Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oude appelrassen nu museumstukken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oude appelrassen nu museumstukken

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waar vind je vandaag nog een sappige Notarisappel, 'n stoere Keuleman, 'n vitaminerijk Gronsvelder Klumpke of een zachtzure Zigeunerin? Wie kent nog het oude gebruik elkaar bij verjaardagen of bij de geboorte van een kind een appelboom cadeau tegeven? Ondergang en voorzichtige terugkeer van oude appelrassen.

Dertig, veertig jaar geleden ging de bijl erin. In Ossekop, Koningszuur en Honing Zoetje. Tegen een riante rooipremie. Twijfelaars werden een paar jaar later - vaak noodgedwongen - alsnog over de streep getrokken met een nog hogere rooipremie. Dat betekende bijna de genadeslag voor Bellefleur en Sterappel.

Toch ging het menigeen aan het hart dat het enorme rassensortiment dat onze voorouders met zorg opgebouwd hadden, verloren ging. Want daarmee verdween ook een belangrijk deel van het erfelijk materiaal van eeuwen fruitcultuur. Veel boeren lieten de fruitbomen rondom hun boerderijen intact voor eigen consumptie. Deze kalveren varkensboomgaardjes, genoemd naar de dieren die onder de kronen rondscharrelden, bestaan overwegend uit hoogstammen.

In deze relatief kleine boomgaarden is nog een schat aan variatie van fruitrassen aanwezig. De gewoonte om streekeigen of plaatselijke rassen aan te planten draagt bij tot de waarde van het genenreservoir. Hier kunnen we vaak soorten aantreffen die aan het begin van deze eeuw werden aanbevolen, zoals de Lemoenappel, Zomeraagt en Groninger Kroon.

Selectie
Het rassensortiment heeft door de eeuwen heen steeds veranderingen ondergaan. De verandering in boomvorm, van hoogstam in spil, en de daardoor intensievere beplantingen speelden een grote rol. Men selecteerde de rassen voornamelijk op geschiktheid voor zwakgroeiende onderstammen. Veel ouderwetse rassen waaronder de sterappel vielen af omdat zij niet bleken te voldoen in struik- of spilvorm.

De laatste jaren neemt de belangstelling van het publiek voor oude appelrassen weer toe. Volgens insiders heeft deze hernieuwde interesse alles te maken met een hang naar de volle smaak, het aroma van vroeger en de veranderde ideeën over ons milieu. Fruittelers, kwekers en amateurs zoeken naar mogelijkheden om oude waardevolle soorten en rassen opnieuw te introduceren.

Degelijk ras
Boomteler en kweker Dick van de Pol uit Klarenbeek houdt zich al vijfentwintig jaar bezig met oude fruitrassen. Als geen ander is hij thuis tussen Sijden Hempje, Glorie van Holland en Zoete Kroon. „De Zoete Kroon is een heerlijke appel van een degelijk Hollands ras. Doet z'n naam eer aan. Stukje proeven?

Veel mensen kennen de zoete nog van vroeger. Je ziet het wel, de zwaksten vallen het eerste af. Ze vallen niet ver van de boom," merkt hij spits op. „Vroeger legde men de gave vruchten in de strooisellaag rond de stam om ze te bewaren tot ze gegeten werden. In de zwakken zitten vaak pieren. Dat geeft op zich niks, maar de smaak wordt kurkerig. De beste en sterkste appels blijven het langst zitten. Da's in de natuur gewoon.

De Early Victoria is ook een oude bekende. Een sappige appel boordevol vitamine C. Hij wordt vaak tussen goudreinetten (Schone van Boskoop) gezet voor de bestuiving. Hoewel veel appels zelfbestuivers zijn. Sterappels bestuiven ook goed. Vroeger stonden ze bijna in elke bongerd. Ze worden rood door het maanlicht. Niet door de zon zoals velen denken.

Maanappels zou beter passen. Je moet maar eens opletten, daar waar een blad de vrucht bedekt blijft de kleur achter. De smaak is pittig zoet, beetje coxachtig."

