekje verstopt.

Geheim
Het is trouwens zo, dat niet alleen de kinderen het probleem proberen te verhullen, ook de ouders houden het vaak geheim. Ze hangen de was maar niet buiten, verzwijgen het tegenover de buren en kennissen en ook de naaste familie weet weinig of niets van de onzindelijkheid af. Het gevolg is wel, dat ouders niet snel naar de huisarts of naar andere hulpverleners zullen gaan om er eens over te praten. Slechts in acht procent van de gevallen werd de hulp van de huisarts ingeroepen, en dat dan nog vaak na een jaar of twee! Het is logisch, dat alleen kinderen met ernstige encopresis-klachten onder behandeling kwamen. Natuurlijk hadden deze kinderen ook veel meer gedragsafwijkingen dan kinderen zonder klachten, zodat het eerder gemelde onderzoek over hyperactieve kinderen eigenlijk niet veel waarde bleek te hebben.

Geen groot verschil
Een andere onderzoeker, L.E.E. Ligthart, liet schoolartsen en consultatiebureau-artsen uitdrukkelijk vragen naar het vóórkomen van vieze broeken bij kinderen ouder dan drie jaar. Hieruit kwam inderdaad een groep van 33 kinderen, die aan de klacht bleken te lijden. Men vroeg leeftijd, geslacht, verloop van de geboorte, het algemene gedrag en dergelijke. Uit dat onderzoek kwam duidelijk naar voren, dat kinderen die in hun broek drukken in hun algemene gedrag niet sterk verschillen van hun zindelijke leeftijdgenootjes. Hun ontwikkeling verloopt meestal normaal, en er komen in deze groep niet meer problemen bij de bevalling [> voor dan bij andere kinderen. Wel was er in het leven van de onderzochte kinderen met encopresis vaker iets heel bijzonder gebeurd, iets wat veel spanningen teweeg had gebracht. Heel wat kinderen hadden een zware medische behandeling ondergaan, hadden klachten van het spijsverteringskanaal of andere problemen. Ook het voor het eerst naar school gaan, de scheiding van moeder, het aanpassen aan de andere kinderen of het krijgen van een broertje of zusje bleek een aanleiding voor deze onzindelijkheid te zijn, net als voor weer in de broek plassen. Maar heel opmerkelijk was wel, dat kinderen die het in hun broek doen vaak een ontzettende hekel hadden aan pot- of toiletgebruik. Kwam dat door de verstopping, de obstipatie, waaraan deze kinderen vaak lijden? Of had moeder de zindelijkheidstraining verkeerd aangepakt? Een van de onderzoekers ontmoette een moeder die heel dwingend het kleine kind steeds weer op het potje zette. Ze strafte veel, eiste veel en steeds maar weer stond dat potje klaar. Het bleek dat moeder verwachtte, dat haar kind heel jong zindelijk zou zijn. Zo was het immers bij de oudste ook gegaan? Door echter zo' n grote nadruk te leggen op de zindelijkheid, raakte het kind gespannen. Het werd daardoor juist moeilijker om te leren doen wat moeder van het kind verwachtte. De dwang en boosheid werkten alleen maar averechts! Bovendien kreeg het kind in de gaten, dat moeder de plas of druk in het pofle héél belangrijk vond. Onbewust ging het kind zo'n ontlasting als wapen of als middel van verzet gebruiken. Er groeide een machtsstrijd tussen ouders en kind! Sommige kinderen blijken angstig te zijn voor het doorspoelen. ,,Stel je voor, dat ik ook meegesleurd word!" Anderen denken een stukje van zichzelf te veriiezen en willen dan ook absoluut niet op de wc zitten. Het heeft geen zin om die angst te negeren, belachelijk te maken of weg te praten.

Wat kunnen ouders doen?
Als een kind, ouder dan drie jaar, nog altij d in z' n broek drukt, is het goed om daarover eens met de huisarts op het consultatiebureau te praten. Een lichamelijk onderzoek moet eerst uitmaken of er een aanwijsbare oorzaak is voor het probleem. Is dat niet het geval, dan zal de arts misschien wel een bepaalde therapie voorstellen. Hij kan bij voorbeeld door middel van medicijnen en een bepaald dieet eerst gaan proberen een regelmatig ontlastingspatroon te bewerkstelligen. Ouders krijgen daarbij de opdracht om met behulp van een dagboek en een ontlastingslijst precies in te vullen, waar het kind een grote boodschap doet (in bed? op een stil plekje?), hoe veel het is en op welke tijd dat gebeurt (als er visite is? onderweg? onder 't eten? 's nachts?) De dokter krijgt zo heel wat informatie, en ook voor de ouders is het een geweldig middel om eens zwart op wit te zien wat zich afspeelt. Is de lijst ingevuld, dan volgt meestal een eenvoudige gedragstherapie: het kind krijgt een beloning als het op de wc drukt. Straf geven is niet aan te bevelen, maar het kind mag wel zien aan moeder, dat ze 't mislukken jammer vindt. Misschien is dat wel een lichte vorm van straf te noemen... Nee, het is geen nieuwe therapie — het belonen (het goede stimuleren) en het straffen (het kwade afwennen). Stephan Blankaart gaf dat recept al drie eeuwen geleden!,,En wanneer sy het (laten lopen van ontlasting) somtijds laten, moet men haar prysen, en iets geven; maar als se dat niet laten, gekyven (uitschelden) en niets geven."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 1991

Terdege | 72 Pagina's

Moeilijkheden met de grote boodschap...

Bekijk de hele uitgave van woensdag 10 april 1991

Terdege | 72 Pagina's