Kort verslag herdenking 25 jarig ambtsjubileum Ds. L. Huisman.

Ter gelegenheid van het 25 jarig ambtsjubileum van Ds. L. Huisman werd op donderdag 18 september 1986 een herdenkingsdienst gehouden in de Sionkerk van de Gereformeerde Gemeente te Vlaardingen. Ds. Huisman heeft deze gemeente 12 jaren gediend en werkt inmiddels 13 jaar op het zendingsterrein in Bophuthatswana in Zuid-Afrika.
Na votum en groet werd gezongen Psalm 150 : 1 en 3. De Schriftlezing uit Hooglied 5 werd gevolgd door het zingen van Psalm 17 : 3. Na het gebed werd gezongen Psalm 32 : 1 en 4.
Ds. Huisman sprak voorafgaande aan de prediking zijn dank uit jegens de mede-ambtsbroeders, ambtsdragers, bekenden en familie uit het gehele land, alsmede aan zijn schoonmoeder, die ondanks haar hoge ouderdom eveneens aanwezig mocht zijn. Bovenal was het zijn begeerte de Heere te danken voor Zijn trouw, gedurende al die jaren betoond in Vlaardingen en in Zuid-Afrika, nadat de Heere hem tot Zijn dienst geroepen had.
Als tekst voor deze bijzondere dienst koos Ds. Huisman Hooglied 5 : 16 (midden): "Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk." Dit is een lied van liefdevolle verwondering over Hem, Die riep, bekwaamheid gaf om getuige te zijn en Die dat getuigenis wilde zegenen. Daarvandaan is dan ook de begeerte om over dit tekstwoord te prediken.
In het paradijs hebben we alle liefde verloren.
Het Hooglied gaat niet op in aardse liefde. Het gaat over de liefde van Jezus Christus, de Bruidegom, tot Zijn zwarte bruid. "Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk." In het 5e hoofdstuk komt een andere gestalte van de bruid naar voren dan in de voorafgaande hoofdstukken.
Haar liefde is verkoeld. Ze is traag om op te staan. Ze wil de strijd en de nacht niet weer ingaan. Maar de bruid moet door dit leven gaan.
"Gij zijt Mijn getuigen." Daar kleeft lijden en moeite en het kruis aan. Dat was voor de bruid niet altijd even begerenswaardig.
De Bruidegom heeft geklopt en vriendelijk genodigd. doch de bruid wilde naar Hem niet horen. Toen is Hij weggegaan, teleurgesteld.
Maar Hij liet een beetje mirre achter aan de handgreep van de deur. Als Hij weggegaan is, voelt zij zich toch niet gelukkig. Ze heeft Zijn stem gehoord, maar nu is het zo leeg. Het is niet omdat Zijn gezindheid jegens haar is veranderd, doch omdat zij niet trouw is. Dat blijft de kwaal van Gods kinderen. Zij worden voortdurend van Gods gemeenschap afgetrokken, meegesleurd door de zonden en geleid door de vorst der duisternis.
De mirre was achtergebleven. Maar wat is de gave als de bruid Jezus mist? Wie Hem eenmaal heeft ontmoet begeert Hem te kennen door Wie al die gaven gegeven worden. Dan gaan we uitzien naar Hem, Die dit alles heeft gewerkt. Een hemel zonder Jezus is een troon zonder koning.
De bruid had Zijn gemeenschap gesmaakt. In het gemis leerde ze zien hoe lief ze Hem had.
Dan gaat ze spreken door het verlangen der liefde, hoewel Hij zo ver is. Dan worden dingen gesproken die in Zijn nabijheid niet gezegd zijn. Als hij geweken is wordt in de slagen geproefd: Hij heeft het goede met mij voor, Hij wil mij weer op het rechte spoor brengen, zodat ik niet in de wereld onder ga. De bruid gaat Hem zoeken. Ze komt de wachters tegen en de dochters van Jeruzalem, die Hem niet kennen zoals de bruid Hem kent. Ze kennen de drang der liefde niet. Ze begrijpen haar niet in de liefde tot Jezus Christus. Dan gaat ze spreken, als ze het Leven ver van zich voelt.
Dan gaat ze geweld doen op het Koninkrijk van God. Ze kan Hem niet meer missen. Haar benauwdheid, haar ellende en haar gemis kunnen haar niet baten. Alleen de balsem van Zijn genezende liefde kan haar helpen. "Mijn liefste is blank en rood en Hij draagt de banier boven tienduizenden."
Die kennis wordt verkregen uit het Woord van God en de bediening van de Heilige Geest.
