Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verslaafde moeders

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verslaafde moeders

"Elke dag vraagt mama God om vergeving"

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder drugsverslaafden groeit het aantal moeders gestaag. In een wereld van verdoving, criminaliteit en seksueel misbruik begeren ze de liefde van een eigen kind. Als het geboren wordt, volgt de desillusie. Hulpverlening aan verslaafde moeders en hun kinderen is er nauwelijks. De kinderbescherming voelt zich verantwoordelijk voor het kind, de drugscentra voor de verslaafde moeder. Stichting De Hoop in Dordrecht is de enige instelling die structurele hulp biedt aan beide. <br />

De kogel die haar vader doodde, deed ook bij Sarah z'n vernielend werk. De schietpartij was de climax van een interne Zuidmolukse vete. Een kerkelijke twist werd gesmoord in bloed. Als zesjarig meisje zag Sarah het leven uit haar vader wegvloeien. Van de lagere school ging ze naar een christelijke mavo in Arnhem, niet ver van het beruchte Spijkerkwartier. Ze sloot zich aan bij een groep scholieren die de school als dealplaats voor drugs gebruikten. Op haar zeventiende jaar besloot ze het huis uit te gaan. Ze vond onderdak in een pand vol junks. Daar leerde ze haar ex-vriend kennen, een hindoestaanse Surinamer. Ze woonden al zeven jaar samen, toen ze overvallen werd door een gevoel dat ze niet kende. Ze was zwanger. De vader zat in de gevangenis. Sarah zwierf bij nacht en ontij over Straat. In een ziekenhuis in Arnhem bracht de uitgeteerde Molukse haar eerste kind ter wereld, dat al in de baarmoeder aan de heroïne verslaafd raakte.

Bevalling
De eerste dag maakte de kleine Boya het prima. Sarah had de dag voor de bevalling nog gebruikt. De dag daarna begonnen bij de baby de afkickverschijnselen. „Ze trapte alles kapot en krijste verschrikkelijk. Ik weet wat het is om af te kicken. Maar ik deed het mezelf aan. Zij had er totaal geen schuld aan." Nadat ze een halfjaar bij haar moeder had ingewoond, betrok de heroineverslaafde met Boya en de vader van het kind een eengezinswoning in Zevenaar. Het oude bestaan werd hervat. Tot Sarah in een helder moment besefte dat ze haar leven aan het vernietigen was. Ze meldde zich bij een Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs en liet haar vriend in de steek. Vanaf dat moment leefde ze onophoudelijk met de angst door hem vermoord te worden.

Longklachten
Toen hij haar verzekerde dat hij was gestopt met gebruiken, liet ze zich overhalen om weer met hem te gaan samenwonen. Een maand later was ze voor de tweede keer zwanger. In het ziekenhuis van Zevenaar werd Inder geboren, een jochie. De zorg voor haar twee kinderen lag Sarah als een loden last op de schouders. Met haar vriend keerde ze terug tot de heroïne en gebruikte meer dan ooit tevoren. „We leefden in een soort nachtmerrie. Het was heel normaal dat hij een pistool voor m'n gezicht hield, of dat ik met een kapmes op hem afliep. En Boya zag dat allemaal aan." De schaduw van de dood lag al over haar leven, toen ze juni 1990 in het ziekenhuis werd opgenomen met ernstige longklachten. De psychiater die aan haar bed kwam, sprak duidelijke taal. „Je stopt met heroïne of je gaat dood. Aan jou de keus." t> hl een ziekenhuiskamer voerde de verslaafde moeder haar eenzame strijd. Ze besefte dat terugkeer naar haar vriend haar ondergang betekende en besloot alleen verder te gaan. Haar gevoelens kon ze uitsluitend aan het papier kwijt. Op 30 juni schreef ze: „Ik heb de meest gezonde beslissing voor onze kinderen en mezelf gekozen en genomen. God, U bent de enige die ervoor kan zorgen dat (...) ons met rust laat. Kunt U hem misschien een ander in z'n leven schenken."

