Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met de kerk van alle tijden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met de kerk van alle tijden

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Uw volk - mijn volk, uw God - mijn God!' Zo deed Ruth belijdenis des geloofs op de grens van Moab en Israël.

'Uw volk' - Israël

'Uw volk - mijn volk, uw God - mijn God!' Zo deed Ruth belijdenis des geloofs op de grens van Moab en Israël. Ze hoorde er eigenlijk niet bij: zij was heidin. Haar schoonmoeder Naomi, door wie ze van Israels God had gehoord, stuurde haar terug: naar haar volk en naar haar goden... Maar toen kwam eruit wat erin zat: ik ga met u mee, uw volk mijn volk, uw God mijn God! O, dat prille geloof... Wie het zaaide, stootte het af. Wat wéét het eigenlijk? En toch is het - in de keus - oersterk! Het is 'toevluchtnemend' - en toch zegt 't 'mijn'! Het moet nog veel leren, maar het dode punt is gepasseerd, de grens is overschreden.

Hebt u ook een schok van herkenning? Jongelui, als je zó belijdenis doet! Wonderlijk: eerst staat er 'volk' en dan volgt 'God'. Zo werkt de Heilige Geest vaker: dan worden wij eerst in aanraking gebracht met een kind van God, met het volk van God, met de Christelijke gemeente, en via die weg met God Zelf. 'Wat wij gezien en gehoord hebben, dat verkondigen wij u', zegt de apostel Johannes van Christus, 'opdat ook gij met ons gemeenschap zoudt hebben, en: deze onze gemeenschap ook zij met de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus.' Dat is diezelfde volgorde.

'Uw volk': dat was voor Ruth het Joodse volk, Israël.

'Uw volk': dat is Nieuwtestamentisch ook de gemeente van Christus uit alle volken, in Israël ingelijfd, dus: de kerk.

'Uw volk': dat is de kerk met een kleine 'k' en met een grote 'K'.

'Uw volk'; dat is de kerk van alle tijden.

'Uw volk'-de kerk

Ik weet nog goed dat ik zelf belijdenis deed. Mag ik - nu het toch over 'belijden' gaat - hierover een persoonlijke confessie doen? De keus van Ruth was in mijn hart. Goddank. Maar ik weet nog heel goed dat ik op het moment van het ja-woord mij niet primair verbond aan deze bepaalde gescheiden kerk waaruit ik voortkwam, maar mij in mijn keus diep verbonden voelde met de kerk van alle tijden. Dat was de begeerte van mijn hart: te mogen behoren bij de kerk van ... Augustinus, van Luther en Calvijn, van Kohlbrugge en Spurgeon! Ik had over hen gelezen. Dan is het of je hen gekend hebt. Je voelt je verbonden met hun worstelingen en uitreddingen, aangetrokken door hun breedte en diepte. Daar hoef je geen theoloog voor te wezen: een boek als 'Kerkelijke Klassieken' is genoeg om de smaak van de kerk der eeuwen te pakken te krijgen. Mag ik de jongeren die belijdenis gaan doen, de concrete raad geven: koop en lees een goed kerkgeschiedenisboek! Als het goed is wekt je predikant op belijdeniscatechisatie ook liefde voor de kerkgeschiedenis. Ik weet wel, de één heeft meer historische belangstelling dan de ander. Maar het is tot onze eigen schade als wij de kerk van alle tijden zouden vergeten bij het belijdenis-doen. De oud-christelijke en reformatorische belijdenisgeschriften gaan juist veel meer voor je leven als je ontdekt welke levende mensen erachter staan: de onwrikbare Athanasius, de gevoelige Augustinus uit Noord-Afrika, de onvergetelijke man Luther en welke mannen Gods niet? Hun theologie is verweven met hun boeiende levensloop. Ook hier mag je zeggen: uw volk mijn volk, uw God mijn God!

