Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Terdegelezers houden vooral van herkenbare kunst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Terdegelezers houden vooral van herkenbare kunst

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De gereformeerde gezindte heeft niet zo'n warme band met kunst. Vroeger niet, en anno 2002 nog steeds niet. Ondanks de toegenomen welvaart blijft het terrein van de beeldende kunst grotendeels onontgonnen. Slechts weinigen zijn bereid een flink bedrag neer te tellen voor een origineel, kwalitatief goed schilderij of beeldhouwwerk. Blijkbaar worden kunstenaars nog altijd geassocieerd met 'de wereld'. Het beeld van de jaren zestig bepaalt het denken: blowende hippies met lange haren en geitenwollensokken die maar wat kliederen. Natuurlijk is er ontzag voor de grote meesters uit de Gouden Eeuw, maar die passen in de meeste gevallen niet binnen het gezinsbudget. Voor het werk van eigentijdse kunstenaars, ook in eigen kring, wordt de neus opgehaald. „Dat kan mijn neefje van drie ook", is een gevleugelde opmerking op verjaardagsfeestjes wanneer moderne kunst aan de orde komt. Liever neemt men de toevlucht tot onschuldige, eenvoudige en in dubbel opzicht goedkope wandversieringen. Een steekproef onder 200 willekeurige lezers van Terdege maakt duidelijk dat in de gereformeerde gezindte soms best aardige dingen aan de muur hangen, maar dat de voorkeur uitgaat naar herkenbare voorstellingen. Landschappen, aquarellen, (bloemen)stillevens, zeegezichten en de natuur zijn duidelijk favoriet. De afbeelding speelt over het algemeen een sterkere rol dan de kwaliteit van het kunstwerk en ook de prijs is eraan ondergeschikt. „Moet duidelijk zijn wat het voorstelt", noteerde iemand bondig. Behalve reproducties zijn ook originele werken geen zeldzaamheid in de woonkamer van Terdegelezers. Al gaat het in verreweg de meeste gevallen om eenvoudige, niet heel dure kunst. De waarde komt over het algemeen niet boven enkele honderden euro's uit. Daarbij moet worden opgemerkt dat eigenaars van echt kostbare kunst om begrijpelijke redenen wellicht niet reageerden op de oproep om aan te geven wat zij in bezit hebben. Verder valt op dat veel vrouwen reageerden. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat kunst in veruit de meeste gevallen onderdeel is van het interieur. „De kleuren moeten overeenstemmen met de kleuren van het huis: de meubels, vloer, muur en dergelijke", merkt iemand op. Iemand anders schrijft in antwoord op de vraag waarop wordt gelet bij het aankopen van kunst: „Allereerst op de voorstelling en of het op een bepaalde plaats in de woning past." Zelden wordt kunst om de kunst zelf aangeschaft. In deel 1 van de serie "Kunst in eigen huis" gaan drie lezers dieper in op de vraag hoe zij aankijken tegen kunst, wat bij hen aan de muur hangt en welke positie kunst in de gereformeerde gezindte inneemt. In het volgende nummer komen twee andere lezers aan het woord.