Dagboek
Tussen de bladen van haar dagboek ligt een nooit verzonden brief aan haar kinderen. „Elke dag vraagt mama God om vergeving en genade dat mama niet zelf sterk genoeg is om jullie te geven waar jullie recht op hebben. Mama voelt jullie liefde voor mammie heel sterk en daar is mammie God dankbaar voor. Niemand kan tussen ons in komen, alleen God onze Vader, Die onze Schepper is. Lieve schatjes van me, ik hou van jullie. Zoveel, nog meer dan de hele wereld met alles d'r op en d'r aan. Alleen God kent mijn en jullie hartjes. Kusjes en knuffels van mama Sarah." Haar familie was het jarenlange drama meer dan moe en zette Sarah voor het blok. Beterde ze haar leven niet, dan zou de kinderbescherming worden ingeschakeld. Leden van de Molukse pinkstergemeente in Capelle aan den IJssel boden haar met haar kinderen onderdak aan. Terwijl ze al op de wachtlijst stond van het evangelisch centrum voor verslaafden De Hoop in Dordrecht, was ze nog niet in staat van de heroïne af te blijven. Pas na het derde intake-gesprek werd ze door De Hoop geaccepteerd. Haar motivatie om af te kicken was niet overtuigend, maar men wilde haar een kans geven. Lichamelijk was ze uitgeput, emotioneel volledig geblokkeerd. Enkele weken later zouden haar kinderen komen.

Eigen kind
De schattingen over het aantal kinderen van drugsverslaafde ouders in ons land lopen uiteen van vijf- tot achtduizend. Duidelijk is dat hun aantal toeneemt. Een belangrijke oorzaak is de stijging van de gemiddelde leeftijd van verslaafden. De kinderwens blijkt ook onder verslaafde vrouwen met het klimmen van de jaren sterker te worden. Een aantal ziet zwangerschap als het laatste middel om van de verslaving af te komen. Veel heroïneprostituées hopen van een kind de genegenheid te ontvangen die ze moeten ontberen. De mannen aan wie ze zich aanbieden hebben slechts interesse voor hun lichaam. Het contact met de familie is meestal verbroken. In die misère moet een eigen kind echte liefde schenken. De werkelijkheid is anders. Een kind komt niet ter wereld om tekorten bij de ouders aan te vullen. Een verslaafde baby heeft zelfs een dubbele dosis aandacht nodig. Aandacht die de moeder door haar omstandigheden meestal niet kan geven.

Gespetter
De hulpverlening aan drugsverslaafde moeders en hun kinderen schiet hopeloos te kort. De drugscentra weten geen raad met kinderen. De jeugdhulpverlening niet met verslaafden. De kinderbescherming staat tussen twee vuren. De praktijk leert maar al te vaak dat het kind de rekening van moeders verslaving gepresenteerd krijgt, maar verslaving kan niet per definitie reden zijn om haar de kleine te ontnemen. Daar komt nog bij dat ontzetting uit de ouderlijke macht er vaak toe leidt dat er met en jaar een "nieuw" kind is. Om toch wat te doen is in veel steden ambulante hulpverlening voor verslaafden met kinderen op poten gezet. Meestal door middel van een orgaan waarin een scala van hulpverleners en instanties participeert. Kinderbescherming, gezinsvoogdij, KDO (Kinderen van Drugsverslaafde Ouders), GG en GD, consultatiebureau, maatschappelijk werkers, vertrouwensartsen, kinderartsen... Een goede coördinatie is bijna onmogelijk. Met gevolg dat het effect van de ambulante hulpverlening gering is. „Gespetter in de modder", is het kritische oordeel van Teun Stortenbeker, directeur van De Hoop.