Specht
Ineens kijkt Van de Pol de andere kant uit. „Hoor. Tik, tik. 'n Specht. Verderop zit-ie. Hij loert op rupsen. Ik heb graag vogels op de kwekerij. Vooral mezen. Die ruimen heel wat rupsen en wurmen op. Dat scheelt. Want ik bespuit mijn vruchtbomen niet. Normaal gesproken moet een kweker wel aan gewasbescherming doen. Tegen ziekten en plagen. Gaatjes in blaadjes verkoopt niet.

Bij controle door de NAK, de keuringsdienst, worden ze afgekeurd. Maar ik ben er geen voorstander van. Ik hou zo'n boom dan gewoon zelf. Staat mij niet in de weg. Daar gaat 'n libel. Als je veel spuit krijgen vogels dat gif binnen. Dan weet je wel wat er van terecht komt. Niet veel. Ik eet rustig appels en ander fruit met een plekje hier en daar," zegt de boomkweker terwijl hij een Sijden Hempje schilt. „Moet je die schil eens voelen. Zacht als zijde. Officieel is het een zomeraagt, maar beter bekend als Sijden Hempje."

Dat was smullen...
We klimmen over het gaas naar een ander vak. „Dat gaas is tegen konijnen want ze knagen aan de bast. Niet dat het helpt, 't Zijn handige klimmers die beestjes. Af en toe is hier een wilde kat. 'k Heb liever dat die konijnen vreet dan vogels.

Dit is de Lunterse pippeling. Een soort goudreinet maar dan iets kleiner. Moeder maakte ze altijd in op suikerwater. Dat was smullen. De goudreinet heeft nog wel eens last van kankerplekken. Als je die niet bestrijdt gaat de hele boom eraan. Lunterse pippeling heeft daar minder last van. Die werd vroeger al gebruikt als tussenstam bij het enten.

De moderne middelen om kanker te bestrijden helpen goed als je er op tijd bij bent. Wel 'ns een lemoenappel gezien? Hij lijkt op de goudreinet en smaakt naar de notarisappel. Beetje zurig. Tot nieuwjaar zijn ze houdbaar. Dan is het gebeurd, 'n Lekker ouderwets soort is ook de Zoete Bloemee. Smakelijk appeltje. Zie je ook bijna nergens meer."

Blijvers en wijkers
„Hoogstammen worden geplant op tien meter. Omdat ze veel ruimte nodig hebben en het lang duurt voor ze dragen zet men er kleintjes tussen. Uit economische overwegingen. Zo'n perceel bestaat uit blijvers en wijkers. Naarmate de hoogstammen groter worden, krijgen de kleintjes te weinig licht. Die moeten wijken. Hun grote broers zijn de blijvers," legt Van de Pol uit.

„Uit de eenjarigen zoekt de kweker de dikste en grootste, want dat zijn de beste en gezondste groeiers. Die worden in het voorjaar geënt. De ent wordt behandeld met entwas en daarna uitgeplant.

Onder gunstige omstandigheden kunnen ze wel een meter per jaar groeien. Door met een tussenstam te werken gaat het vruchten geven sneller. Maar alles is afhankelijk van ras, grondsoort en verzorging. Sommige rassen kunnen moeiteloos zestig worden. Ik weet een goudreinet te staan van tien meter hoog. Die is 100 jaar. Prachtboom. Op een kasteel in Twello op de rivierklei. Hij wordt perfect verzorgd. Op tijd gesnoeid, gedund en bemest.

Zulke mensen hadden vroeger altijd een tuinman die de boomgaard onderhield. De meeste boomkwekers zie je ook op de klei. In de Betuwe en Limburg. De Gronsvelder- en Eysdener Klumpkes staan veel in Limburg. Maar ik heb ze ook staan."

Stadstuintje
Welk ras geschikt is in stadstuintjes? „De Court Pendu," zegt Van de Pol beslist. „Mooi vast vruchtvlees onder de schil en niet teveel sap. Zachtzure smaak met een speciaal aroma. Een oud ras in struikvorm. Leent zich ook goed om er een lei-appel van te maken. Tegen een muurtje of schutting aan de zuidkant.

