Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet binnen een Bond maar binnen de Kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet binnen een Bond maar binnen de Kerk

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de analyse van hun kerkelijk leven kan ik de Bonders vaak goed volgen.

Vijfenzeventig jaar Gereformeerde Bond-die leeftijd is eerbiedwaardig genoeg om er niet alleen in eigen kring aandacht aan te geven, maar er ook buitenstaanders bij te betrekken. Graag voldoe ik aan het verzoek van de redactie van De Waarheidsvriend een korte impressie te geven van mijn gevoelens bij dit vijfenzeventigjarig jubileum!

Ik zal deze uitnodiging mee te danken hebben aan het feit dat in het weekblad De Reformatie, waaraan ik sinds 1971 als redacteur verbonden ben, nogal eens aandacht besteed wordt aan de Gereformeerde Bond. Toen ik vóór het schrijven van dit artikeltje even naging hoe vaak dat in de laatste tien jaren gebeurd was, kon ik dat niet op de vingers van mijn beide handen houden.

Waarom die aandacht van onze zijde voor de Gereformeerde Bond? Ik herinner mij nog best de vergadering van het Contactorgaan van de Gereformeerde Gezindte (COGG) in 1975, waar tijdens een discussie over het kerkelijk vraagstuk mijnerzijds werd opgemerkt, dat de sleutel om de deur naar grotere kerkelijke eenheid onder de gereformeerden in ons land te openen, in handen lag van de Gereformeerde Bond. Niet iedereen (ook niet in eigen kring) heeft mij die opmerking in dank afgenomen. Toch kan ik aan de hand van zo'n opmerking (zonder dat ik haar weer nieuw leven in wil blazen!) een paar dingen wel duidelijk maken, die ik graag bij het jubileum van de Gereformeerde Bond kwijt wil.

In de eerste plaats gebruik je zo'n uitdrukking over de 'sleutel' natuurlijk niet als er geen waardering is voor veel werk dat er binnen de Gereformeerde Bond gebeurt. Wij willen staan op dezelfde basis: de Heilige Schrift als het betrouwbare Woord van God, zoals de gereformeerde kerken sinds de Reformatie daarvan belijdenis hebben afgelegd in de Drie Formulieren van Enigheid. Als ik De Waarheidsvriend lees, lees ik er zeer veel in dat mij uit het hart gegrepen is. Positief als het over leer en leven gaat, polemisch als de scribenten zich keren tegen de vrijzinnigheid en tegen een levenswandel die niets meer te maken heeft met het licht op ons pad dat de Bijbel verspreidt.

Ik hoef niet alleen aan De Waarheidsvriend te denken (al krijg ik mijn meeste nieuws over en uit de Bond wel via dit blad dat op donderdag bezorgd wordt en daardoor niet zo gemakkelijk zoek raakt tussen de stapel kranten die op vrijdag en zaterdag arriveren!). Meer dan vroeger is de Bond er op uit goede voorlichting te geven of daartoe anderen te stimuleren. Ik denk b.v. aan de boekjes die bij 'Echo' in Amersfoort uitkomen. Een poosje geleden las ik Volwassendoop - kinderdoop - herdoop van prof. C. Graafland, nadat ik zelf met een serie artikelen over de doop bezig geweest was. Het is een lust om zo'n boekje te lezen. Een betere verdediging in beknopte vorm van de kinderdoop ken ik niet en het verwondert mij dat er (voorzover mij bekend) zo weinig aandacht aan gegeven is. Het boekje is een van de vele bewijzen dat men in de Gereformeerde Bonds-wereld kundig ingaat op dogmatische en ethische onderwerpen. Heel vaak voel ik mij eensgeestes met de schrijvers. Het is hetzelfde christelijk geloof in z'n reformatorische vertolking dat mij met hen verbindt.