Geen bron, maar stroom

Is de kerkgeschiedenis dan - net als bij Rome - een 'tweede bron' van Openbaring? Het lijkt er veel op, als wij spreken van 'Schrift en belijdenis', of de 'oude schrijvers' de Bijbel gezaghebbend laten uitleggen! Komen wij zo niet in strijd met het 'sola scriptura', alléén de Schrift? Is dan de 'traditie' ook ons, protestanten, te machtig geworden?

Wij moeten goed blijven beseffen, dat de Bijbel alleen Gods woord is, en dat alle mensenwoorden, ook van kerkvaders en reformato­ren, de toets moeten kunnen doorstaan van Gods Woord. Zo brak de Reformatie zelf door. Daarom mogen 'vrije groepen' of kritische jongeren ons vragen: waar staat dat in de Bijbel? Dat is voor historische kerken de proef op de som! Zelfs de Heidelberger Catechismus heeft niet het laatste woord. De Meester Zelf zei: er staat geschreven. De Heilige Schrift beslist.

Maar als de Schrift dan de bron is, dan is toch de kerkgeschiedenis de stróóm. Die beeldspraak is van Van Ruler. Volgens hem gaat het zelfs om die stroom! De bron voedde in elk geval die stroom. Wij kunnen in de kerkgeschiedenis lezen, hoe de Heilige Schrift nu in het leven der mensen werd uitgelegd en toegepast; gemeentevorming, zelfs canonvorming, ook dogmavorming (Drie-eenheid!), uitwerking van ambtenpatroon (presbyteriale kerkorde) en sacramentsbediening (kinderdoop). Ook de Reformatie greep niet alleen terug op de Schrift, maar ook op het beste van de kerkvaders, met name Augustinus. En als wij 'sola scriptura' zeggen, alleen de Schrift, beroepen we ons op ... een goede reformatorische traditie ! De kerk begint niet pas in de 20e eeuw, bij onze generatie. Wie dat denkt is ernstig bijziend. Wij zijn-als het goed is!- 'slechts' een schakel in de keten der geslachten. Het geloof der kerk is altijd veel rijker, breder en dieper dan mijn persoonlijk geloof. Daarom kan en mag ik nog zoveel leren uit de schat der eeuwen.

Enkele historische momenten

Hoe werkte Gods Woord dóór? Dat lees je in de kerkgeschiedenis! Ik geef enkele bekende en kennelijke voorbeelden.

Wie weet niet van Augustinus, die in de worsteling met de zonde de stem hoorde: neem en lees. Het was een kinderstem uit de tuin van de buren in Milaan, maar 't was of het van Hogerhand geschiedde. Toen nam Augustinus de Romeinenbrief en las hoofdstuk 13: '... niet in slaapkamers en ontuchtigheden, niet in twist en nijd, maar doet aan de Heere Jezus Christus en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden'. Onvergetelijk ogenblik! Toen verdreef het licht de duisternis in mijn hart, vertelt Augustinus later in zijn Belijdenissen. Het zorgenkind van Monica was toen al bisschop geworden en zou tot de grootste kerkvader uitgroeien.

Wie weet niet van Luther, die in de worsteling met Gods gerechtigheid de Schriften doorkroop. Het gebeurde in het torenkamertje van het klooster 1513. Dat woord 'gerechtigheid' riep al zijn angst voor de dood, voor het oordeel Gods weer op... totdat hij uit Romeinen 1 : 17 ontdekte dat God Zijn gerechtigheid niet alleen eist, maar in Christus ook schenkt! Toen ging de poort van de hemel voor mij open, zegt hij later. De onbekende professor uit Wittenberg was toen al de beroemde Reformator van Duitsland geworden. Evenals bij Augustinus was het bij Luther dus de Romeinenbrief die als dynamiet werkte. Wij zien dat later ook weer bij Kohlbrugge (1833), die in de weg der heiligmaking muurvast was gelopen, totdat hij in Romeinen 7 : 14 de komma ontdekte: '... ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde'; en dat zegt Paulus na zijn bekering. 'Daar in mijn verlorenheid en radeloosheid is de Heere mij ontmoet en heeft mij gezegd: zoals gij zijt, zo zijt gij Mij heilig; daar niets af, daar niets toe! Dat was mij onverwacht, ongedacht. Ik zag een Lam ter rechterhand der Heerlijkheid, zo vertelt Kohlbrugge later.

