Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KONINKLIJKE  INVLOED

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KONINKLIJKE INVLOED

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nederland: Koninkrijk of republiek?

Geen persoonlijke macht

„De koningin is veel machtiger dan je denkt. Lees de grondwet maar eens na". Achter zo'n opmerking schuilt de - onjuiste - gedachte, dat de koning(in) persoonlijke macht op politiek terrein zou hebben. Het staatshoofd zou iets kunnen doen zonder goedkeuring van ministers en/of kamers. Dit misverstand berust op een heel oppervlakkig lezen van de grondwet, waarbij zo hier en daar een artikel aan de aandacht ontsnapt. Er worden in de grondwet inderdaad nog al wat bevoegdheden aan de koning toegeschreven. Laten we eens nagaan welke ogenschijnlijke voorrechten o.m. door deze wet worden genoemd:

- De uitvoerende macht berust bij de koning (art. 56). - De koning heeft het opperbestuur van de buitenlandse betrekkingen (art. 58). - Het opperbestuur van, de algemene geldmiddelen behoort eveneens aan hem (art. 72). - De koning heeft het recht van munt (art. 73). - Het recht van gratie komt de koning toe (art. 77). - De koning heeft het recht om ministers te benoemen en te ontslaan naar welgevallen (art. 86).

Al deze artikelen moeten echter worden gelezen in het licht van het bekende sleutelartikel 55: De koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk. Deze bepaling sluit persoonlijk politiek optreden van de vorst uit. De koning bezit in ons staatsbestel geen persoonlijke macht meer. Hij heeft het politieke terrein verlaten. Dit wordt uitsluitend door de ministers betreden. Zij, en zij alléén, zijn verantwoordelijk voor élke hoofdlijn en élk detail van het regeringsbeleid tegenover de kamers. (Vgl. het voorafgaande artikel in deze serie , , Oranje, de grondwet en de volksvertegenwoordiging", waarin dit onderwerp uitvoerig is besproken.)

De minister is verantwoordelijk!

Dient iemand b.v. een gratieverzoek in bij de koning, dan vraagt deze éérst het oordeel van de minister van justitie. Wanneer deze termen aanwezig acht om gratie te verlenen, zal gunstig beschikken op het verzoek. De kamers kunnen n.l. de betrokken minister ter verantwoording roepen in verband met het gratiebeleid. Al zegt de grondwet, dat het opperbestuur van de buitenlandse betrekkingen aan de koning toekomt, dat doet niets af van de ministeriële verantwoordelijkheid. Voor elke gedraging van een ambassadeur in het buitenland kunnen de kamers de minister van buitenlandse zaken verantwoordelijk stellen. Uit deze voorbeelden wordt nog eens duidelijk, dat de ministeriële verantwoordelijkheid betrekking heeft op het totale beleid. Er is geen sprake meer van voor de koning persoonlijk gereserveerde regeringsrechten.

Geen macht, wel invloed!

We naderen nu een tweede misverstand. Het is nog weerbarstiger en hardnekkiger dan het eerste. Vaak wordt beweerd, dat door de ministeriële verantwoordelijkheid de koning tot een figuur zónder betekenis en invloed zou zijn geworden. Vooral van bepaalde linkse zijde wordt deze opvatting nogal eens vurig voorgedragen in kantoor, werkplaats of fabriekshal.

Niets is echter minder waar! Koning en ministers vormen samen de regering. Binnen deze twee-eenheid vindt het overleg plaats tussen koning en minister. Dat overleg begint bij een wetsontwerp al in een heel vroeg stadium. Zodra de minister en zijn ambtenaren het wetsontwerp gereed hebben, gaat het stuk ter inzage naar de koning(in), die machtiging moet verlenen voor het laten uitbrengen van een advies door de Raad van State.

De koning kan nu de minister om nadere inlichtingen vragen, hij kan wensen uiten, bezwaren opperen. Zo zal ook koningin Juliana doen. Zij zal een wetsontwerp vooral bezien in het licht van de eed, die de drager of draagster van de kroon bij de inhuldiging moet afleggen. „Dat ik de algemene en bijzondere vrijheid en de rechten van alle mijn onderdanen zal beschermen en tot instandhouding en bevordering van de algemene en bijzondere welvaart alle middelen zal aanwenden, welke de wetten te mijner beschikking stellen, zoals een goed koning schuldig is te doen ".

Het geheim van Soestdijk

De koningin oefent niet slechts invloed uit, wanneer een wetsontwerp ter inzage en bespreking is ontvangen, zij kan ook bij alle andere voorkomende zaken met de ministers overleggen. De ministers zullen ook gaarne haar advies inwinnen, omdat de koningin over jarenlange ervaring beschikt. Ook kan de koningin aansporen, waarschuwen, met een suggestie komen of een voorstel doen, bemiddelen, verzoenen. Binnen het raam van de grondwettelijke mogelijkheden oefent de koningin haar invloed uit. Dat is de hoge roeping van een vorst uit het huis van Oranje. Die roeping bracht onze koningin eens in een gesprek met Dr. W. Drees Sr. onder woorden: „Ja natuurlijk, u is politiek verantwoordelijk, maar dat neemt niet weg dat ik voor datgene waaraan ik meewerk, waar ik mijn handtekening aan geef, toch morele verantwoordelijkheid gevoel".