Ondersteunen
Als enige instelling in Nederland biedt De Hoop verslaafde moeders de gelegenheid zich met hun kinderen te laten opnemen. Vorig jaar werd het opvangcentrum van de stichting zelfs uitgebreid met een speciale vleugel voor deze groep. In principe is Stortenbeker er een tegenstander van om verslaafde moeders hun kinderen te ontnemen. „De toekomst van kinderen die in de kinderbeschermingsmolen terechtkomen, is evenmin rooskleurig. Een groot percentage redt het ondanks alle hulp niet en komt in de puberteit op het criminele pad of in de drugswereld terecht. Bij de gedachte dat een verslaafde moeder per definitie niet in staat is om een kind op te voeden, wil ik een kanttekening plaatsen. Er zijn er die wanhopig hun best doen. Maar ik zeg daar haastig bij: op hun niveau. En dat is in mijn ogen te laag voor een evenwichtige opvoeding van het kind. Wat wij gezegd hebben is: het moet mogelijk zijn zulke moeders te helpen door ze met hun kind op te nemen. Een vorm van hulpverlening waarvoor overigens geen wettelijke basis bestaat. De opvang van de kinderen komt volledig voor onze eigen rekening."

Therapieboerderij
Sarah was de eerste gast van De Hoop die met haar kinderen werd ondergebracht in de nieuwe vleugel van het opvangcentrum. Voor de hulpverleners was ze moeilijk te benaderen. Ze sprak weinig en ging zo veel mogelijk haar eigen gang. „Het was voor mij een moeilijke tijd. Je mocht niet naar buiten. M'n zoontje was dwingerig en agressief Andere gasten gingen zich ook met de kinderen bemoeien. Dat maakte het nog moeilijker. Soms dacht ik erover om te stoppen. Maar er was eigenlijk geen weg terug." Begin '91 verhuisde ze van het opvangcentrum naar therapieboerderij Het Anker, in een buitenwijk van Dordrecht. Ze kreeg Sonia Martès als persoonlijk begeleidster toegewezen. Ook de Arubaanse hulpverleenster kon aanvankelijk geen wezenlijk contact met haar krijgen. „Sarah vond het heel moeilijk om zich bloot te geven. Over de moord op haar vader vertelde ze als een buitenstaander. Allemaal even rationeel. Ze heeft nooit de emoties uit haar jeugd verwerkt. Ook praktische zaken als op tijd uit bed komen en de kamer schoon houden liet ze allemaal liggen."

Volharding
Voor Sonia werd de vraag hoe ze Sarah verder kon helpen, steeds klemmender. In die kritieke periode baanden de emoties bij haar pupil zich onverwacht een uitweg. Ze vertelde haar begeleidster alles wat ze had achtergehouden. „Het gebeurt nu wel dat ze onder een gesprek zomaar begint te huilen. En dan huilt ze soms wel twintig minuten aan een stuk. Al het verdrongen verdriet komt eruit. Dat is het begin van werkelijk herstel. Maar ze is er nog niet. Ze laat zich nog heel snel ontmoedigen. Het is ook niet makkelijk. Het programma op de boerderij is voor de andere gasten al heel intensief. Zij moet daarnaast voor haar twee kinderen zorgen. Dat vraagt een grote dosis volharding. En voor ons als hulpverleners veel wijsheid van God. Echt waar. Alleen menselijk inzicht schiet te kort."

Omgekeerde rollen
Uitgangspunt van De Hoop in de hulpverlening aan verslaafde moeders is, dat de moeder verantwoordelijk blijft voor de opvoeding van het kind. De hulpverleners zijn er slechts ter ondersteuning. Ze grijpen in wanneer de zorg van de moeder voor het kind beneden acceptabel niveau daalt. Het hechtingsproces tussen moeder en kind moet volgens Stortenbeker veelal nog op gang komen. „Ook als kinderen vijf, zes, zeven jaar zijn, bestaat vaak alleen maar een biologische binding. De moeder moet hier leren om moeder te worden, het kind dat het echt kind mag zijn. Zeker bij oudere kinderen constateren we meer dan eens dat de rollen omgekeerd zijn. Zij zorgen voor de moeder in plaats van omgekeerd." Voor de hulpverleners is het bitter dat een negatieve keuze van de moeder ook de toekomst van het kind bepaalt. „Nog niet zo lang geleden liep een moeder bij ons weg. De reactie van haar kind was: „Een vader heb ik niet, m'n moeder is er weer vandoor en nou moet ik ook nog bij jullie weg." Het is hartverscheurend als een kind van vier jaar zo'n optelsom maakt. Voor ons blijft er dan niets anders over dan het in handen van de kinderbescherming te geven."

