Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het Parlement

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het Parlement

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige week was voor de Kamer een bijzonder drukke week. Van dinsdag tot en met donderdag werd er van 's morgens 11 tot 's avonds laat vergaderd, donderdag zelfs tot cirka middernacht.

Dit kwam doordat er geheel onverwacht een punt op de agenda was gekomen, dat tevoren niet kon worden voorzien. Op 28 maart namelijk was door Minister Roolvink een kollektieve arbeidsovereenkomst, die tot stand was gekomen tussen werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid, onverbindend verklaard. De Minister en met hem het gehele kabinet kon zich namelijk niet verenigen met de bepaling uit de C.A.O., waarin de arbeidstijd met een half uur per dag zou worden verkort. Onder de bouwvakarbeiders had dit onder de leiding van de bondsbesturen grote ontstemming verwekt. Er werd zelfs een grote demonstratie op touw gezet waartoe bouwvakkers van verre en nabij naar Den Haag kwamen. Naar schatting namen er wel 30 duizend man aan deel. Hoewel de demonstratie een ordelijk verloop had, werden er toch op spandoeken slagzinnen meegevoerd, die voor Minister Roolvink uitermate grievend waren.

Tijdens de behandeling in de Kamer waren de tribunes geheel bezet. De voornaamste leiders der vakbonden volgden met grote aandacht wat door de woordvoerders werd gezegd. De uitslag van het Kamerdebat zal echter voor hen ongetwijfeld zeer teleurstellend zijn geweest. Minister Roolvink week nj meiijk geen duimbreed van zijn standpunt af, terwijl de oppositie te gering was om de minister tot aftreden te dwingen. Dit kwam uit bij de stemming over een tweetal moties van de heer Wieldraayer (PvdA), waarin gevraagd werd verhoging van de arbeidstijdverkorting met een half uur en het verhogen van de pensioenpremie met 1 pet. alsnog goed te keuren. Beide moties werden namelijk met een grote meerderheid van stemmen (79 tegen 48) verworpen. Namens de SGP-fraktie werd bij dit onderwerp, waarover een brief van de M nister verschenen was, door Ir. Van Dis het woord gevoerd. Met het oog op de plaatsruimte kan diens rede ditmaal echter niet worden opgenomen, zodat dit tot een volgende maal moet worden uitgesteld. Vóór de stemming over de twee moties werd nog een verklaring afgelegd, die ook nader voUedig zal worden weergegeven. Zij kwam er op neer, dat het uit de rede van de Minister volkomen duidelijk was geworden, dat het inbrengen in de c.a.o. van een verkorting van de arbeidstijd met 1/2 uur per dag zeer ernstige gevolgen kon hebben, waarbij vooral de laagstbetaalden het meest getroffen zouden worden. De SGP-fraktie stemde dan ook met de regeringspartijen en het GPV tegen de moties.

Voorts werd breedvoerig gediskussieerd over de toestand in de Limburgse mijnstreek, waar de kolenproduktie door de komst van het aardgas en de olie niet meer verantwoord is, zodat reeds sedert 1965 tot een geleidelijke sluiting der mijnen wordt overgegaan. Hierdoor is in voornoemde streek de werkloosheid sterk gestegen.

Het behoort daarom tot de taak der regering om nieuwe werkvoorzieningen te openen, wat vanzelfsprekend geen gemakkelijke taak is en ook maar niet één, twee, drie voor elkaar kan worden gebracht. Bij dit onderwerp werd o.m. het woord gevoerd door Ir. Van Rossum, wiens rede om dezelfde reden als boven vermeld op een wat later tijdstip volledig zal worden opgenomen.

derlandse vinding is, in een internationale bijeenkomst inzake kernenergie, naar voren te brengen. Naar aanleiding hiervan was de Minister reeds eniiele malen door een kommissie uit de Kamer gehoord, waarbij bleek, dat de beschuldiging van de heer De Goede geheel ten onrechte was, daar het voornoemde systeem zich nog maar in een beginstadium bevindt, zodat nog moet blijken of het Tenslotte had er nog een breed debat plaats over het beleid van Minister De Block, waarop sterke kritiek was geleverd door de heer De Goede van D'66. Deze had nl. al in december '67 beweerd, dat de Minister ons land zeker wel een schade had toegebracht van 600 miljoen gulden door te verzuimen een bepaald systeem, het zgn. ultra-centrifuge-systeem, dat een Ne­ rendabel in het groot kan worden toegepast en dan goedkoper zal werken dan het diffusiesysteem, dat o.m. in Amerika en Frankrijk wordt toegepast. Bij de openbare behandeling bleek de Minister er goed af te komen, terwijl de heer De Goede, hoewel hij zich niet helemaal gewonnen gaf, toch genoodzaakt was zich gematigder uit te drukken. Zelfs de PvdA liet hem in de steek.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1968

De Banier | 8 Pagina's

Uit het Parlement

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1968

De Banier | 8 Pagina's