Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wil God bloed zien om iets te vergeven?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wil God bloed zien om iets te vergeven?

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit is een vraag waar je niet om heen kunt, maar niet elke terechte vraag is een goede vraag. Deze vraag is geboren uit misverstand en uit onbegrip over wat verteld wordt over het kruis. “Ja” zeggen op zo’n vraag is gevaarlijk. Ik zie ze al voor me, jongetjes op een schoolplein die om twee vechtende klasgenoten heen staan en schreeuwen: “ik wil bloed zien!” De uitdrukking “ik wil bloed zien” heeft tal van negatieve connotaties: wreedheid, wraakzucht. Die negatieve connotaties passen niet bij het beeld van God dat de Bijbel ons leert. “God is licht en in hem is in het geheel geen duisternis” (1 Joh. 1,5). Daarom is de vraag “Wil God bloed zien om iets te vergeven?” geen goed geformuleerde vraag.

Alleen: slechte vragen bestaan niet. Ook verkeerd gestelde vragen verdienen wel een eerlijk antwoord. De Bijbel zegt zelf “zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving” (Hebr. 9,22). Waarom is er alleen vergeving na bloedstorting?

Niet eenvoudig

Het is voor ons niet eenvoudig om die woorden te begrijpen, omdat ze horen bij de wereld van de tempel waarin elke dag offers worden gebracht. Wij leven in een wereld waarin dankzij de Here Jezus al bijna 2000 jaar geen dierenoffers meer gebracht hoeven te worden. Dat is heerlijk, maar het schept ook een stuk afstand als we zo’n zin uit Hebreeën willen begrijpen. Toch loont het om moeite te doen te begrijpen wat hier wordt gezegd.

Daarbij moeten we niet te makkelijk grote christelijke woorden uitspreken als “Jezus’ dood was een offer voor onze zonden”. Soms moet je even wachten met zulke grote, ware stellingen. Het lag bijna 2000 jaar geleden niet voor de hand om tot deze conclusie te komen: “Jezus’ dood was een offer voor onze zonden”. Mensenoffers waren door God expliciet verboden. Als toch kinderen aan de afgod Moloch geofferd werden, veroordeelden de profeten dit in scherpe bewoordingen. Een offer wordt in de tempel gebracht door een priester op een altaar. Geen Jood zou een executie door ophanging aan een paal door Romeinse heidenen een offer aan God noemen. Wie aan een paal hangt, is vervloekt (Gal. 3,13); geen offer dus.

Toch is er al vanuit het Oude Testament één profetie die voorzegt dat de knecht van de HEER als offer zal sterven: hij zal zijn leven stellen tot schuldoffer (Jes. 53,10). Hoe moeten we dat begrijpen?

Het overzicht niet verliezen

Het is belangrijk hierbij niet het overzicht te verliezen. Een paar lijnen zijn belangrijk:

1. In het perspectief van Jezus’ tijdgenoten gebeurde er iets schokkends. Jezus riep hoge verwachtingen op. Zou hij de beloofde Messias zijn die Israël zou bevrijden van zijn vijanden? Hij riep echter ook steeds meer weerstand op en werd uiteindelijk ter dood veroordeeld als godslasteraar en als opstandeling. Hij stierf als een mislukte Messias, opgehangen aan een kruis.

2. Wie zich probeert in te leven in Jezus, ziet hoe Jezus voor een keuze heeft gestaan. Hij had de onschuldpsalmen uit het Oude Testament kunnen gebruiken om tot zijn Vader te bidden: “Vader, red mij van mijn vijanden. Grijp in en sla mijn belagers neer. Ik ben onschuldig!” Jezus bidt echter iets anders: “Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen” (Luk. 23,34). God de Vader en God de Zoon hebben samen de verwerping van Jezus ten goede gekeerd om zo de vicieuze cirkel van kwaad dat nieuw kwaad oproept voorgoed te verbreken (vgl. Rom. 12,21). Ze hebben hun vijanden lief en beantwoorden ons kwaad met een overvloed van onverwachte liefde (Rom. 5,6-11). De Zoon sterft voor zijn vijanden. Wat God de Vader nooit van mensen vroeg, dat doet Hij zelf wel: Hij spaart zijn eigen Zoon niet, maar geeft hem over voor ons allen (Rom. 8,32). Een wonder van Goddelijke wijsheid!