De familie J. Hoekman in 's-Gravenpolder bezit twee olieverfschilderijen. Het ene is gemaakt door een, reeds overleden, oom van de familie J. Almekinders uit Breda. „Hij was een amateur-schilder met professionele kwaliteiten", vertelt mevrouw Hoekman. „Mijn moeder heeft werk van hem hangen en m'n broer ook. Mijn oom heeft nooit de kans gehad door te leren voor kunstschilder. Dat was vroeger niet aan de orde. Er was ook geen geld voor. Mijn oom werkte op kantoor, bij de PTT. In z'n vrije tijd schilderde hij. Bijvoorbeeld voor speciale gelegenheden in de familie, zoals een verloving of huwelijk. Dat vond hij leuk om te doen. Het olieverfschilderij dat wij van hem hebben, hangt in de hal en stelt een boslaantje in de herfst voor. Het heeft prachtige kleuren: goud, groen en bruin. Echte herfstkleuren. Het onderwerp was voor mijn oom heel herkenbaar. Hij woonde in een bosrijke omgeving. We hebben het schilderij 27 jaar en ik vind het nog steeds mooi. Op het andere schilderij is een Hollandse molen tegen een donkere lucht te zien. Eén raampje van het huis naast de molen is verlicht. Dat geeft geborgenheid. Iedereen die ernaar kijkt, zegt: „Wat fijn dat je binnen kunt zijn." Er gaat een enor me dreiging van het schilderij uit, omdat er zwaar weer op komst is. De schilder is onbekend. Ik heb navraag gedaan, onder meer via de kunstwinkel waar het vandaan komt, maar dat heeft niets opgeleverd. Ik schat dat het doek een jaar of veertig oud is: betrekkelijk jong dus. We hebben het schilderij 23 jaar. Het is misschien geen echt kunstwerk, maar de waarde zit 'm voor mij in de sfeer die het oproept. Ik probeer zelf ook iets te schilderen. Sinds twee jaar ga ik met enige regelmaat naar Mattie de Bruine. Ook heb ik een keer Aly Schutte op bezoek gehad voor een demonstratie. Zij schildert totaal anders dan Mattie. Aly maakt rustig een blauwe klaproos. Zij legt de nadruk op hoe ze de dingen zelf ervaart. Ze zegt ook: „Het licht in Zeeland is anders dan op de Veluwe." Dat beïnvloedt haar schilderen. We hebben met een aantal vrouwen de uitnodiging gekregen om een keer in het atelier van Aly te komen schilderen. Dat lijkt me erg leuk. Mattie schildert zoals het in werkelijkheid is. Ze werkt heel precies. Ik teken graag met houtskool. Een stilleven bijvoorbeeld. Een zonnebloem of een hyacint in zwart-wit: prachtig! Een kunstschilder zei eens tegen me: „Als je dat van binnen zo voelt, moet je dat verder ontwikkelen." Ik ken mensen die alles ophangen wat ze zelf hebben gemaakt. Dat zal ik nooit doen. Daar vind ik mijn werk niet goed genoeg voor. Ik ben niet van plan op korte termijn een schilderij aan te schaffen. We hebben er geen ruimte voor en echte kunst is ontzettend duur. Ik kom niet vaak in kunstwinkels, ook niet in de vakanties. We hebben kinderen en die vinden kunst kijken meestal niet zo interessant. Bovendien loop ik liever spontaan iets tegen het lijf. Het valt me op hoe weinig mensen zich echt interesseren voor kunst. Ik praat er met familie en vrienden bijna nooit over. Eigenlijk alleen maar met mensen die ook geïnteresseerd zijn. En die kom je soms onverwacht tegen."

De familie J.M. Heijboer in Tholen bezit enkele kleinere kunstwerken. „Geen grote, dure dingen", licht Ploni Heijboer toe. „We zijn meestal niet bewust op zoek naar kunst, maar lopen wel eens een atelier of galerie binnen waar kunst wordt tentoongesteld. Overigens zijn we wel van plan er echt op uit te gaan, omdat we graag iets moderns aan de muur willen. Je merkt dat je smaak kan veranderen. We hebben ooit twee natuuraquarellen van Don Rayman gekocht. Dat zouden we nu niet meer doen. Onze voorkeur gaat nu uit naar abstracter werk. Wanneer er harmonie is in kleur, vormgeving en compositie kan dat bijzonder mooi zijn. Bij dergelijke kunst is het wel van belang dat je de achterliggende gedachte van de kunstenaar kent." Omdat mevrouw Heijboer erg van strakke vormen houdt, heeft ze meer met Mondriaan dan met Karei Appel, al kan ze de laatste ook wel waarderen. Als ze zou zwemmen in het geld, schafte ze geen ets van Rembrandt aan. Ook geen Van Gogh. „Maar een Mondriaan zou ik zonder aarzelen kopen." Favoriet in huize Heijboer is de hanglamp "Canto Chiaro", een ontwerp van Frans Van Nieuwenborg. „Lekker strak, een echte blikvanger", vindt mevrouw Heijboer. In de zilvergrijze armatuur is met een laserstraal een dichtregel van Bert Schierbeek aangebracht: „min en plus/ maken licht/ en weten het niet/ het licht/ ook niet."
Voor mevrouw Heijboer gaat er niets boven echte kunst. „Maar daar hangt natuurlijk wel een prijskaartje aan. Als mensen er geen hoge bedragen aan uit kunnen of willen geven, is er niets mis met een reproductie met een mooie passe-partout en lijst. Kunst is echter "kunstig". Het is fantastisch als iemand creatief bezig is. Dat is een gave van God, die maar enkelen bezitten. En bij kunst denk ik niet alleen aan wandversiering, maar ook aan beeldhouwkunst, muziek, architectuur, meubels, sieraden, fotografie enzovoort." De kwaliteit van de kunst die in reformatorische kring te vinden is, noemt mevrouw Heijboer beneden niveau. „Er is weinig oog voor kunst binnen onze gezindte. Je komt zelden iets waardevols tegen en het is geen onderwerp van gesprek. De smaak is vaak te zoet en te romantisch. Men gaat het liefst mee met de trend. Je ziet dan overal dezelfde stijl terugkeren." Ze neemt Terdege als voorbeeld. „Wat we hierin tegenkomen aan kunst, woonideeën en -adviezen en cadeaus is vaak romantisch en landelijk. Ik weet dat wij maar tot een kleine groep behoren die houdt van modern, design, abstract, maar zo af en toe iets van die strekking zou toch wel erg leuk zijn." De gereformeerde gezindte brengt wel goede kunstenaars voort, constateert mevrouw Heijboer. „Gelukkig hebben de media in eigen kring er meer aandacht voor dan vroeger. Dat is een pluspunt. Ik zou de reformatorische kunstenaars wel een suggestie willen meegeven. Laat ze wat meer aan de weg timmeren. Bijvoorbeeld door zich in een kunstenaarspaviljoen te presenteren op de gezinsbeurs Wegwijs. Dan zal er waarschijnlijk meer begrip voor hun werk komen. Hoewel de waardering voor kunst natuurlijk altijd subjectief blijft."