Zo kregen dan roeping, rechtvaardiging en heiliging gestalte in het leven van Augustinus, Luther en Kohlbrugge. Maar het Woord Gods werkte door op alle terreinen van het leven. Ik denk ook aan de Réveil-man ds. Heldring. Hoe trok hij zich de armoede aan! Eens bezocht hij de strafgevangenis in Gouda en besefte de nood van daaruit ontslagen jonge vrouwen. Op een rustkuur in Ems (Duitsland) las hij op een zondag in een kerkje juist als dagtekst Ezechiël 34 : 4 en het greep hem aan: Het zwakke sterkt gij niet, en het kranke heelt gij niet, en het gebrokene verbindt gij niet, en het weggedrevene brengt gij niet weder, en het verlorene zoekt gij niet...'. Zó ontstonden de Heldring-stichtingen! Het Woord stempelde de Inwendige Zending. Ook in de uitwendige zending treft ons dat. Ik denk aan de grote Baptisten-zendeling Carey in India. Eens brandde zijn drukkerij daar af (1816). Zijn levenswerk ging in vlammen op. Hoe kan de Heere dat toelaten? ! Toen las hij psalm 46 : 11: 'Laat af, en weet dat ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen...'. Het is fascinerend om na te gaan hoe Schriftwoorden in de historie gewerkt hebben. Ik denk nog aan Groen van Prinsterer, christenhistoricus en christenpoliticus. In de Vaderlandse geschiedenis herkende hij de waarheid van het Schriftwoord uit 1 Samuel 2: 'Wie Mij eren, zal ik eren, (bloei) maar die Mij versmaden zullen licht geacht worden' (ondergang). En toen Groen in de 2e Kamer tot het uiterste gestreden had voor een openbare school met de Bijbel, dus voor het theocratisch visioen, maar diep teleurgesteld uitkwam (1857) was daar voor hem de bemoediging uit de Schrift (1 Corinthe 15): ... als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in de Heere'.

Ik noem tenslotte nog twee momenten uit de kerkgeschiedenis van de 20e eeuw. Ik denk aan ds. Overduin die in de oorlog bij het schoolverzet preekte over: 'zalig die vervolgd worden om der gerechtigheid wil'. Het bracht hem in het concentratiekamp (1942). We kunnen in zijn boek 'Hel en hemel in Dachau' lezen, hoe hij, door een Duitse bewaker bijna doodgetrapt, gegrepen werd door psalm 138; 'Is 't dat mijns vijands gramschap brandt, uw rechterhand zal redding geven'. Tegen de ideologie van Nationaal-Socialisme stond de kracht van het Evangelie. Datzelfde zien wij bij de ideologie van het communisme. Wij weten hoe een man als ds. Wurmbrandt jarenlang in de gevangenis van Romenië heeft moeten lijden. Toen hij eindelijk vrijgekocht kon worden vertelde zijn vrouw dat zij reeds bij zijn gevangenneming (1948) de belofte kreeg uit psalm 102 : 21: ... orn het zuchten der gevangenen te horen, om los te maken de kinderen des doods; opdat men de Naam des Heeren vertelle te Sion, en Zijn lof in Jeruzalem'. Toen Wurmbrandt (een bekeerde Jood!) later eens preekte in de Graftuin te Jeruzalem werd hij aan deze psalm wel heel letterlijk herinnerd!

Deze acht momenten zijn maar een greep. Tegelijk willen zij een rode draad trekken door heel de kerk der eeuwen. Doen wij nu met de kerk van alle tijden belijdenis van ons geloof...

Uw volk - mijn volk, uw God - mijn God.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1981

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Met de kerk van alle tijden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1981

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's