Immanuël, onze plaatsbekleder

3. De centrale vraag is nu nog echter niet beantwoord: waarom heeft de dood van Jezus een positieve betekenis?

a. Jezus is Immanuël, God met ons. Hij heeft zich één met ons gemaakt. Hij wordt geboren uit een vrouw, onder de wet om ons vrij te kopen (Gal. 4,4-5). Hij wil sterven als een godslasteraar, een opstandeling, een mislukkeling, een gevloekte. Tot in de diepte van onze ellende is Hij bij ons om ons daar vandaan te halen. Begripsmatig gezegd: hij identificeert zich met ons en wordt zo onze plaatsbekleder die ons vertegenwoordigt. Hij is de koning en Messias die zijn volk representeert en werkelijk hart voor zijn mensen heeft.

b. Jezus leeft ons leven opnieuw. Dat doet hij als onze plaatsbekleder. Waar Adam en Israël faalden, blijft hij staande. Tot in de details is hij gehoorzaam (rechtvaardig) en toegewijd (heilig) aan God.

Met de woorden toewijding en heiligheid komen we al in de sfeer van het offer. De heiligheid van Jezus die ons heilig maakt kom je ook tegen in het hogepriesterlijk gebed, in Johannes 17. Jezus bidt dan (vers 19): “voor mijn leerlingen wijd ik mij aan u / heilig ik mijzelf, zodat zij geheiligd zullen zijn / aan u gewijd”. Als Jezus sterft, zegt hij, wijdt hij zich helemaal aan God. Zijn dood is volmaakte toewijding aan God. En daardoor veranderen wij in mensen die aan God toegewijd zijn - geheiligde mensen. Zijn heiliging, zijn toewijding, heiligt ons, maakt ons aan God gewijde mensen.

Vergelijkbare gedachten vind je in Hebreeën 9 en 10. Hebreeën werkt consequent de dood van Jezus uit als een uniek offer. Jezus Christus overtreft alle andere offers: Hij is de volmaakte hogepriester, de Zoon van God, die met het offer van zijn eigen bloed binnengegaan is in het ware heiligdom in de hemel. Jezus wordt omschreven als degene “die door de eeuwige Geest Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft”. Zo kan zijn bloed “ons bewustzijn reinigen van dode werken, om de levende God te dienen” (Hebr. 9,14). Dankzij de Heilige Geest van God draagt Jezus zich als een volmaakt offer aan God op. En daardoor worden wij aan God gewijd: geheiligd voor de dienst aan God, met een goed en vrij geweten. Heel duidelijk vind je dit ook in Hebreeën 10,9-14. Jezus is gekomen om Gods wil te doen, en door die wil “zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus. … Want door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden”. Ook hier zie je dat Jezus’ volmaakte toewijding, Jezus’ volmaakte gehoorzaamheid ons verandert in mensen die volmaakt aan God toegewijd zijn, - als we tenminste ons door hem laten heiligen.

Onze zonde veroordeeld

c. Toch zijn we er nog niet. Waarom is het een positief te waarderen toewijding aan God om je leven in de dood te geven? Zelfbeschadiging en zelfdoding waarderen we niet positief. Ik neem aan dat we Jezus’ dood niet opvatten als een aansporing tot zelfdoding. Waarom is Jezus’ dood dan wel een vorm van toewijding aan God?

Omdat er voordat we van Jezus iets moois kunnen krijgen (gehoorzaamheid, toewijding), een groot struikelblok opgeruimd moet worden: onze zonde. Wij waren immers godslasteraars en opstandelingen. Ons bestaan is mislukt en daarom is heel de schepping aan de zinloosheid en vergankelijkheid onderworpen. Wij verdienen de doodstraf. Het wonder is dat Jezus als onze plaatsbekleder onze doodstraf heeft ondergaan. Paulus schrijft in Romeinen 8,3 dat in zijn vlees (in Jezus’ lichamelijke bestaan) de zonde veroordeeld is. En elders dat hij in zijn vlees de vijandschap heeft weggedaan (Ef. 2,15). Als Jezus sterft, sterft onze oude mens, zodat wij ‘het lichaam van de zonde’ kunnen uittrekken en het bewijsstuk dat tegen ons getuigt, wordt uitgewist (Kol. 2,11.14). Als Jezus gestraft en veroordeeld wordt, worden wij in Hem gestraft en veroordeeld. In zijn dood verdwijnt heel ons schuldige, beschadigde verleden, zodat wij verlost worden van ons oude bestaan. Vergeven is niet zomaar zeggen ‘zand erover’. Vergeven is iets wat God alleen kan: “onze zonden werpen in de diepten der zee”, zodat ze er niet meer zijn (Micha 7,18-19).

Ook dan komen we weer uit bij een offer, in dit geval een schuldoffer zoals dat genoemd werd in Jesaja 53,10. Jezus was een offer voor onze zonde. Hij heeft onze straf gedragen. Een schuldoffer verzoent zonde. Voor ons kan dat raar klinken, voor Grieken, Romeinen en Israëlieten in de Oudheid waren offers een bloederige realiteit die je dagelijks overal tegen kon komen.