Heb je wat meer ruimte dan is de Groninger Kroon aan te raden. De half- of hoogstam. Die is het meest resistent tegen aanvallen van ziekten. Nooit last van meeldauw. Daar heb je veel plezier van. Mooie opbrengst. Heerlijke handappel. Stelt weinig eisen, 'n Zelfbestuiver. Om het jaar snoeien.

De horizontale takken moet je helpen te buigen met een touwtje of een gewichtje. Daar komen de meeste bloempjes op dus ook de meeste en sterkste vruchten. Kijk maar. Deze zijn net twee jaar en er zitten toch al mooie blossige appels in. Hier, snoep verstandig," zegt de vakman terwijl hij de zoveelste appel uitdeelt.

Museum
Op initiatief van het actieve bestuur van de Stichting Behoud en Bevordering Fruitcultuur is op 5 februari j.1. de eerste appelboom in een "museum" geplant. In de splinternieuwe Museumtuin in Doesburg hanteerde burgemeester H.G. Overweg de schop om de Gravensteiner, een hoogstam, van een ruim plantgat te voorzien. Inmiddels zijn 700 fruitbomen aangeplant. Zowel hoog- als laagstammen.

„De bedoeling van de museumtuin is om vakmensen en belangstellenden in oude fruitrassen kennis te laten maken met een keur aan ouderwetse, zeldzame en interessante fruitbomen. Rassen als Bellefleur, Meiprincessen en Paassterappel. „Nu staat alles er nog een beetje kaal bij, maar je zal eens zien hoe snel dat verandert," zegt Bennie Giesen, voorzitter van de stichting.

„Onder de hoogstammen wordt een wilde bloemenweide aangelegd. Om insekten te lokken voor de bestuiving." „De meeste bomen zijn goed aangeslagen. De appels staan nu in volle bloei, zoals de President van Hien, de Frambozenappel en de Zigeunerin. De Zigeunerin heeft haar naam te danken aan haar 'zwervende' afkomst en aan d'r blos.

Van oorsprong komt het ras uit Riga in Letland; het is ooit ingevoerd door de heer Vallen uit Swalmen," weet Giesen. „Er is veel vraag naar fruit met de natuurlijke smaak en het aroma van vroeger. Daarom halen wij de oude raspaardjes van toen weer van stal. Wie zal het zeggen, misschien kopen we straks weer Ossekoppen, Zoete Tulpen en Rode Jopen. Maar niet meer voor een appel en een ei. Die tijd is voorbij."

                              ------------------------------

Expositie

Tot 30 oktober 1994 is er een expositie over oude fruitrassen in Museum De Koperen Knop (historisch en cultureel centrum), Binnendams 6 te Hardinxveld-Giessendam. Openingstijden: woensdag tot en met zaterdag van 13 tot 17 uur. Inlichtingen: 01846-11366.

Met behulp van boeken, platen, foto's en uiteraard van de vruchten zelf wordt een beeld geschetst van soorten en rassen die in onbruik geraakt zijn. Daarnaast wordt gereedschap getoond dat gebruikt werd bij de teelt, snoei, pluk, het bewaren en conserveren. Tevens wordt aandacht geschonken aan de bereiding van fruit. Naast fruit en fruitbomen zijn er boeken te koop.

                              ------------------------------

Boek over hoogstammers

"Hoogstamvruchtbomen" van J.M. Brand is een bijzonder interessant boek waarin de schrijver met kennis van zaken ingaat op de geschiedenis, onderhoud, nieuwe aanplant en gewasbescherming van fruitbomen.

Verkrijgbaar bij de Stichting LONL (Stichting Landelijk Overleg Natuur- en Landschapsbeheer). Prijs ƒ 16,- plus ƒ 4,- verzend- en administratiekosten. Giro 425.2780 LONL te Utrecht, 030-340777.

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 oktober 1994

Terdege | 80 Pagina's

Oude appelrassen nu museumstukken

Bekijk de hele uitgave van woensdag 19 oktober 1994

Terdege | 80 Pagina's