Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Evangelie en beeldcultuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Evangelie en beeldcultuur

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Evangelieverkondiging staat nooit los van de tijd waarin we leven. Calvijn had er al oog voor dat de verkondiging van het evangelie niet los staat van de tijdsomstandigheden. Wat zijn de gevolgen van de beeldcultuur (tv, internet) voor prediking en liturgie?

Dr. G.J. Mink stelt deze vraag in een publicatie van de Willem de Zwijgerstichting aan de orde. Onze tijd is de tijd van de digitale revolutie. Niemand kan zich daaraan onttrekken. Als voorzitter van de Stichting Christelijke Media Projecten / 3x M is Dr. Mink nauw betrokken bij de wereldwijde verkondiging via de moderne media.
Kunnen beelden in de overdracht van het evangelie een functie hebben? De schrijver zet zijn betoog in een breed historisch en bijbeltheologisch kader alvorens op de praktijk in te gaan. De vraag naar het al of niet legitiem gebruik van beelden heeft de christenheid vanaf het begin beziggehouden.
Uitvoerig gaat Mink in op de zin van het tweede gebod dat in zijn anti-heidense strekking gericht is tegen de cultus van de heidense godsdiensten, waarin men via de beelden als het ware de kracht van de afgebeelde godheid wilde beheersen. Dat is ten diepste afgodendienst. Het tweede gebod hangt dan ook onlosmakelijk samen met het eerste. God is present in gebod en belofte. Daarom is het grote gebod: 'Hoor, Israël, de HEERE onze God is een enig HEERE.' (Deut. 6:4).

Reformatie
Wie opgegroeid is bij de Heidelbergse Catechismus weet dat de Reformatie beelden in de eredienst heeft afgewezen. Het zal duidelijk zijn – en Mink laat dat ook zien – dat hier het protest voelbaar wordt tegen de roomse kerk van de zestiende eeuw waarin nauwelijks meer gepreekt werd en waarin de wijze waarop men met beelden van heiligen omging het zicht op Christus verduisterde. De Reformatie betekende dan ook een eerherstel van de prediking.
Toch is dat niet het hele verhaal. De Heidelberger zelf laat zien dat dit gebod geen volstrekte afwijzing van het visuele betekent. Ook de hervormers hadden oog voor de betekenis van het aanschouwelijke en het visuele. Ook Calvijn, aldus Mink, spreekt genuanceerder dan vaak wordt gedacht. Niet alleen onderstreept hij de betekenis van de sacramenten als zichtbare prediking van het heil, maar ook ziet hij het visuele als een geschenk van God. Vandaar dat zich in landen, gestempeld door het calvinisme, toch een beeldcultuur heeft ontwikkeld: schilderijen, gevelstenen, boekversieringen, gebrandschilderde ramen in kerken, orgelluiken, illustraties in Bijbels, enzovoort.

Bijbels getuigenis
Nu is voor een protestant de historie of traditie nooit een afdoend argument. Beslissend is het bijbels getuigenis. Hoe zit het met de waardering van beeldend materiaal in de Schrift? In dit verband gaat Mink uitvoerig in op het spreken van Jezus in gelijkenissen en de symbolische handelingen die Hij verrichtte. Gelijkenissen bergen een geheim in zich. De beelden uit het gewone leven prikkelen de hoorders en dagen hen uit om tot verstaan te komen.
In zijn slotbeschouwing maakt Mink de balans op. Het is een pleidooi voor het gebruik van visuele elementen in de kerkdienst om zo de hoorder van vandaag te helpen een relatie te leggen tussen het gehoorde Woord aangaande Gods heil en hun eigen leven. Dat zal nooit een concessie mogen zijn aangaande de inhoud van de boodschap. Bovendien moeten de visuele elementen inderdaad dienstbaar zijn aan de uitleg en de toepassing van het evangelie.

Verantwoord gebruik
Aan de hand van enkele concrete voorbeelden laat de schrijver zien hoe je verantwoord gebruik kunt maken van bijvoorbeeld schilderkunst in de kerk. Van geval tot geval zal men moeten nagaan of het gebruik van beeldend materiaal verantwoord is en geschikt is voor het doel wat een prediker beoogt. Je zult je moeten afvragen: hoe komt dit beeld over bij de hoorders? Komt er echt communicatie tot stand? Wat roept het bij de hoorder, de kijker op? En voor wie dit een brug te ver vindt is het zaak te bedenken dat onze tijd vraagt om beeldende prediking, die de hoorder meeneemt in het verhaal van de Schrift. ‘Men luistert met zijn ogen en denkt met zijn hart’.
Het boekje van Mink bevat een schat aan informatie voor wie in dit onderwerp is geïnteresseerd. In de aantekeningen achterin vindt de lezer tal van verwijzingen naar literatuur en worden allerlei details verhelderd. De auteur stelt belangrijke vragen aan de orde die om doordenking vragen. Graag breng ik dan ook dit boekje onder de aandacht van de lezers.
De brochure Niet door stomme beelden ...? Evangelieverkondiging in de moderne beeldcultuur is een uitgave van de Willem de Zwijgerstichting, per post te bestellen bij deze stichting (Postbus 40082, 7504 RB Enschedé) of via e-mail: info@willemdezwijgerstichting.nl
Voor informatie over de stichting verwijs ik u naar de website: www.willemdezwijgerstichting.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Evangelie en beeldcultuur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2008

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's