De bruid ziet Hem zoals ze Hem tekent. Hij is barmhartig en zeer genadig. "Gij weet alle dingen." De goedertierenheid zal niet wijken en Zijn Verbond zal Hij niet schenden. Zijn gehemelte is enkel zoetigheid. Jezus vergeeft niet alleen de zonden, maar Hij is hun Gerechtigheid. Hij geeft niet alleen het eeuwige leven, maar Hij is het eeuwige Leven. Wie Jezus heeft, heeft alles. Die is zalig en heilig voor God. Dan kunnen we niet meer over onszelf praten, maar is het de hoogste vreugde van Gods kinderen iets goeds van Hem te mogen zeggen. Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk.
In de kribbe, in doeken gewonden. In Zijn omwandeling op aarde, ontdekkend en vertroostend. Nooit heeft Hij iemand afgewezen. Het zwaarste woord, dat Jezus tot een zondaar zegt, is: "Kom." Hij heeft nooit verstoten die tot Hem kwamen. Hij is begeerlijk als Hij aan het kruis gaat betalen. Als Hij opstaat uit de dood en tot Maria Magdalena zegt: "Maria".
Als Hij tot Petrus gaat die Hem heeft verloochend. Dan heeft Hij hem nog lief. "Simon, zoon van Jona, hebt gij Mij lief?"
Nu is Hij aan de rechterhand des Vaders gezeten. Hij is dierbaar als Hij blinkt door de traliën van Zijn Woord. Als Hij Zich neerbuigt bij de Schrift en hen toespreekt in hun nood en ellendigheid. Buiten Hem is geen zaligheid, buiten Hem geen verbroken hart en verslagen geest. Laat dan de kennis van Hem u brengen waar de donder van Sinaï u nog nooit kon krijgen. Opdat ge zo aan de voeten van Jezus mocht uitzingen: "Ja, al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Kom, Heere Jezus, ja kom haastelijk."
Na de prediking werd gezongen Psalm 89 : 1.
Namens het Deputaatschap voor de zending sprak hierna Ds. H. Paul.
Hij wees op het wonder, 25 jaar in het ambt te mogen dienen. Wat is God groot en goed. Een zendeling is een gezondene. Op de Paasavond heeft Christus Zijn discipelen gezonden. Hij heeft eerst Zelf Zijn zending volbracht. Vanuit de Hemel volvoert Hij als de Gezondene van de Vader Zijn werk door middel van instrumenten in Zijn hand. Het is een voorrecht, gezonden te zijn door Hem Die gezegd heeft: "Vrede zij ulieden." Alles wat nodig is om die taak te volbrengen is van Hem afkomstig. Die vrede betekent ook, Zijn beeld te vertonen. In het besef dat Hij alles kan en wil schenken, waar wij niets kunnen in eigen kracht, zal onze arbeid niet ijdel zijn in de Heere. Het huis des Heeren zal vol worden.
Zich tot mevrouw Huisman wendend wees Ds. Paul erop dat de vrede met God in de eerste plaats inhoudt, de rechte verhouding tot Hem.
Als Hij doet zien dat al wat aan Hem is, gans begeerlijk is, dan is er ook de begeerte, Hem te volgen en niet anders te willen dan Hij wil.
Namens de gemeente sprak vervolgens ouderling G. Treuren.
Er is alle reden tot ootmoedige erkentenis voor wat de Heere in de achterliggende 25 jaar aan gemeente en predikant heeft willen schenken.
Het ambtswerk mocht worden aangevangen met de tekstwoorden: "Maar Ik ben onder ulieden als een die dient." De Heere heeft gedragen en de kracht gegeven om de liefde van Christus te verkondigen.
In de prediking werden niet alleen ellendigen en bekommerden gelokt naar het kruis, maar ook de stijven van hart en die verre van de gerechtigheid waren. De Heere komt daarvoor de dank toe, Die door de stem van de Zoon van God doden doet horen zodat ze zullen leven.
Br. Treuren gewaagde er tegenover mevrouw Huisman van, dat de Heere voor haar heeft gezorgd, ook in alle moeiten, zorgen en vragen. "Werp uw zorg op de Heere, en Hij zal u onderhouden. Hij zal in eeuwigheid niet toelaten dat de rechtvaardige wankelt." Psalm 55:23.
Staande zong de gemeente Ds. Huisman Psalm 119:9 (iets gewijzigd) toe.
Ds. Huisman bedankte hierna Ds. Paul en br. Treuren.
Op verzoek van Ds. Huisman ging Ds. Kattenberg voor in dankgebed.
Deze liet nog zingen Psalm 72 : 11, waarna Ds. Huisman de zegen op de gemeente legde.
Evenals op de receptie van de voorafgaande dinsdag was er na de dienst nog gelegenheid om Ds. en mevrouw Huisman te feliciteren, waarvan velen gebruik hebben gemaakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen