Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kleine Kroniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine Kroniek

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De terugkeer-optie

Enkele weken geleden schreef ds. Van Gorsei in ons blad over „Herenigen of terugkomen? " (421-422). Dit artikel ging in op een nogal geruchtmakende uitspraak - of beter gezegd - een vraag gesteld door ds. mr. J. Haeck, secretaris algemene zaken van de Nederlandse Hervormde Kerk. Deze vraag die betrekking heeft op het Samen Op Weg-proces (SOW), luidt als volgt: „ Wanneer geen kerkscheidende factoren aanwezig zijn - en één en andermaal is dat verklaard - zou dan de hier en daar gehoorde oproep niet nadere bezinning vragen of de GKN zich opnieuw zouden willen/kunnen aansluiten bij de NHK? "

Ds. Van Gorsei heeft blijkens zijn artikel geen moeite om de vraag van ds. Haeck positief te beantwoorden. Maar uit de reaktie van ds. E. Overeem, praeses van de GKN, bleek dat deze vraagstelling die de, , terugkeer-optie" naar voren brengt van gereformeerde zijde als uiterst pijnlijk wordt ervaren.

Nu las ik in het Centraal Weekblad van 28 september een artikel van de hand van de Kamper hoogleraar dr. K. Runia. Ik geef dit artikel grotendeels aan onze lezers door, omdat we zo duidelijker voor ogen krijgen hoe de gereformeerden er tegen aan kijken wanneer ze opgeroepen worden , , maar weer zo gauw mogelijk hervormd te worden? " Die reaktie komt neer op „dat nooit"!? Runia schrijft:

Het is misschien toch goed om nog eens wat dieper op deze materie in te gaan.

Dat er nogal wat aandacht én gewicht aan ds. Haecks woorden gehecht werd, hangt natuurlijk samen met het feit dat hij secretaris algemene zaken van de Hervormde Kerk is. Als iemand in die functie op een officiële vergadering van een hervormde classis over SoW spreekt, krijgt dit onwillekeurig de bijklank van: dit is een positiebepaling op het niveau van beleid.

De lezing is later in haar geheel gepubliceerd in het Hervormd Weekblad van de Confessionele Vereniging. Ds. Haeck gaat vooral in op de vraag van het belijden en de plaats van de belijdenis in de verenigde kerk, maar komt - juist in verband daarmee - later ook op de mening van sommigen dat SoW ten diepste betekent , , het prijsgeven van de identiteit van de Hervormde kerk als vaderlandse kerk".

Men ziet de Hervormde Kerk als , , een planting Gods in ons land, die niet door menselijk ingrijpen van haar historische identiteit beroofd mag worden". Daarbij wordt niet altijd gelijk gedacht. Voor sommigen ligt de relevantie van het begrip Vaderlandse kerk in de gebondenheid aan de confessie. Anderen leggen meer de nadruk op de overtuiging dat deze kerk een goddelijk werk in het reformatieproces in de Nederlanden geweest is. Elk menselijk ingrijpen, hetzij afscheiding, hetzij eenwording met een ander kerkgenootschap, betekent verHes van eigen historische identiteit. Uiteraard speelt de volkskerk-idee hierbij ook een belangrijke rol. Gezien een lang citaat dat Haeck geeft, krijg ik sterk de indruk dat hij zichzelf vooral in de tweede visie herkent (al is hij ook een groot voorstander van binding aan de confessie)."

Runia noemt dan de boven geciteerde vraag van Haeck. Daar „vloeit bloed uit." Het steekt temeer dat ir. J. van der Graaf in de Waarheidsvriend adhesie heeft betuigd aan Haeck en de reactie van Overeem scherp heeft bekritiseerd. Toch ziet Runia in heel de pennestrijd één winstpunt: de duidelijkheid is er mee gediend.

Duidelijkheid!

Hoe men ook over deze discussie mag denken en aan welke kant men zich ook wil stellen, het kan niet ontkend worden dat ze een bepaalde duidelijkheid schept. Een groot en belangrijk aantal hervormden gelooft blijkbaar niet in de oorspronkelijke opzet van SoW: het samenkomen van twee kerken, elk met eigen historie, om zo samen een niemve kerk te vormen. Er is een veel betere en veel kortere weg: , , Laten de gereformeerden gewoon terugkeren in de moederschoot van de NHK."

Als het alleen op praktische gronden (besparing van tijd, moeite en geld) gezegd werd, zou men er inderdaad over kunnen praten. Wel zou men dan moeten zeggen dat het nauwelijks een oecumenisch gebeuren zou worden. De klok zou ruim 150 jaar (Afscheiding) of ruim 100 jaar (Doleantie) alleen maar achteruit gezet worden en we zouden doen alsof er in die 150 en 100 jaar niets gebeurd was. Ik denk echter dat de GKN er dan echt niet aan begonnen zouden zijn! Ook wij hebben een geschiedenis,

die we niet zo maar aan de kant kunnen schuiven. God heeft ook het een en ander in onze kerken gedaan, dat we niet mogen vergeten en maar laten vallen alsof het een toevallig bijprodukt van de geschiedenis was.

Menselijke ingreep

Toch zijn het in werkelijkheid niet de praktische gronden die deze gedachtengang van „terugkeer naar de moederschoot van de NHK" ingeven. Daar zit een bepaalde theologie achter, zoals blijkt bij ds. Haeck én bij ir. Van der Graaf. De NHK is een „planting Gods" in deze lage landen en ze is daarom de „vaderlandse kerk". Ze is een „goddelijk werk in het Reformatieproces in de Nederlanden". Van daaruit is elke menselijke ingreep, of dat nu afscheiding is of eenwording met een andere kerk, verlies van eigen historische identiteit.

Als gereformeerd theoloog en als gewoon gereformeerd kerklid heb ik daar toch echt moeite mee. Het mag allemaal op Groen van Prinsterer teruggaan, maar daarmee is nog niet gezegd dat het ook waar is. Er zat bij Groen immers een duidelijke geschiedenisopvatting achter. Hij opereerde graag met de twee termen: , , er staat geschreven" en , , er is geschied". Hoewel hij ze beslist niet als gelijkwaardig wilde beschouwen, kwam er toch in het , , er is geschied" gemakkelijk iets normatiefs te zitten. De reformatie viel samen met het zelfstandig worden van de Nederlandse staat en daardoor is de kerk die toen tot openbaring kwam de kerk van het Nederlandse volk. Groen vond het dan ook vanzelfsprekend dat deze kerk de bevoorrechte en heersende kerk was. Uiteraard hangt ook de gedachte van de volkskerk hier mee samen.

Stap terug?

Natuurlijk wil ik niet ontkennen dat er een nauw verband is tussen het ontstaan van de kerk der reformatie en het ontstaan van onze Nederlandse staat. Ik ben ook bereid om te zeggen dat wc hier inderdaad met een werk Gods te maken hadden. Maar we leven inmiddels wel meer dan vierhonderd jaar later! We kunnen niet doen alsof er niets gebeurd is. Er hebben in ieder geval een Afscheiding en een Doleantie plaats gevonden en de mensen die hierbij betrokken waren hebben dit ook als een werk Gods ervaren! Tegenover hen zich te beroepen op de idee van de „vaderlandse kerk" is inderdaad het hanteren van een romantisch kerkbegrip. Sterker nog: het is een predestinatiaanse kleur geven aan een historisch gebeuren in de geschiedenis van de kerk in ons vaderland. Het is ook een voorbijgaan aan het feit dat de kerk van Jezus Christus al veel eerder geplant was in deze lage landen. Juist in het Willibrord-jaar zijn we daaraan herinnerd! Ik denk dat geen enkele hervormde onder de indruk zou zijn van een beroep van roomskatholieken op het feit dat hun kerk hier eerst geplant is. Ze zouden dan ongetwijfeld zeggen: maar die kerk was helemaal gedeformeerd en God heeft ons in de reformatie een vernieuwde kerk gegeven. Maar juist zo hebben de afgescheidenen en dolerenden het in hun tijd ook beleefd!

Daarom denk ik ook dat we met een vraag als die van ds. Haeck en met opmerkingen als die van ir. Van der Graaf geen stap verder komen in het SoW-proces. Het zal het zelfs weer tot het nul-punt terugvoeren. Het is trouwens ook niet wat gemeenten die inderdaad SoW gegaan zijn beleven. De gereformeerden zijn daar niet simpelweg naar de hervormde gemeente ter plaatse teruggegaan. Het feit alleen al dat ze in de regel over en weer in eikaars kerkgebouw samenkomen laat heel iets anders zien.

Als er iets van SoW terecht zal komen, moeten we alle gepraat over „terugkeer" vergeten en inderdaad „samen" op weg gaan naar een „nieuwe" en „vernieuwde" kerk!"

Samen terug

Het is te begrijpen dat prof. Runia vanuit zijn kerkelijke positie schrijft zoals hij schrijft. Hij is in zijn roep om een nieuwe en vernieuwde kerk de tolk van velen die van de SOWbeweging impulsen verwachten voor een verlevendigde christelijke presentie aan het eind van de 20e eeuw.

Wat ik in dit artikel van Runia node mis is de notie dat we als NHK en GKN samen terug zouden moeten. Terug achter 1886 en 1834, maar ook terug achter 1816 toen de hervormde kerk in het keurslijf van een haar wezensvreemde reglementenbundel werd geperst. Terug naar de Reformatie, ja terug naar het Woord. Ons zó in verootmoediging en bekering, in een hernieuwde horigheid aan het Woord en afhankelijkheid van de Geest, samen verder te komen.

Dat kan een vrome , , dooddoener" lijken. Maar hei wil een appél zijn - en zo wil toch ook ds. Haeck verstaan worden - tot een geestelijker beleving van het zoeken naar kerkelijke eenheid: samen bij Eén, samen bij de ene Herder.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Kleine Kroniek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's