De familie P. van Vijven in Yerseke heeft twee kunstwerken aan de muur hangen: een zeegezicht van A. de Muynck en een landschap van J. de Visser. Met beide schilderijen heeft de familie een emotionele binding. „Het zeegezicht hebben we 22 jaar geleden gekregen van onze ouders ter gelegenheid van ons huwelijk", vertelt mevrouw Van Vijven. „We mochten zelf iets uitkiezen en werden door familie geattendeerd op schilder De Muynck, die destijds een atelier in Middelburg had. We zijn daar wezen kijken en waren direct onder de indruk van het zeegezicht. Het was voor De Muynck zelf ook een bijzonder werk. Hij had de verf niet zoals hij gewend was met een kwast, maar met een paletmes op het doek gebracht. Het is een woest en wild schilderij geworden. Het water spat als het ware van het doek af en de wolken worden voortgejaagd. Heel boeiend om naar te kijken. Het schilderij hangt in onze woonkamer op een groot stuk muur, waar het goed uitkomt. We hebben er een lichtspotje op gezet zodat het 's avonds helemaal gaat leven. De Muynck heeft er een lijst bij geleverd in de kleuren bruin en grijs, die helemaal past bij onze meubels. Hij is zelfs bij ons thuis geweest om te kijken welke plaats zijn schilderij heeft gekregen. De Muynck is inmiddels overleden. Hij is niet oud geworden. Hij was destijds tekenleraar in Middelburg. Mattie de Bruine heeft zes jaar privéles van hem gehad. Er hangt werk van hem op diverse scholen en in hallen van kerken. Ik ben na 22 jaar zijn zeegezicht nog steeds niet zat. Het blijft boeien; ik zal het nooit wegdoen." Het tweede kunstwerk, de aquarel, is gemaakt door J. de Visser, een broer van mevrouw Van Vijven. „Het is een landschap in Zuid-Limburg, in de omgeving van Vijlen. Mijn man en ik gaan daar elke meivakantie een paar dagen wandelen om tot rust te komen. Ik heb mijn broer een foto van de omgeving gegeven, die hij vrij heeft vertaald. Bepaalde dingen, zoals het kerktorentje van Vijlen, zijn te herkennen, andere dingen heeft hij er zelf bij bedacht. Het schilderij laat het heuvelachtige, het lieflijke van Limburg zien. Het weggetje op het doek verdwijnt in een bocht en roept de vraag op waar het naartoe leidt. Mijn broer heeft de aquarel op ons verzoek gemaakt. Ik heb het schilderij van mijn man gekregen voor mijn verjaardag, enkele jaren geleden. Mijn broer is tekenleraar op het Hoornbeeckcollege in Rotterdam. In z'n vrije tijd schildert hij. Hij heeft diverse cursussen gevolgd. Hij is heel bescheiden over zijn eigen werk. Ik moet er altijd naar vragen of hij nog iets nieuws heeft gemaakt; dat zal hij nooit uit zichzelf vertellen." Mevrouw Van Vijven tekent en schildert zelf ook. „Ik ga om de twee maanden een dag naar Mattie de Bruine. Zij geeft dan les aan een groepje van tien dames. We huren een zaaltje van de gereformeerde kerk in Kapelle en brengen allemaal onze eigen spullen mee. Heel gezellig. We kiezen elke keer een bepaald thema en gaan daarmee aan de slag. Leren observeren, dat is vooral belangrijk." In de keuken van de familie Van Vijven hangt een kunstwerk van de vrouw des huizes. „Niet in de kamer, nee. Dat zal ik met eigen werk niet zo snel doen. Daar vind ik het niet goed genoeg voor. Als ik zie wat Mattie schildert, en mijn broer, dan constateer ik in mijn eigen werk nog veel gebreken en tekortkomingen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Terdege

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 december 2002

Terdege | 164 Pagina's

Terdegelezers houden vooral van herkenbare kunst

Bekijk de hele uitgave van woensdag 11 december 2002

Terdege | 164 Pagina's