Werkervaring
De therapie voor de verslaafde moeders in De Hoop is volkomen gelijk aan die van de andere gasten. Ook zij beginnen in het opvangcentrum, waar ze afkicken en waar een kortdurende behandehng.plaatsheeft. Na maximaal vier maanden worden ze overgeplaatst naar de therapieboederij. De verantwoordelijkheden van de verslaafden worden daar uitgebreid. Wie geen opleiding heeft afgerond, moet verplicht een studie of cursus gaan volgen. Overdag wordt werkervaring opgedaan in de werkprojecten van De Hoop, waaronder een drukkerij, een metaalconstructiebedrijf en een koffieshop. Omdat de leiding uit professionele krachten bestaat, is het mogelijk dat gasten van De Hoop stage lopen bij de eigen projecten van de stichting. Sarah hoopt een opleiding tot groepsleidster te gaan volgen en doet momenteel werkervaring op in het kinderdagverblijf Bambino van De Hoop. De voorziening is primair opgezet voor de kinderen van verslaafde moeders, om de laatsten gelegenheid te bieden het therapieprogramma te volgen. Door het dagverblijf ook voor derden open te stellen, leren hun kinderen bovendien met andere kinderen om te gaan.

Tweeling
's Morgens fietst de Molukse moeder met haar kinderen van de therapieboerderij naar het kinderdagverblijf dat tegenover het opvangcentrum aan de Spuiweg ligt. Boya zet ze af bij school. Inder gaat mee naar Bambino. Als ik om twee uur arriveer, liggen de kleintjes op de zolderverdieping te slapen. Een etage lager zit een uitheems meisje met gitzwart haar fanatiek te kleuren. Hoofdleidster Ineke Linssen heeft de handen vol aan een verslaafd geboren tweeling van een maand oud. De kleinste is nog aan het afkicken en produceert een doordringend en aanhoudend gekrijs. Tegen vijven keren de bewoners van de therapieboerderij van hun werk terug. Ze vormen een divers gezelschap. Maarten, zoon van een rooms-katholieke horecahouder, rent achter Boya door de recreatiezaal. Inder zit op de grond met duplo te spelen en is zichtbaar beledigd als hij ruimte moet maken voor Kees, een lid van de gereformeerde gezindte. Van origine is hij schilder, maar in Het Anker heeft hij verborgen culinaire talenten ontdekt. Sarah eet met haar kinderen in een kamertje apart, om zo veel mogelijk een huiselijke situatie na te bootsen. Zo wordt tegelijk voorkomen dat de kinderen, wanneer ze zich misdragen, gecorrigeerd worden door twintig vaders en moeders.

De Brug
Om voor ex-verslaafden een geleidelijke overgang naar de burgermaatschappij te realiseren, heeft De Hoop het woonproject De Brug opgezet. Daarvoor zijn vijf panden aan de Spuiweg beschikbaar. De bewoners bedruipen in principe zichzelf, maar werken nog wel bij De Hoop en kunnen altijd terugvallen op de steun van hulpverleners. In een van de panden heeft Franca een complete verdieping. Drie jaar geleden werd ze met haar man opgenomen; ze waren beiden zwaar verslaafd aan harddrugs. Na een maand kwam hun dochtertje Sarah. Zoon David zou pas later komen. Het gezinnetje zat volledig aan de grond. Hoewel haar man het na twee maanden therapieboerderij liet afweten, hield Franca vol. „Het was ontzettend moeilijk. Als cleane moeder werd ik geconfronteerd met een kind dat nooit opgevoed was. Het was een kreng voor de omgeving. Dan móet je consequent zijn en straffen. Vooral in het begin kostte me dat veel strijd. Zij betaalde de boete die ik had verdiend. Die kinderen waren totaal kapot. Ze hebben iets mee moeten maken waarvoor ze zelf niet hebben gekozen. Een leven van verslaving, dealers, ruzie en vloeken."