Het is eveneens te waarderen dat er van de Gereformeerde Bond als organisatie een krachtig geluid kan uitgaan. Een vergelijking met de verontrust-gereformeerden in de Gereformeerde Kerken (synodaal) valt duidelijk in het voordeel van de Gereformeerde Bond uit. Als men de Bond een bolwerk wil noemen, dan zou men kunnen zeggen, dat de verontrust-gereformeerden zich vastklampen aan wat ronddrijvend wrakhout. Hoelang zal een innerlijk ook weer snel verdeeld orgaan als Waarheid en Eenheid het kunnen uithouden in z'n protest tegen het modernisme in de synodaal-gereformeerde kerken?

Ik verheug mij er ook in dat binnen de Nederlandse Hervormde Kerk op zondag niet de modernistische predikers, maar nog wel die van de gereformeerde richting volle kerken kunnen trekken. Onlangs heb ik in De Reformatie op het verband gewezen tussen modernistische bijbelopvatting en lege kerken. De heer Klei van het dagblad Trouw kwam daartegen in het geweer, en stelde dat het aantal kerkgangers volstrekt niets over het geestelijk gehalte van de preek of van de hoorders naar de preek zei. Trouwe kerkgang, aldus Klei, wordt voor een niet onaanzienlijk deel gevoed door een sterk groepsbewustzijn en door sociale controle. Dat geloof ik graag, als 'groepsbewustzijn' ook nog wat te maken mag hebben met 'gemeenschap der heiligen' en 'sociale controle' met 'tucht' in de bijbelse zin van: op elkaar toezien. En ook al is het geestelijk gehalte van de hoorders niet best, dan nóg is er reden om zich te verheugen dat zovelen het Woord Gods horen verkondigen. Maar als de dominee zijn verhalen gaat afsteken over kernwapens, Zuid-Afrika en El Salvador - verhalen die men de hele week door ook elders wel kan opvangen - lopen kerken én gemeenten leeg. Uitzonderingen bevestigen de regel.

Buitenstaander

Dat zijn zo enkele punten die mij dankbaar stemmen wanneer de Gereformeerde Bond jubileert. Toch blijf ik een buitenstaander, en dat zit niet op kleinigheden vast. Ik hoef hier niet te praten over Statenvertaling/Nieuwe Vertaling, psalmberijming zus of zo. Heer of Heere, en ga maar verder met wat ik kleinig heden noem, maar waarbij velen al de fundamenten van wat zij rechtzinnig achten, voelen schudden. Ik zou nog wel weer een oude vertaling en berijming willen gebruiken (al is het met moeite) en ik zou het ook wel voor altijd uit mijn hoofd willen laten om ooit 'Heer' te zeggen als men zich daaraan stoot, wanneer maar iets anders gebeurde: dat de Gereformeerde Bond, of beter gezegd: de hervormde kerken die overeenkomstig de gereformeerde belijdenis willen leven, zich zouden afscheiden van kerken die niet beantwoorden aan wat de gereformeerde belijdenis in artikel 29 de kenmerken van, de ware kerk noemt: zuivere prediking van het evangelie, zuivere bediening van de sacramenten en zuivere bediening van de kerkelijke tucht.

Dat is wat ik in de tweede plaats wil opmerken als het over de sleutel gaat die de deur moet openen voor grotere kerkelijke eenheid onder de gereformeerden in ons land. Maar ik weet dat ik daarmee duidelijk opponeer tegen wat de Gereformeerde Bond vanaf 1906 tot heden voor ogen stond: geen deling, wel heling. Geen afscheiding, maar als een spin een web bouwen binnen de Nederlandse Hervormde Kerk, ter verbreiding van de waarheid binnen de Kerk der vaderen. Het beeld van de spin is niet van mij, maar van een man van het eerste uur in de Bond: L. F. Duymaer van Twist (zie ir. J. van der Graaf, Delen of helen? , Kampen 1978, 11, 14). De Bond wil een macht binnen de kerk zijn en kan op zijn stafkaart geregeld nieuwe vlaggetjes prikken van posten die, over het hele land verspreid, bezet konden worden. De bedoeling is ongetwijfeld om de kerk te helen door de waarheid te verbreiden. Men wil midden in de kerk staan. Maar staat men ook werkelijk midden in de kerk, of... midden in de Bond? !