In het algemeen zal elke minister, binnen de grenzen van het mogelijke, rekening houden met de gevoelens van de koningin. Er zal een zoeken zijn, zo nodig, naar een evenwicht tussen de opvattingen van koningin en minister. Een zoeken, dat uit moet monden in een zodanige overeenstemming, zoals Dr. Drees schrijft in „Monarchie - demokratie - republiek", dat tenslotte de minister de verantwoordelijkheid tegenover het parlement kan dragen.

Hoe groot de invloed van het staatshoofd is, hangt uiteraard samen met ervaring en persoonlijkheid. De grootte van de koninklijke invloed, het „wanneer" en het „hoe" van deze invloed onttrekt zich aan onze waarneming. Dit alles vormt het geheim van Soestdijk. Het is een ongeschreven, streng gehandhaafde regel, dat politici zwijgen over hun vertrouwelijke kontakten met de vorstin. Het verbreken van dat zwijgen zou de koning(in) onderwerp maken van politieke beoordeling en wellicht veroordeHng. En dat wil het stelsel van de onschendbare koning en de verantwoordelijke minister juist voorkomen. Voor ons is echter belangrijk te weten, dat de koningin invloed hééft! Het praatje over de koningin, die „eigenlijk niets te vertellen heeft", moet zo snel mogelijk onze gedachten en politieke wereld uit.

Koninklijke invloed

Het zwijgen van de politici — boven genoemd - geldt alleen zolang de betrokken vorst(in) leeft. In ieder geval moet het gebeurde duidelijk geschiedenis zijn geworden. Met name uit de regeringsperiode van wijlen koningin Wilhelmina komen de laatste jaren gegevens vrij, die laten zien hoe groot de invloed van de koningin binnen de grondwettelijke grenzen kan zijn. We laten enkele voorbeelden volgen, die te maken hebben met het benoemingsbeleid. Uiteraard moet de koningin ook benoemingen van personen in topfunkties met haar handtekening bekrachtigen.

• Zo heeft Prof. De Jong, direkteur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdokumentatie, in een rede ondermeer onthuld, dat koningin Wilhelmina druk heeft uitgeoefend om in 1940 generaal Reynders als chef van de Generale Staf te ontslaan. Op 30 januari ontving de Generaal, die voortdurend overhoop lag met de minister van Defensie, het verzoek zijn ontslag aan te vragen. In zijn plaats werd toen Generaal Winckelman benoemd.

• Oud-minister Meynen heeft in een interview zijn herinneringen gegeven aan een gesprek met de koningin na de oorlog over een benoeming in het leger. De minister had een kandidaat voorgedragen, die naar de mening van de koningin te weinig voelde voor vernieuwing. Er ontstond een groot konflikt, omdat Meynen, overtuigd van de kwaliteiten van de kandidaat, het onbillijk vond dat de benoeming niet zou doorgaan. Uiteindelijk ging de minister heen met de woorden: „Ik ben niet overtuigd". Toen Meynen op het punt stond over de woordenwisseling iets te zeggen tegen een adjudant, die door de deur heen gehoord had hoe hoog het liep en nu vroeg: „Wat is het geweest? " ging de deur open. Koningin Wilhelmina kwam naar buiten en zei: „Mijnheer Meynen, ik geloof, dat wij toch eigenlijk nog geen goed afscheid genomen hebben". En zij drukte hem nog even de hand als bewijs van verzoening en als teken dat zij geen konflikt wenste.

De koningin en de kabinetsformaties

Van bijzonder belang is het optreden van de koningin in tijd van kabinetsformatie. Het samenstellen van een nieuw kabinet is in ons politiek nogal versnipperde land allesbehalve eenvoudig. Verlangens, moeilijkheden en programmapunten zijn er te over, mogelijkheden en kandidaat-ministers zijn schaars. De koningin heeft bij het voorbereidende werk een aktieve taak. Zij ontvangt de rapporten van de fraktieleiders in de Kamer en neemt kennis van de inzichten - vooral de laatste jaren is dit het geval — van een informateur, die het terrein verkent, nagaat hoe de verhoudingen liggen, welke oplossingen er zijn enz. Uiteindelijk moet de koningin de keuze doen uit alle adviezen, die haar bereikt hebben, en een formateur benoemen.

Met name van de zijde van D'66 is er bezwaar gemaakt tegen deze voorbereidende taak van de koningin en het benoemen van de formateur: De koning behoort geen rol te spelen bij het vormen van een regering. Wie dan wel? D'66 ziet als ideaal de door het volk gekozen minister-president.

Deze visie gaat in wezen terug naar de leer van de volkssoevereiniteit. De regering heeft in die gedachtengang géén eigen taak en verantwoordelijkheid, maar is een vooruitgeschoven post van de volksvertegenwoordiging. Wie echter de eigen taak en verantwoordelijkheid van koning en ministers in het licht van de Schrift handhaaft - er is geen macht dan van God - moet de inzichten van de Demokraten afwijzen. De koningin behoude haar taak bij de formatie van een kabinet!

G.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 1969

De Banier | 8 Pagina's

KONINKLIJKE  INVLOED

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 1969

De Banier | 8 Pagina's