Beschermde wereld
De scheidingsprocedure was al in een vergevorderd stadium, toen haar man liet weten dat hij bij haar terug wilde komen. Na uitvoerige gesprekken met Stortenbeker besloot Franca het te proberen. Daarmee begon een nieuw gevecht. „Hij is vreselijk makkelijk, maar naar je kinderen toe zul je toch één lijn moeten trekken. Gelukkig O gaat het nu een stuk beter." Inmiddels staan ze ingeschreven voor een eengezinswoning. Franca ziet ernaar uit om De Hoop te verlaten. Voor de kinderen is het een veel grotere stap. „Door hun verleden zien ze De Hoop als goed en de buitenwereld als slecht. Zij moeten afkicken van de beschermde wereld hier. Vooral Sarah zit er echt mee: zal het nu goed gaan met mama en papa? Voor mezelf ben ik er niet bang voor dat ik terug zal vallen. Ik heb genoeg gezien van het le

Hopeloze gevallen
Ook Mirjam, die met haar zoontje twee panden verderop woont, is eraan toe om De Brug te verlaten. Op korte termijn zal ze een eigen flat betrekken. Voor de hulpverleners van De Hoop is ze het levend bewijs dat hopeloze gevallen niet bestaan. Drie jaar geleden klopte ze aan als een wrak, met nauwelijks een draad aan haar lijf. Meer dan eens leek het erop dat ze het gevecht om het leven van haarzelf en haar zoontje zou opgeven. Nu staat ze weer op de drempel van de samenleving. „Ik zie er best nog wel tegenop om weer op mezelf te gaan wonen. Moet ik nu weg, dan is oppas geen probleem. Straks moet ik alles zelf gaan regelen. Dat is een hobbel waar je overheen moet. Een halfjaar terug kon ik die stap nog niet aan. Nu ben ik wel zo ver. Dan moet je niet langer hier in De Brug blijven hangen."

Trouwen
Sarah zal een van de lege plaatsen in De Brug innemen. In Het Anker oefent ze al zo veel mogelijk het huiselijke leven. Kwart over zeven gaat ze met haar tweetal naar boven, om ze op bed te leggen. Voor Boya en haar is er een stapelbed. Inder slaapt in een ledikantje ervoor. Het kereltje lijkt z'n verleden zonder schade te hebben doorstaan. Enthousiast slaat hij met zijn beer de maat op een leesboekje, terwijl Sarah een Moluks gospellied zingt. Boya begeleidt het gitaarspel van haar moeder met twee plastic deksels. Vanuit haar ooghoeken houdt ze me voortdurend in de gaten. Zingen wil ze niet. Tot Sarah tegen mij begint te praten. Dan heft ze, op de wijs van "Poesje mauw", een dwingend "rot-mama, rot-mama" aan. Even later ligt ze alweer duimend tegen haar moeder aan. Naast haar ligt een sluier van glasgordijn. „Mama kakie", roept Inder vanuit z'n ledikantje. Met glanzende ogen volgt hij haar als ze naar de linnenkast loopt, om het begeerde snoepgoed te pakken. „Wanneer ga jij trouwen mam?", vraagt Boya totaal onverwacht. „Mama is toch twee weken geleden met Jezus getrouwd, toen ze werd gedoopt", zegt Sarah zacht. „Nietes", vindt Boya. ,Je moet echt trouwen." Met haar kleine vingers trekt ze de sluier vast om haar zwarte haardos. „Ga jij trouwen?", houdt ze vol, als het stil blijft. „Misschien nog wel 's", belooft Sarah met een verdrietige glimlach. „Als de Heer het wil."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 augustus 1991

Terdege | 72 Pagina's

Verslaafde moeders

Bekijk de hele uitgave van woensdag 28 augustus 1991

Terdege | 72 Pagina's