Kerkje in de kerk

In het vijf-jaarlijkse visitatie-rapport dat onlangs werd uitgebracht, kan men lezen dat in geen enkele situatie waar een kerkeraad van de Gereformeerde Bonds-modaliteit te maken heeft met een deelgemeente, zo'n kerkeraad medewerking wil verlenen aan de integratie van die deelgemeente in de plaatselijke gemeente. Ik kan dat wel begrijpen van de Gereformeerde Bonds-kerkeraden. Maar wat ik dan niet begrijp, is de pretentie dat de Bond midden in de kerk staat. Hij vormt een ecclesiola in ecclesia, een kerkje in de kerk. Zij die zich binnen het web niet bevinden, zijn buiten. Er is een Bond en dan nog een groot zendingsgebied voor de Bond. Maar dat kan ik dan niet meer als geheel de Kerk (met een hoofdletter) der vaderen noemen. Want die kerk der vaderen zal ik toch moeten afmeten naar wat zij zelf in haar confessie omtrent de kerk belijdt. En dan kom ik niet bij een Bond als bolwerk uit, rnaar bij kerken en personen die ook de plicht kennen 'zich af te scheiden van degenen die niet van de Kerk zijn'.

Lijden en strijden

In de analyse van hun kerkelijk leven kan ik de Bonders vaak goed volgen. Als ik nog onlangs in De Waarheidsvriend een verhaal vind over een predikant die op een zaterdagmiddag een stel op het kerkplein spelende kinderen de kerk mee binnenneemt en hen dan oefent in het vieren van het Heilig Avondmaal, waartoe ze dan voor de viering op de volgende dag worden uitgenodigd - dan kan ik begrijpen dat ir. Van der Graaf verzucht: 'Er kan veel in onze kerk...!'. Maar dat hoor ik hem en vele anderen binnen de Bond doorlopend verzuchten zonder dat zij er iets tegen doen. In tal van gevallen had een leerprocedure kunnen worden aangespannen, maar men doet het niet. Men lijdt, maar strijdt men ook? Ongetwijfeld doet men dat indirect door de waarheid te verbreiden. Maar moet ook een strijden zijn dat alles met weren te maken heeft. Dat kan ieder weten die zich graag op de 'vaderen' beroept. Dat zijn toch ook de vaderen van Dordrecht. Nog niet zo lang geleden schreef ds. J. Maasland in het (hervormde) Gereformeerd Weekblad (25 januari 1980) dat hij mijn teleurstelling wel kon verstaan: 'Gelet op alles wat binnen de Hervormde Kerk mogelijk is en geleerd wordt, is de positie van mensen die naar de Schrift en de Belijdenis willen leven ook bijna een onmogelijke, soms naar mijn gevoel inderdaad neigend naar het ongehoorzame, althans wat betreft de genoemde artikelen van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis aangaande de kerk', nl. 27-32 N.G.B.

Bijna een onmogelijke! Ik meen dat ds. Maasland en de gehele Gereformeerde Bond het krasser moeten zeggen. Dat is ook mijn wens bij hun jubileum. En dat niet om de Bond de les te lezen. Mijn waarderende woorden slik ik niet in. Maar er blijft een verlangen leven dat verbroken banden tussen gereformeerden in dit land hersteld mogen worden. En dat wij elkaar als gereformeerden ontmoeten daar waar wij onze verbondenheid aan Christus en zijn koninkrijk het allerdiepst mogen ervaren op aarde: in de kerk. Die verbondenheid ervaar ik in menig contact met Gereformeerde Bonders. Juist daarom blijf ik aandringen op gehoor voor de boodschap van onze confessie over de kerk, waarin ook het woord afscheiding op een heilzame zaak wijst. Want de keerzijde van afscheiding is het perspectief van vereniging met hen die voor dezelfde waarheid als waarvoor de Bond zich inzet, willen strijden. En dan samen niet binnen een Bond, maar binnen de kerk.

Kampen, 13 maart 1981

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Niet binnen een Bond maar binnen de Kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 april 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's