Jezus’ offer volgens het Nieuwe Testament

Een offer is volgens het Nieuwe Testament iets prachtig moois. Het is de moeite waard om rustig te overdenken wat het Nieuwe Testament zegt over wat het offer van Jezus doet.

- De Bijbel zegt dat Jezus door zijn bloed, door zijn offer ons reinigt, onze zonde wegdoet, vergeving brengt. Door zijn dood wordt onze zonde verzoend.1 Het probleem van onze zonde wordt aangepakt. En dat heeft allerlei positieve effecten.

- De Bijbel zegt dat Jezus ons door zijn dood vrijkoopt. Een leven in zonde is een zinloos leven. Wie zondigt is zijn vrijheid kwijt. Jezus bevrijdt ons daarvan, Hij heeft met zijn dood de losprijs betaald.2

- Zijn bloed brengt terug uit de dood.3 De dood is overwonnen, er is opstanding uit de dood. Maar het bloed maakt ook vrede, herstelt de verhouding met God en wijdt een nieuw verbond in.4 Dankzij Jezus’ dood is er weer een verzoende relatie met God.

- Wat meer indirect zegt het Nieuwe Testament dat Jezus door zijn offer en zijn bloed ons verlost van Gods toorn en van de straf van Gods oordeel.5 Volgens de Bijbel worden we allemaal geconfronteerd met de dreiging van een komend oordeel, met Gods straf en met Gods toorn. Daarvan verlost Jezus ons.

- Het offerbloed van Jezus verandert ons, zondi-ge mensen. We worden rechtvaardig, mensen die als het ware al het vuil van zich afwassen en in het bloed witgewassen kleren dragen -wit van onschuld. We krijgen dus een nieuwe identiteit: onschuldige mensen die voor God mogen bestaan.6

- Het offer van Jezus neemt verder elk besef van zonde weg en reinigt ons geweten van daden die tot de dood leiden. Zonde belast je geweten - die last raak je kwijt.7

In plaats daarvan worden we volmaakt gemaakt, mensen zonder zonde.8 We worden door Jezus’ offerdood geheiligd, dat wil zeggen, we worden aan God gewijde mensen.9

- En het mooiste: daardoor mogen we dichtbij God komen, als kinderen die in geloof bij hun Vader binnenlopen. Vrijmoedig kunnen we in het hemelse heiligdom van God binnengaan.10 De hemel is open en komt op aarde door de Heilige Geest, in gebed gaan we daar binnen.

Een levend dankoffer

Bloed hoort bij de tempel. Zonder bloed is het voor zondige mensen niet mogelijk om met God om te gaan. Dat klinkt raar voor 21e -eeuwse mensen. Er is ook iets grondig veranderd toen Jezus stierf. Niet voor niets riep hij vlak voor hij stief “Het is volbracht”. Niet voor niets scheurde na zijn dood het voorhangsel in de tempel dat het heilige scheidde van het allerheiligste. Wat dierenoffers en dierenbloed nooit konden doen, dat kon Jezus met zijn bloed wel: onze zonde werkelijk verzoenen en ons werkelijk bij God thuis brengen, in Gods koninkrijk. Jezus is de nieuwe tempel die met zijn offer alle andere bloederige offers overbodig maakt. God heeft onze zonde werkelijk veroordeeld, gestraft, en weggedaan. Dankbaar voor dat offer kunnen we niet anders dan steeds weer moeite doen om dat wonder van liefde te bewonderen, te verstaan, en te aanbidden. Dan worden wij met heel ons leven zelf een levend dankoffer aan God (Rom. 12,1).

Dr. Burger is universitair docent systematische theologie aan Theologische Universiteit Kampen van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).

Zijn proefschrift ging over: “Zijn in Christus” (en dus ook over plaatsbekleding).

1 Matt 26,28; Joh 1,29; Ef 1,7; Hebr 9,13.22.26.28; Hebr 10,4.11; 1 Joh 1,7; 1 Joh 2,2; 1 Joh 4,10; 1 Petr 2,24.

2 Hand 20,28; Ef 1,7; Hebr 9,12; 1 Petr 1,18-19; Op 1,5; Op. 5,9.

3 Hebr 13,20.

4 Matt 26,28; Marc 14,24; Luk 22,20; Col 1,20; Hebr 9,18.

5 Rom 3,19. 25-26; Rom 5,9.

6 Rom 3,25; Rom 5,9; 2 Kor 5,21; Op 7,14.

7 Hebr 9,14; Hebr 10,2.

8 Hebr 9,9; 10,1.

9 Hebr 9,14; Hebr 10,10; Hebr 13,12.

10 Ef 2,13; Hebr 10,19.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2016

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's

Wil God bloed zien om iets te vergeven?

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 2016

Ambtelijk Contact | 24 Pagina's