Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘En als zij dit hoorden ...’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘En als zij dit hoorden ...’

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen, mannen broeders? Handelingen 2:37

De tekst van onze overdenking begint met de woorden: ‘En als zij dit hoorden ...’ Eigenlijk staat er ‘horende’, wat verder nog weergegeven kan worden als ‘al horende’. Het waren niet alleen de laatste woorden uit de rede van Petrus, maar het geheel van zijn prediking werd beluisterd op een bijzondere manier. Waarom? Nu, het was niet alleen heel anders dan gewend, maar veelmeer de kracht van de Heilige Geest deed hen horen tot ontzetting. Ze waren een prediking, als het al zo genoemd kan worden, gewend die hen tot werken aanspoorde. Ze hoorden in staat te zijn God te behagen en te kunnen dienen. De eis tot bekering op die manier gebracht, gaf hun moed en vertrouwen er gehoor aan te kunnen geven. Die prediking was niet ontdekkend of het moest zijn des te meer overtuigd te raken van het eigen vermogen tot het goede. Het ging altijd om een prediking waar ze mee overeind konden blijven en vooral om het dienen van zichzelf. Die prediking gaf hun het gevoel beter te zijn dan de rest. Ze konden ermee zeggen des Heeren tempel te zijn of neerziend op de schare ervan te zeggen dat ze de wet niet kennen.

Maar zo was het gehoorde van de achterliggende ogenblikken niet. Petrus gaf hun geen gevoel van voldaanheid en aaide hen ook niet over de kuif. Nee, vanuit de schriften werd hun aangetoond Wie de Christus was, door hen gekruisigd. En dat was ontdekkend, dat was voor hen beschuldigend, dat was ontzettend. Onze tekst zegt het met de woorden ‘verslagen in het hart’. Eigenlijk is dat te vlak gesteld. Het geeft niet goed weer wat de kanttekenaren erbij aangeven: als met een pijl doorschoten of doorstoken. Zou dat letterlijk gebeurd zijn, ze zouden het leven als in een ogenblik hebben moeten verliezen. En hoewel het niet letterlijk geschiedde, is het wel geestelijk gebeurd. Ineens stonden ze als voor de rechterstoel des Heeren en beseften als voor de hel veroordeeld te zijn. De uitwerking van de prediking van Petrus! Nee, niet omdat ze zo goed geluisterd hadden vanwege hun goede inzet ertoe, maar door de kracht van de Heilige Geest.

Geen Evangelie? Ja, dit is de ware evangelieprediking! Hoort u ze ook? Als het goed is moet u met ‘ja’ kunnen antwoorden. Of is het als bij de hoorders van Petrus die een heel andere prediking gewend waren? Of dat vandaag dan ook nog plaatsvindt? Inderdaad! Voor vele predikanten is het genoeg ‘vrede, vrede en geen gevaar’ te prediken. En voor een natuurlijk godsdienstig mens is het een prachtig tijdverdrijf daarmee de kerkdienst gevuld te krijgen. Je kunt er zo rustig mee voortgaan door dit leven. Nooit roept zulk een prediking tegenkanting op of het moet zijn van een Petrus die er niet mee leven kan. Predikanten als Petrus moet je voor dezulken maar betitelen als zijnde vol zoete wijn. Ze vloeien door en stellen onmogelijke eisen. Ze gaan te diep en brengen geen Evangelie = blijde boodschap. Het zijn, net als Jezus overigens, moeilijke mensen die je maar beter uit je leven kunt weghouden.

Of hoort u de prediking van Petrus wel maar verzet u er zich tegen? Dat is de natuurlijke reactie van een mens de Geest niet hebbend. Hij begeert niet onrustig gemaakt te worden. Zijn ‘bijbel’ maakt hem dat ook niet. En natuurlijk zijn er wel die onrustig moeten worden gemaakt, maar dat is de schare die de wet niet kent. Zij, als godsdienstige mensen, mogen een God dienen die blij met hen kan zijn. Zij hebben wel moed op de toekomst en vrezen niet. En geen predikant zal hen ook daar ooit krijgen. O, hoe ontzettend, want zo leeft het gros van de kerkgangers!? Ja, want nooit ontzet en nooit ongerust en is het al eens anders geweest, het moet zo spoedig mogelijk weer rustig worden en blijven. Of hebt u het een keer meegemaakt een preek te hebben gehoord die u ontzette en niet meer losliet? O, zeker, u probeerde wel ervan af te komen, maar het ging van kwaad tot erger, zoals u het toen noemde. Ja, zo erg dat u als met een pijl doorschoten bleek en ineens voor de Rechter van hemel en aarde stond tot een eeuwige veroordeling? Nee, dat had u nooit verwacht. Dat was totaal onbekend voor u. U bleek als een blinde te zijn geleid op een weg die u niet kende. Ondanks uw godsdienstige opvoeding, uw Bijbelgetrouwe leefwijze, uw activiteiten in de gemeente en uw tevredenheid over uzelf. Ineens verloren en nooit meer te redden. Geen andere conclusie dan een eeuwig omkomen naar Gods recht. U had wel gehoopt verlost te worden, maar die Verlosser bleek al drie dagen in het graf en dus niet in staat u ooit te redden. Alles was gedaan en met alles bleek de schuld alleen maar groter te zijn geworden. En dus de eeuwige verdoemenis deelachtig om ten slotte te moeten toegeven er zelf de schuld van te zijn. Niet God maar ikzelf ben de oorzaak en daarom des doods schuldig. En daarmee leek alles voor eeuwig mis. Voor het eerst in het leven schuldig aan alles wat God verbiedt en nooit enig ding gedaan waarvan Hij kon zeggen dat het goed was. Des doods schuldig.

Totdat! Christus bleek niet meer in het graf te liggen maar te zijn opgestaan, om Hem te kennen in de kracht van Zijn opstanding. Daarin bleek uit genade zalig te kunnen en te moeten worden. Een volkomen verzoening van alle zonden en een nieuw godzalig leven mocht worden ontvangen. Voorgoed de toorn des Heeren kwijt en in Christus een vriendelijk aangezicht dat nooit meer zou toornen. In heel dat gebeuren bleek het oude leven met Christus gekruisigd en in plaats daarvan Hij in mij en ik in Hem. Wat vroeger een lust was bleek nu een last en omgekeerd. En met heel die ontdekkende prediking bleek inderdaad het Evangelie in volle heerlijkheid te zijn gebracht, zoals later mocht worden verstaan.

Is dat uw levensgang geweest? Welgelukzalig die dat geklank mag kennen, want verlost, God heeft u welgedaan en zal daarop nooit meer terugkomen maar u in deze staat doen voortgaan tot een eeuwige zaligheid. En als dat niet gekend wordt? Een eeuwige rampzaligheid tot wenen en knersing der tanden. U mocht een keer onder die ontdekkende prediking verloren gaan om, o eeuwig wonder, in Christus behouden te blijken.

Doornspijk, ds. W. Roos

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 mei 2015

Kerkblad | 24 Pagina's

‘En als zij dit hoorden ...’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 mei 2015

Kerkblad | 24 Pagina's